8.1. Relatie tot God
a. Heb ik geloof en vertrouwen in God en liefde tot Hem
- Geloof ik in God, ben ik bereid moedig voor m’n geloof uit te komen en er zelfs spot en minachting voor te doorstaan?
- Of ben ik eerder beschaamd voor m’n geloof en zwijg ik er maar liefst over?
- Ben ik bereid te geloven in de door God geopenbaarde waarheden, die de Kerk me voor houdt te geloven?
- Heb ik vertrouwen in Gods voorzienigheid of laat ik bij de minste tegenslag de moed zakken en maak ik Hem verwijten?
- Heb ik me overgegeven aan wanhoop door niet meer te geloven in Gods liefde en barmhartigheid.
- Ben ik bereid naar God toe te groeien en Hem te beminnen of leef ik onverschillig en oppervlakkig alsof God er niet was?
- Zijn er perioden in m’n leven geweest dat ik zonder geloof in God leefde?
- Wanneer lijden me treft, ben ik dan opstandig? Ben ik bereid m’n lijden te dragen, te offeren, in vereniging met het lijden van Christus?
Neem ik met Jezus het kruis op om Hem te volgen?
- Heb ik ooit God gehaat?
- Ben ik dankbaar jegens God voor verkregen gunsten en heb ik oog voor Gods dagelijkse weldaden in mijn leven, voor de kleine dingen van elke dag die Hij mij geeft?
Of ben ik ondankbaar en zie ik enkel dat wat niet goed gaat?
- Heb ik ooit het katholiek-christelijk geloof verloochend door naar een andere christelijke belijdenis, een andere godsdienst, of een sekte over te gaan?
b. Heb ik andere “goden” in mijn leven?
- de afgod geld
- de afgod bezit
- de afgod macht
- de afgod genot
- de afgod prestige
- de afgod “lekker eten”, mooie kleding, enz.?
- Hecht ik overdreven belang aan bepaalde “krachten” in de kosmos, hierbij vergetend dat God aan de oorsprong staat van het gehele universum en er niets buiten Hem om gebeurt?
c. Gebruik ik Gods naam lichtvaardig?
- in vloeken?
- in bedenkelijke moppen over God en de heilige zaken?
- in ijdele discussies over God waarin ik gelijk wil halen?
- door het zweren bij God of de heilige zaken?
- heb ik me schuldig gemaakt aan het publiceren of verspreiden van heiligschennende literatuur?
d. Maak ik Satan en de andere duivelen ( = de gevallen engelen) tot meesters over mijn leven?
- door deel te nemen aan occulte praktijken? zoals: - oproepen van geesten ( = seances/spiritisme)
(het zijn niet de overledenen die antwoorden, maar de duivelen!)
- zwarte missen en Satanskultussen
- door meesters van het occulte te raadplegen? zoals - waarzeggers
- handlezers
- pendelaars
- sterrenwichelaars
- witte of zwarte magiërs
- mediums
- door horoscopen te raadplegen of amuletten te dragen?
- door naar genezers te lopen die hun gave van genezing van Satan verkregen hebben en niet van de heilige Geest? (Na een schijnbare verbetering, zal de ziekte daarna steeds verergeren.)
- door mij met hekserij bezig te houden?
e. Volbreng ik m’n religieuze plichten?
- Bid ik dagelijks tot mijn Schepper en Vader of wend ik mij slechts tot Hem als het mij niet goed gaat?
- Heb ik steeds de dag des Heren geheiligd?
* door ‘s zondags trouw naar de H. Mis te gaan?
* door van de zondag een gewijde dag te maken waarop ik elke zonde en elke zware arbeid probeer te vermijden?
- Heb ik ooit in staat van doodzonde gecommuniceerd en zo het lichaam van Christus heiligschennend ontvangen?
- Heb ik de vereiste eerbied voor de Eucharistie: het geconsacreerde brood en de geconsacreerde wijn waarin Christus met zijn godheid aanwezig is?
- Heb ik eerbied in de kerk, waar Christus aanwezig is in de H. Hosties in het tabernakel?
- Ga ik regelmatig (minstens 1 maal per jaar) te biechten of ben ik ook gedurende lange tijd niet te biechten geweest?
Is mijn zondenbelijdenis steeds oprecht geweest in de biecht? Heb ik alles gezegd, ook als het me veel moeite kostte of draaide ik dan rond de pot?
- Heb ik ooit heiligschennis gepleegd (door bv. te spotten met de sacramenten) en daardoor afbreuk gedaan aan de verschuldigde eerbied tegenover God?
8.2. Relatie tot de naaste
a. Gij zult niet doden!
- Heb ik een moord op mijn geweten? Of was ik medeplichtig?
Heb ik mijn schuldig gemaakt of ben ik medeplichtig geweest aan abortus (o.a. door gebruik van abortieve anticonceptiva) of euthanasie?
- Is door mijn schuldige nalatigheid een mens gestorven?
- Jezus zegt: “Wie zijn broeder of zuster haat is een moordenaar...”
Heb ik ooit een mens gehaat, vervloekt, verwenst?
Heb ik ooit een mens “gedood” door hem te negeren, dood te zwijgen, hem in de put te duwen of hem gewoon aan zijn lot over te laten wanneer hij in nood verkeerde?
b. Gij zult geen echtbreuk plegen
- Heb ik mijn echtgeno(o)t(e) verlaten om met een andere partner te gaan leven?
- Heb ik ooit overspel gepleegd, ook al is m’n huwelijk niet spaak gelopen?
- Heb ik een echtgescheiden man of vrouw gehuwd?
c. Gij zult uw naaste of het goed van uw naaste niet begeren
- Begeer ik sexueel mijn naaste? Indachtig het woord van Jezus:”Wie naar een vrouw/man kijkt om haar of hem te begeren, heeft reeds echtbreuk gepleegd”.
- Begeer ik de bezittingen en de talenten van anderen?
- Ben ik jaloers om mijn medemens?
... omdat hij / zij rijker is?
omdat hij / zij knapper is?
omdat hij / zij intelligenter is?
omdat hij / zij meer succes of geluk in het leven heeft?
omdat het hem / haar goed gaat?
d. Gij zult niet stelen!
- Heb ik gestolen, ook al gaat het om onbenullige zaken?
- Heb ik de Staat bedrogen en mij schuldig gemaakt aan belastingontduiking?
- Ben ik oneerlijk in financiële aangelegenheden?
- Maak ik me schuldig aan winstbejag?
- Heb ik mensen in “‘t zak “ gezet?
- Maak ik mij schuldig aan uitbuiting van anderen?
* door mijn ondergeschikte het loon te onthouden waarop hij recht heeft.
* door mijn werknemers minder te betalen dan billijk is
* door te profiteren van de zwakke positie van m’n werknemer, huurder, enz...
e. Gij zult uw naaste niet bedriegen
- Belieg ik mijn naaste?
- Bedrieg ik mijn naaste? (o.a. in geldzaken)
f. Gij zult uw naaste niet belasteren
- Heb ik kwaad gesproken over mijn naaste?
- Zit ik voortdurend over anderen te spreken, ook al is het niet dadelijk geroddel.
- Belaster ik mijn naaste, dit wil zeggen, heb ik achter zijn rug dingen gezegd die niet waar zijn of waarvan ik niet zeker ben of ze wel waar zijn?
- Zit ik voortdurend met anderen achter hun rug te lachen of zelfs te spotten?
- Geef ik vaak kritiek op de anderen:
- op de overheden van Kerk en maatschappij
- op mijn medemensen
- op situaties waarmee ik geconfronteerd word? of zeg ik ook eens iets goeds over iemand wanneer hij er niet bij is?
- Heb ik vals getuigd tegen mijn naaste?
g. Gij zult uw naaste niet veroordelen!
- Heb ik m’n medemens veroordeeld, in gedachten of woorden?
- Vel ik eerlijk en onpartijdig rechtspraak?
- Ben ik barmhartig en vol begrip voor mijn naaste die van de goede weg is afgeraakt en aan lager wal is geraakt?
h. Vergeef elkaar!
