Absoluut goed is God alleen. Al het andere is slechts betrekkelijk goed, d.w.z. Niet zonder gebreken, maar beantwoordend aan zijn doel. Zo kon God ook de wereld, met inbegrip van de mensen, zeer goed noemen, als beantwoordend aan zijn scheppingsplannen.
Ook met de geneigdheid tot het kwaad gelijkt de mens op God, nl. door datgene waarin hij van alle schepselen onderscheiden is, en waarin deze dus niet op God gelijken, zijn ziel. Zonder de erfzonde gelijkt hij nog meer op God, door, in navolging van de H. Drieëenheid, God te kennen en lief te hebben.
Bron: http://www.stpiusx.be/protestantse-opwerpingen-tegen-de-katholieke-kerk (met toestemming overgenomen)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten