zondag 27 januari 2013

Protestantse verdediging van het gezin is zwak

De Katholieke natuurwet traditie was een van de eerste zaken in het katholieke geloof die mij zeer aansprak. Ik vertaalde een artikel van Budziszewski over het doel van de seksualiteit. Onderstaand een samenvatting van een boeiend artikel van David Anders, waarin hij aantoont dat de Protestantse verdediging van het gezin in het debat rond acceptatie van homo-huwelijken zwak is, doordat ze de natuurwet traditie niet kennen. De meeste (orthodoxe) protestanten zijn tegen de invoering van het homo-huwelijk, ze zien het huwelijk als een instelling van God die beschermd moet worden. Katholieken zijn het hiermee eens, maar ze kiezen een heel andere benadering om hun stelling te onderbouwen. Er zijn grofweg twee benaderingswijzen:

1. Onze rechten komen spontaan voort uit de menselijke natuur en zijn door het verstand te kennen, en moeten door de staat erkend worden.
2. Rechten zijn in wezen privileges gegeven door een gevolmachtigde hoogste wetgevende macht.

Het eerste concept komt voort uit de klassieke leer van Aristoteles en Thomas van Aquino, de zogenaamde natuurwet, die voortkomt uit de rede. Het tweede concept vinden we o.a. bij moderne filosofen zoals Thomas Hobbes, waarbij de overheid er niet zozeer is om de natuurwet te verdedigen en beschermen, maar de overheid is een soort almachtige autoriteit aan wie wij het recht afstaan om geschillen te beslechten en om wetten te maken die ons beschermen tegen de ongebreidelde en agressieve daden van onze naaste.

Ironisch genoeg wordt deze tweede benadering, zij het onbewust, ook omarmd door veel protestanten. Ze gaan er ook vanuit dat de wet iets is dat komt van een almachtige wetgevende autoriteit, in dit geval God en de Heilige Schrift. Op deze redenering gebaseerd is de argumentatie voor het traditionele huwelijk net zo sterk als de argumentatie voor de goddelijke openbaring. En helaas geven traditionele protestanten geen onderbouwing voor deze goddelijke openbaring. Sterker nog, ze ontkennen dat een dergelijke onderbouwing gewenst of mogelijk is. Zoals o.a. blijkt uit dit citaat van Calvijn:

Dit moet dus onveranderlijk vastgesteld blijven, dat zij, die door de Heilige Geest innerlijk onderwezen zijn, volkomen rust vinden bij de Schrift, en dat deze haar geloofwaardigheid in zichzelf heeft, en niet onderworpen mag worden aan bewijsvoering en redenering, en dat ze niettemin de zekerheid, die ze bij ons verdiend hebben, door het getuigenis des Geestes verkrijgt… Door diens kracht dus verlicht, geloven wij niet meer op grond van ons eigen of anderer oordeel, dat de Schrift van God is; maar boven het menselijk oordeel uit stellen wij als zekerder dan zeker vast (even alsof wij daar de Godheid van God zelf aanschouwden), dat zij door de dienst van mensen, van Gods eigen mond zelf tot ons gekomen is. Geen bewijzen, geen waarschijnlijkheden zoeken wij, waarop ons oordeel zou kunnen berusten; maar wij onderwerpen ons oordeel en inzicht als aan een zaak, die gelegen is buiten de onzekere kans, welke een beoordeling biedt.“ (Calvijn, Institutie, I.7.5).

Luther maakt het nog bonter, hij voert een ware kruistocht tegen het verstand: “Maar aangezien Hij de ene en ware God is, die onbegrijpelijk en ontoegankelijk is voor de menselijke rede, is het goed, ja zelfs noodzakelijk, dat Zijn gerechtigheid onbegrijpelijk is” (Luther, over de gebondenheid van de wil).

De protestanten spelen hierdoor hun tegenstanders in de kaart, omdat ze volgens eigen zeggen geen rationele onderbouwing hebben. Maar ze verwijzen naar een niet verifieerbare innerlijke religieuze ervaring om hun geloof in een goddelijk geïnspireerd boek te verdedigen. Dat is een heel zwakke basis in een pluralistische en seculiere cultuur.

……

De voorstanders van het homohuwelijk hebben een radicale en gevaarlijke visie op vrijheid en recht. In hun visie vereist vrijheid dat de staat de menselijke relaties definieert. Het is dus niet een kwestie van ontdekken, door de rede, van welke relaties voortkomen uit de menselijke natuur, relaties die dus beschermd moeten worden vanwege hun inherente integriteit en waardigheid. Op die manier heb ik dus het recht op andermans kinderen (dat is wat er op het spel staat in het debat over adoptie), want ik wil hen en de staat geeft ze aan mij.

Wanneer de staat het huwelijk en het gezin kan herdefiniëren om zodoende een ‘recht’ te creëren (namelijk op de kinderen van iemand anders), dan komt het ‘recht’ op een huwelijk en kinderen dus niet voort uit een natuurlijk proces van menselijke generaties en seksualiteit, maar komt voort uit een besluit van de staat.

De Katholieke tegenstanders van het homohuwelijk geloven dus dat het homohuwelijk uiteindelijk de bescherming van alle natuurlijke rechten bedreigt, door een radicale omkering van onze rechtsfilosofie.

…..

Protestanten en Katholieken zijn het eens over de gevaren van het debat rond het homohuwelijk. Beide zien ze onder ogen dat dit een grote bedreiging vormt voor de godsdienstvrijheid, en de integriteit van het gezin. Protestanten zien echter de gevaren van hun eigen publieke stellingen. De seculiere repliek richting deze verdedigers van het traditionele huwelijk is dat hun positie gebaseerd is op vooroordelen, gewoontes, en een beroep doet op oude heilige boeken. Helaas is deze reactie geheel terecht waar het de protestanten betreft die strikt vasthouden aan het Sola Scriptura. Bovendien hebben de traditionele protestantse apologeten geen met redenen omkleed antwoord op deze beschuldiging, ze kunnen hoogstens evangeliseren.

De Katholieke filosofie wordt niet geraakt door deze beschuldiging. Katholieken geloven zeker ook in goddelijke openbaring, maar ze beperken het morele debat niet tot deze goddelijke openbaring. Maar ze stellen daarentegen dat zowel de rede als ook de openbaring de normatieve status van het traditionele huwelijk bevestigd. Daarom vraag ik allen die zich bezighouden met dit debat om de wijsheid van het klassieke christendom te heroverwegen. Je weet in je hart dat er een door de rede onderbouwde reactie is op het secularisme.

….