- Ben ik vergevingsgezind, “tot 70 maal 7 maal toe”, dit is altijd? Of koester ik wrok, rancune jegens mijn naaste wanneer hij mij onrecht aangedaan heeft?
- Ben ik belust of wraak wanneer een medemens me nadeel berokkend heeft?
- Blijf ik jarenlang koppig zwijgen jegens iemand waarmee ik ruzie gemaakt heb?
- Blijf ik bereid de eerste stap te zetten wanneer ik ruzie heb met iemand, of is het altijd de andere die naar mij moet toekomen?
- Ben ik bereid vergeving te vragen wanneer ik een ander onrecht heb aangedaan?
- Heb ik een medemens grof beledigd, uitgescholden zonder daarna vergeving te vragen?
- Neem ik het anderen kwalijk wanneer ze me achterstellen en zo m’n eigenliefde kwetsen?
i. Bemin uw vijanden!
- Bid ik voor m’n vijanden in plaats van ze te haten?
- Beantwoord ik geweld met geweld of met geweldloosheid, zoals Jezus vraagt?
- Ben ik vriendelijk voor allen, ook voor hen die mij niet mogen, of alleen voor hen die mij goed gezind zijn?
j. Wees goed voor de vreemdeling in uw midden!
- Ben ik gastvrij voor de immigranten en vluchtelingen in mijn omgeving?
- Respecteer ik hun overtuiging?
- Ben ik racistisch in mijn woorden en daden?
- Beschouw ik de vreemdeling als mijn evenmens of als een tweederangsburger?
- Maak ik mij schuldig aan religieus fanatisme en minacht ik andere godsdiensten?
k. Wees barmhartig zoals uw Vader in de hemel barmhartig is!
- Hoe is m’n houding ten opzichte van “sukkelaars”, bedelaars, mensen die aan lager wal zijn geraakt, “miseriemensen?
Acht ik mij hoog verheven boven hen?
- Minacht ik hen en weiger ik elk contact? Veroordeel ik hen in m’n manier van spreken?
i. Doe nooit wat onkuisheid is!
- Heb ik me schuldig gemaakt aan perverse praktijken:
- homosexuele betrekkingen?
- kijken naar seksueel getint filmpjes op internet
- incest?
- pedofilie?
- perverse praktijken binnen het huwelijk?
- Heb ik m’n huwelijksleven anticonceptiva gebruikt, alhoewel de Kerk dit verbiedt?
- Heb ik mijn toevlucht genomen tot sterilisatie?
- Leef ik in concubinaat, dit wil zeggen, woon ik met een man/vrouw samen zonder kerkelijk gehuwd te zijn?
- Heb ik vóór het huwelijk sexuele betrekkingen gehad?
m. Vader en moeder zult gij eren!
- Heb ik m’n ouders steeds gehoorzaamd en geeerbiedigd?
- Heb ik hen oprecht bemind?
- Ben ik soms m’n eigen wegen gegaan, tegen hun wil in?
- Bezoek ik hen regelmatig wanneer ik het ouderlijk huis reeds verlaten heb?
- Heb ik hen bijgestaan in hun oude dag, materieel en moreel?
- Bid ik voldoende voor hun zielerust, wanneer zij reeds overleden zijn?
n. Geef geen ergernis!
- Heb ik mijn naaste ergernis gegeven door mijn slecht gedrag en voorbeeld?
- Heb ik bijgedragen tot het verspreiden van dwaalleren op religieus en moreel gebied, door bv. in te gaan tegen de officiële leer van de katholieke Kerk inzake geloof en zeden?
- Heb ik ooit een medemens ertoe aangezet kwaad te doen?
o. Heb ik mijn plichten van staat steeds vervuld?
- Heb ik steeds m’n beroepsplicht vervuld en gedaan wat van mij verwacht werd?
- Heb ik naar behoren zorg gedragen voor de mensen die aan mij waren toevertrouwd?
- Heb ik mijn ouderlijke plichten steeds volbracht?
* Heb ik mijn kinderen alles gegeven wat zij voor hun menselijke ontplooiing nodig hadden?
Vooral: heb ik hen veel liefde geschonken?
* Ben ik steeds vergevingsgezind en barmhartig geweest voor hen als zij misdeden?
* Heb ik alles gedaan wat in m’n mogelijkheden lag om hen terug op de goede weg te brengen, wanneer zij daar van afgedwaald waren?
* Heb ik al mijn kinderen gelijke kansen gegeven en geen één benadeeld ten opzichte van een ander?
* Heb ik de zwakke kinderen altijd met bijzondere zorg omringd?
* Heb ik mijn kinderen christelijk opgevoed?
* Heb ik hen leren bidden?
* Heb ik hen over God en de onzichtbare werkelijkheden gesproken?
* Heb ik hen steeds aangemaand hun christelijke plichten te volbrengen, o.a. de zondagsplicht?
* Heb ik hen gesproken over de christelijke waarden van liefde, trouw, vergevingsgezindheid, onderling hulpbetoon?
* Durfde ik hen zeggen dat ik niet met hen akkoord ging wanneer zij afweken van de Goddelijke wet?
* Heb ik m’n kinderen behoed voor verderfelijke invloeden:
- slechte kameraden
- slechte TV-programma’s en lectuur?
* Ben ik steeds bereid geweest mijn kinderen te ontvangen, in welke situatie zij ook verzeild geraakten?
* Heb ik steeds de deur van m’n huis voor hen geopend gehouden?
* Sta ik hen bij in hun morele en materiële noden wanneer zij mij om hulp vragen?
* Bid ik, offer ik genoeg voor hen, om alzo zorg te dragen voor hun eeuwig leven na dit leven?
* Help ik mijn kinderen moedig beproevingen te doorstaan, wetend dat lijden en kruis in elk leven onvermijdelijk zijn, ja, noodzakelijk om het eeuwig leven te verwerven?
p. Heb ik gezondigd door nalatigheid?
- Heb ik door plichtsverzuim mijn medemens schade toegebracht?
- Heb ik dingen verzwegen die ik had moeten zeggen om m’n naaste te helpen?
- Durf ik wantoestanden aanklagen of zwijg ik?
- Heb ik m’n naaste verdedigd als dat nodig was of heb ik laf gezwegen?
- Heb ik kansen laten voorbijgaan om goed te doen?
q. Bemin uw naaste als uzelf! Wat je niet wilt dat je gebeurt, doe dat ook niet aan een ander!
- Heb ik de werken van barmhartigheid beoefend wanneer de gelegenheid zich voordeed? Indachtig het woord van Jezus: “Wat gij aan de minste van de mijnen hebt gedaan, hebt gij aan Mij gedaan.”?
- de hongerigen spijzen
- de dorstigen laven
- de naakten kleden
- de zieken bezoeken
- de gevangenen bezoeken
- de doden begraven
- de zwervers opnemen (of onderdak bezorgen)
- Heb ik mijn medemens in nood geholpen door het geven van geld? Steun ik al eens financieel één of ander goed werk?
- Ben ik voldoende behulpzaam?
- Help ik steeds m’n bejaarde of gehandicapte medemens?
- help ik een gehandicapte of bejaarde bv. de straat over te steken of loop ik het hoekje om?
- heb ik oog en zorg voor bejaarden en gehandicapten in m’n onmiddellijke omgeving?.... door hen te bezoeken hun boodschappen te doen hen bij te staan in materiële en geestelijke noden... of doe ik alsof ze er niet zijn?
- Heb ik respect voor mijn bejaarde of gehandicapte evenmens?
- Wil ik gediend worden of ben ik bereid de anderen te dienen?
- Ben ik vriendelijk voor iedereen? Bekijk ik de ander slechts in functie van zijn lichamelijke schoonheid, zijn talenten, aanzien of rijkdom? Heb ik de neiging voor deze mensen vriendelijker te zijn?
- Maak ik tijd om naar anderen te luisteren? Of heb ik nooit tijd?
- Ben ik trouw in m’n afspraken en relaties met anderen?
- Ben ik eerlijk in woord en daad?
- Ben ik een vredebrenger waar conflicten heersen of een onruststoker die ruzies nog aanwakkert?
- Bid ik voor de overledenen die zich nog in het vagevuur bevinden, in het bijzonder voor al de mensen die ik gekend heb en voor mijn voorouders? Het gebed voor de overledenen is een zuivere daad van naastenliefde, zij zijn immers op ons gebed aangewezen om vlugger over te gaan van het vagevuur naar de hemel.
- Heb ik m’n medemens lichamelijk of geestelijk mishandeld?
- Heb ik mijn medemens op één of andere manier gechanteerd?
- Respecteer ik het bezit van mijn naaste of heb ik de goederen van mijn naaste vernield door:
- brandstichting
- bomaanslagen
- vandalisme...
- Wens ik mijn naaste heimelijk kwaad of ongeluk toe?
- Heb ik leedvermaak met m’n naaste als hij in moeilijkheden zit, door eigen fout of die van anderen?
- Maak ik mij schuldig aan machtsmisbruik?
- Speel ik de baas over m’n medemens?
- Maak ik me vlug kwaad?
- Ben ik opvliegend of agressief geweest in woord en daad?
- Ben ik onvriendelijk, humeurig en prikkelbaar jegens m’n naaste?
- Ben ik ongeduldig?
- Ben ik een zeurpiet, een lastpost voor m’n naaste?
- Wil ik in discussies altijd gelijk halen en verafgood ik m’n eigen mening?
- Dring ik m’n overtuiging op?
- Leg ik m’n religieuze of andere overtuigingen met geweld aan anderen op?
- Bemoei ik me voortdurend met de zaken van anderen?
- Leg ik een ongezonde nieuwsgierigheid aan de dag met betrekking tot het persoonlijke leven van mijn naaste?
- Heb ik een gegeven woord gebroken door dingen te zeggen die ik had moeten zwijgen?
- Heb ik meineed gepleegd?
- Ben ik onbeleefd jegens anderen?
8.3. Relatie tot mezelf
a. Doe nooit wat onkuisheid is!
- Heb ik me bezondigd aan zelfbevrediging?
b. Wees steeds kuis in uw gemoed!
- Laat ik m’n sexuele fantasieën de vrije loop of ga ik er energiek tegen in?
- Kijk ik naar slecht films of TV-programma’s?
- Lees ik pornografische literatuur?
- Doe ik mee met dubbelzinnige en aangebrande gesprekken?
c. Wees niet hoogmoedig!
- Acht ik mij beter dan anderen omwille van m’n sociale positie, beroepskennis, vaardigheden, talenten?
- Ben ik erop uit geëerd, geprezen te worden?
- Ben ik belust of ijdele glorie?
- Ben ik verwaand en opschepperig?
- Ben ik ijdel? Besteed ik overdreven veel zorg aan m’n lichaam en m’n uiterlijk?
- Ben ik ongehoorzaam en opstandig jegens hen die gezag over mij dragen?
- Wanneer ik goede werken verricht, doe ik het dan om op te vallen bij de mensen of handel ik in het verborgene?
- Wanneer ik eerlijk Gods geboden probeer te onderhouden en mij tracht te onthouden van elke zonde, bekruipt mij dan soms onwillekeurig het gevoel dat ik “beter ben” dan anderen, dat ik niet ben zoals zij?
Met andere woorden, ben ik op m’n hoede voor het gevaar van de geestelijke hoogmoed, waarbij ik mezelf verheven acht boven de anderen?
d. Lusteloosheid, droefgeestigheid, gulzigheid, verslaving
- Ben ik lui en lusteloos?
- Laat ik me gaan in m’n droefheid, koester ik m’n verdriet wanneer lijden me treft? Sluit ik me op in m’n verdriet?
- Ben ik gulzig geweest?
- Heb ik me schuldig gemaakt aan drankmisbruik of druggebruik?
8.4. Eerbied voor de schepping
- Heb ik eerbied voor Gods schepping?
- Heb ik me schuldig gemaakt aan dierenmishandeling?
- Draag ik door mijn gedrag bij aan de vervuiling en de verwoesting van de natuur?
- Maak ik me schuldig aan verspilling van voedsel, gebruiksgoederen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten