zondag 8 augustus 2010

Bijbel over navolging van heiligen

Wij moeten de heiligen eren en navolgen

Matt. 18:
10 Ziet toe, dat gij niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg ulieden, dat hun engelen, in de hemelen, altijd zien het aangezicht Mijns Vaders, Die in de hemelen is.

Rom. 13;
7 Zo geeft dan een iegelijk, wat gij schuldig zijt; schatting, dien gij de schatting, tol, dien gij den tol, vreze, dien gij de vreze, eer, dien gij de eer schuldig zijt.

1 Kor. 4;
16 Zo vermaan ik u dan: zijt mijn navolgers.

1 Kor. 11:
1 Weest mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus.
De belangrijkste vorm van ‘verering’ van heiligen is dat we ze navolgen, zoals we ook Paulus moeten navolgen.

Fil. 2;
25 Maar ik heb nodig geacht tot u te zenden Epafrodítus, mijn broeder, en medearbeider en medestrijder, en uw afgezondene, en bedienaar mijner nooddruft; 26 Dewijl hij zeer begerig was naar u allen, en zeer beangst was, omdat gij gehoord hadt, dat hij krank was. 27 En hij is ook krank geweest tot nabij den dood; maar God heeft Zich zijner ontfermd; en niet alleen zijner, maar ook mijner, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben. 28 Zo heb ik dan hem te spoediger gezonden, opdat gij, hem ziende, wederom u zoudt verblijden, en ik te min zou droevig zijn. 29 Ontvangt hem dan in den Heere, met alle blijdschap, en houdt dezulken in waarde.

Fil. 3;
17 Weest mede mijn navolgers, broeders, en merkt op degenen, die alzo wandelen, gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt.

1 Tess. 1:
6 En gij zijt onze navolgers geworden, en des Heeren

2 Tess. 3;
7 Want gijzelven weet, hoe men ons behoort na te volgen; want wij hebben ons niet ongeregeld gedragen onder u;

Hebr. 3:
3 Want Deze is zoveel meerder heerlijkheid waardig geacht dan Mozes, als degene, die het huis gebouwd heeft, meerder eer heeft, dan het huis.
Christus komt veel meer eer toe dan Mozes, maar daarmee is nog niet gezegd dat Mozes geen bijzondere eer toekomt als heilige van het Oude Verbond.

Hebr. 6;
12 Opdat gij niet traag wordt, maar navolgers zijt dergenen, die door geloof en lankmoedigheid de beloftenissen beërven.

Hebr. 13;
7 Gedenkt uwer voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling.

Jak. 5:
10 Mijn broeders, neemt tot een voorbeeld des lijdens, en der lankmoedigheid de profeten, die in den Naam des Heeren gesproken hebben.

1 Pet. 2:
17 Eert een iegelijk; hebt de broederschap lief; vreest God; eert den koning.
Zo eert een Katholiek ook de heiligen die in de hemel zijn, bijvoorbeeld door een speciale feestdag, zoals wij ook een speciale dag vieren als een naast familielid jarig is.

Gen. 42:
6 Jozef nu was regent over dat land; hij verkocht aan al het volk des lands; en Jozefs broederen kwamen, en bogen zich voor hem, met de aangezichten ter aarde.
Jozefs broers bogen voor Jozef, maar deze verering is nog niet gelijk aan aanbidding die alleen God toekomt.

1 Sam. 28:
14 Hij dan zeide tot haar: Hoe is zijn gedaante? En zij zeide: Er komt een oud man op, en hij is met een mantel bekleed. Toen Saul vernam, dat het Samuël was, zo neigde hij zich met het aangezicht ter aarde, en hij boog zich.

2 Kron. 32;
33 En Jehizkía ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in het hoogste van de graven der zonen van David; daartoe deden gans Juda en de inwoners van Jeruzalem hem eer aan in zijn dood; en zijn zoon Manasse werd koning in zijn plaats.

2 Kon. 2:
15 Als nu de kinderen der profeten, die tegenover te Jericho waren, hem zagen, zo zeiden zij: De geest van Elía rust op Elísa; en zij kwamen hem tegemoet, en bogen zich voor hem neder ter aarde.

Dan. 2;
46 Toen viel de koning Nebukadnézar op zijn aangezicht, en aanbad Daniël; en hij zeide, dat men hem met spijsoffer en liefelijk reukwerk een drankoffer doen zou.

Dan. 8:
17 En hij kwam nevens waar ik stond; en als hij kwam, verschrikte ik, en viel op mijn aangezicht. Toen zeide hij tot mij: Versta, gij mensenkind! want dit gezicht zal zijn tot den tijd van het einde.

Geen opmerkingen: