woensdag 8 september 2010

Was de Kerk bij de Hervorming in sterk verval?

De tucht wel, de leer niet. Dit verval is niet te verontschuldigen, maar wel verklaarbaar. De Kerk had veel goeds gedaan door de kerstening van onbeschaafde volken. De keerzijde was echter, dat zij nu in de politiek betrokken werd. De vorsten vertrouwden zózeer op de geestelijkheid, dat zij hun wereldlijke gebieden te besturen gaven. Goed bedoeld, werd zo het ambt van bisschop en abt van een klooster een begerenswaardige positie voor onwaardigen. Jongere zonen van adellijke heren wisten zich hiertoe bij de vorsten in te dringen. Het bestuur van bisdom en klooster in geestelijke zaken lieten dezen vaak aan ondergeschikten over, ontvingen dikwijls niet eens de bisschopswijding en lieten zich dan alleen met politieke zaken, zelfs oorlog, in.

Het slechte voorbeeld der hogere geestelijkheid werkte aanstekelijk op de lagere rangen. Ook daar had men eenzelfde verschijnsel, doordat rijke heren kerken lieten bouwen, waaraan zij rijke inkomsten verbonden, maar zich dan ook het benoemingsrecht der geestelijkheid voorbehielden. Toch moet men erkennen, dat aan de geestelijkheid niet zozeer zedeloosheid als wel onwetendheid ten laste gelegd kan worden.
De Kerk heeft aan heel deze toestand een einde gemaakt door op het Concilie van Trente de oprichting van priesterseminaries te gelasten. De toekomstige geestelijkheid wordt daar geoefend in deugd en wetenschap en onwaardigen worden afgewezen. Daardoor is de hervorming gebracht, n.l. van de tucht. De zg. Hervorming bracht echter een hervorming van de leer. Het verval der geestelijkheid was hiertoe aanleiding, men verwierp alle tussenkomst van mensen, om zich alleen te beroepen op Gods genade. De Hervorming was daardoor een misvorming.

Bron: http://www.stpiusx.be/protestantse-opwerpingen-tegen-de-katholieke-kerk (met toestemming overgenomen)

Geen opmerkingen: