donderdag 5 augustus 2010

Kan de Kerk niet uitwendig verdeeld zijn, en tegelijk inwendig door één geloof met Christus verbonden?

Door het Kerkelijk leergezag bezit de Katholieke Kerk over de gehele aarde één en dezelfde leer, door het vrij onderzoek is het protestantisme overal hopeloos verdeeld. Men vindt dat zelf zeer aangenaam, maar wil dat verdoezelen. Men zegt: Christus wilde wel uitwendige eenheid, maar door de verduistering van het menselijk verstand, ten gevolge van de erfzonde, is dat niet mogelijk. De volledige waarheid bezit daardoor geen dezer kerken, maar wel de ene meer dan de andere. Dr. Abr. Kuijper, de stichter der Doleantie, ging zelfs nog verder. Hij vergeleek de geopenbaarde waarheden bij het zonnelicht, dat door een prisma in verschillende kleuren gesplitst wordt. Deze verschillend gekleurde zonnestralen maken in de zon maar één licht uit. Zo is de waarheid in God ook één, maar zien de mensen die van verschillende, maar ware zijden. Hij noemde dit pluriformiteit, d.w.z. veelvormigheid, der waarheid.

Het is waar, dat de mens, doordat zijn verstand door de erfzonde verduisterd is, uit zichzelf niet licht tot goede gedachten komt over God en goede zeden. De grootste dwalingen waartoe zelfs de grootste geleerden vóór het Christendom kwamen, tonen dit maar al te duidelijk aan. Aan een dergelijk verstand nu is de Openbaring voorgelegd, die vele dingen over God bevat, die het menselijk verstand, omdat het over strikt goddelijke zaken gaat, ook zonder de erfzonde niet had kunnen achterhalen, bijv. de H. Drieëenheid. God moet derhalve te hulp komen. Hij zou ieder kunnen voorlichten. Hij kan het echter ook doen door enkelen bij te staan, die het de anderen voorhouden. Uit de grote verdeeldheid die er heerst onder degenen die menen, dat zij allen worden voorgelicht, blijkt dat God niet allen, maar slechts enkelen voorlicht. Het blijkt ook uit de H. Schrift zelf en de overtuiging van alle Christenen vóór de Hervorming.

De pluriformiteit der waarheid is bovendien ook nog in strijd met het gezonde verstand.. Het is waar, dat het niet meevalt nuchter, alleen met het verstand, te denken, aangezien het gevoel zo gemakkelijk meespreekt, bevorderd door eigen karakter, volksaard, opvoeding e.d. Maar daarom is al die kennis der mensen nog niet waar! Onze kennis van een zaak is waar, wanneer zij de zaak dekt. Doet zij dat niet, dan is zij niet waar. Wanneer nu de een juist het tegenovergestelde van een zaak denkt als de ander, kan dat niet allebei waar zijn. Volstrekt niet alle protestanten zijn Calvinist, zoals de meesten in ons vaderland. In de andere landen van Europa zijn de meeste protestanten Lutheraan. Hoe geheel anders denken deze over bijv. het Avondmaal. Volgens de Calvinisten is Christus daar niet werkelijk tegenwoordig, maar gaat van Hem een kracht uit vanuit de hemel; volgens de Lutheranen is Christus werkelijk tegenwoordig, tezamen met het brood, dat brood blijft, maar alleen op het ogenblik der nuttiging. Hoe kunnen hier ja en nee elkander dekken? Of is de leer der Lutheranen niet waar? Dan verkeren de meeste protestanten van Europa in een gewichtig punt in dwaling.

De eerste protestanten maakten dit onderscheid niet. Zij kenden maar één ware kerk, die ook inwendig één is. Zie bijv. de eigen Nederlandse Geloofsbelijdenis der protestanten, art. XXIX, opgesteld door Guido de Brès en Datheen. Nu men echter met een allergrootste verdeeldheid zit, wil men ze door dit onderscheid verdoezelen. Echter lijnrecht in strijd met de H. Schrift, waarop men zich anders steeds beroept.
Christus maakte geen onderscheid. Bij Joh. 10:16 zei Hij: "Ik heb nog andere schapen, die van deze stal niet zijn; deze moet ik ook toebrengen; en zij zullen mijne stem horen, en het zal worden één kudde en één herder." Aan het Laatste Avondmaal zei Hij zelfs: "Opdat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in mij, en ik in U, dat ook zij in ons één zijn, opdat de wereld gelove dat Gij mij gezonden hebt. En ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij mij gegeven hebt, opdat zij één zijn gelijk als wij één zijn: ik in hen, en Gij in mij; opdat zij volmaakt zijn in één" (Joh. 17:21-23). Sterker kon het niet gezegd worden: Volmaakt één moeten de Christenen zijn, zoals de H. Drieëenheid. Dat is zelfs een bewijs voor Christus' zending. Alleen de Katholieke Kerk bezit, door een onfeilbaar leergezag, deze eenheid, en is dus de enig ware Kerk.

Dr. Abr. Kuijper moest dan ook in "De Heraut" van 14 juli 1907 bekennen: "En toen is de Christus verschenen om door de stichting zijner éne Kerk, die zo nodige eenheid voor ons menselijk geslacht, temidden der nationale gedeeldheid, tot zichtbare uitdrukking te brengen. Prijs verdient het wel, dat de bisschoppen van Rome er steeds naar gestreefd hebben om de nationalisering der Kerk te voorkomen en de bezieling van een Kerk, die, als wereldkerk, een geestelijke eenheid aan alle natiën zou waarborgen, te handhaven..... Gelukt is dit niet, want slechts het kleiner deel der Christenheid bleef in Rome's eenheid over.....

Dit denkbeeld nu, dat de Kerk niet anders dan één en éénvormig kàn zijn, sprak in de 17e eeuw voor alwie Rooms bleef, zó vanzelf, dat noch de Roomse geestelijkheid, noch de Roomse overheid ertoe komen kon, om zich het optreden van een tweede kerk naast de bestaande, ook maar mogelijk te denken..... Op dit standpunt..... Plaatsten zich aanvankelijk ook Luther, Zwingli, Calvijn..... Guido de Brès en Datheen. Kerk naast Kerk leek een onding. Een Kerk was vals of waar..... Die overtuiging steunde op alwat in het Nieuwe Testament over het één-zijn der Kerk op zo roerende wijze voorkomt." Een groot volgeling van hem, Prof. Bavinck, getuigt in zijn Gereformeerde Dogmatiek, dl. 1, pag. 396, over het vrij onderzoek: Ze brengt zeer zeker haar ernstige gevaren mede. Het protestantisme is er hopeloos door verdeeld. Het individualisme heeft zich ten koste van het gemeenschapsgevoel ontwikkeld. Het vrije lezen en onderzoeken der H. Schrift is en wordt door allerlei partijen en richtingen op de schromelijkste wijze misbruikt." Kuijper en Bavinck hebben goed gezien, want in hun kerk "De Gereformeerde Kerken", dreigt een nieuwe scheuring! Zij kenden meer eenheid dan de Nederlands Hervormden, doordat zij, door het grote gezag der Synode, langs een achterdeurtje het leergezag weer enigszins binnenhaalden. Maar dar dreigt zich nu te wreken. Zij kenden reeds de kwestie Geelkerken over het spreken der slang in het Paradijs, die een scheuring ten gevolge had. Nu hebben zij de kwestie Schilder over de Wedergeboorte, welke een veel grotere omvang dreigt aan te nemen. Hoe geheel anders is dat dan de houding der Nederlandse katholieken, die tijdens de bezetting allen achter hun bisschoppen stonden!

• H. Augustinus in "De fide et symbolo", 10, 21: "Wij geloven ook in een heilige Kerk, natuurlijk de Katholieke. Want de ketters en scheurmakers noemen hun verenigingen ook kerken. Maar de ketters verminken het geloof zelf door een vals oordeel te hebben over God; de scheurmakers van hun kant scheiden zich door hun zondige scheuringen van de broederlijke liefde af, ofschoon zij hetzelfde geloven als wij. Derhalve behoren noch de ketters tot de katholieke Kerk, daar deze God liefheeft, noch de scheurmakers, daar zij de naaste liefheeft." In brief 141, 5: "Alwie derhalve van die katholieke Kerk gescheiden is, hij moge menen nog zo prijzenswaardig te leven, alleen door deze misdaad, dat hij van de eenheid van Christus gescheiden is, zal hij het leven niet hebben; maar de toorn Gods blijft op hem."

Bron: http://www.stpiusx.be/protestantse-opwerpingen-tegen-de-katholieke-kerk (met toestemming overgenomen)

Geen opmerkingen: