woensdag 31 december 2014

Tweede gedeelte – Over de genade en de genademiddelen

Jesus heeft gezegd:
‘Ik ben het Leven’ Joh. 14, 6

‘Blijft in Mij en Ik blijf in u. Zoals de rank uit zichzelf geen vrucht kan dragen, maar alleen wanneer ze aan de wijnstok blijft, zo kunt ook gij et niet, wanneer gij niet blijft in Mij.’ Joh. 15, 4.

Zes en twintigste les
De genade

Vraag 205: Wat noemen wij genade?
Genade noemen wij de bovennatuurlijke gaven, die ons worden gegeven om onze zaligheid te bereiken.

Vraag 206: Van wie ontvangen wij de genade?
Wij ontvangen de genade van Jesus Christus, die ze voor ons heeft verdiend.

Vraag 207: Hoe onderscheiden wij de genade?
Wij onderscheiden de genade in de heiligmakende genade en de genade van bijstand.

Vraag 208: Wat is de heiligmakende genade?
De heiligmakende genade is de bovennatuurlijke blijvende gave van God in onze ziel, waardoor wij in Christus deelhebben aan het goddelijk leven.

'De genadegave van God is het eeuwige leven in Christus Jesus, onze Heer'. Rom. 6, 23.

Vraag 209: Wat schenkt ons de heiligmakende genade?
De heiligmakende genade zuivert ons van de zonde, geeft aan de ziel het bovennatuurlijk leven en doet de H. Drieëeenheid in ons wonen.


Vraag 210: Wat zijn we door de heiligmakende genade?
Door de heiligmakende genade zijn wij kinderen van God en erfgenamen van de hemel.

Vraag 211:
Wanneer ontvangen wij de heiligmakende genade voor het eerst?
Wij ontvangen de heiligmakende genade voor het eerst door het H. Doopsel.

Vraag 212: Waardoor verliezen wij de heiligmakende genade?
Wij verliezen de heiligmakende genade door de doodzonde.

Vraag 213: Hoe kunnen wij de heiligmakende genade terugkrijgen?
Wij kunnen de heiligmakende genade terugkrijgen door het H. Sacrament der Biecht en door een volmaakt berouw.

Vraag 214: Wanneer wordt de heiligmakende genade vermeerderd?
De heiligmakende genade wordt vermeerderd, als wij in staat van genade het H. Misoffer bijwonen, de Sacramenten ontvangen, of een goed werk ter ere Gods doen.

Vraag 215: Wanneer zijn wij in staat van genade?
Wij zijn in staat van genade, als wij zuiver zijn van doodzonde.

Vraag 216: Wat is de genade van bijstand?
De genade van bijstand is een bovennatuurlijke hulp, waardoor God ons verstand verlicht en onze wil beweegt en versterkt om het kwade te laten en het goede te doen.

Vraag 217: Geeft God genade aan alle mensen?
God geeft aan alle mensen minstens zoveel genade, dat zij in de hemel kunnen komen.

'God wil dat álle mensen zalig worden en tot de kennis der waarheid geraken'. 1 Tim. 2, 4.

Vraag 218: Is de genade alleen voldoende om in de hemel te komen?
Om in de hemel te komen is de genade alleen niet voldoende, maar wij moeten ook met de genade meewerken.

'Als Gods medewerkers vermanen wij u Zijn genade niet vruchteloos te ontvangen'. 2 Kor. 6, 1.

'Beijvert u zoveel mogelijk, broeders, om uw roeping en uitverkiezing te bevestigen'. 2 Petr. 1, 10.

Zeven en twintigste les
De sacramenten

Vraag 219: Wat zijn Sacramenten?
Sacramenten zijn heilige handelingen en woorden, door Jesus Christus ingesteld, om de genade te geven, die zij aanduiden.

Vraag 220: Hoeveel Sacramenten heeft Jesus ingesteld?
Jesus heeft zeven Sacramenten ingesteld, het Doopsel, het Vormsel, de H. Eucharistie, de Biecht, het H. Oliesel, het Priesterschap en het Huwelijk.

Vraag 221: Welke Sacramenten geven een eeuwigdurend merkteken?
Het Doopsel, het Vormsel en het Priesterschap geven aan ons een eeuwigdurend merkteken en kunnen daarom maar eens ontvangen worden.

Vraag 222: Wat gebeurt er door het merkteken?
Door het merkteken worden wij op een bijzondere wijze voor eeuwig verbonden met Christus, onze Hogepriester.

Vraag 223: Welke genade geven ons de Sacramenten?
Alle Sacramenten geven ons de heiligmakende genade of vermeerdering daarvan; en elk Sacrament geeft ons bovendien genade van bijstand, die voor elk Sacrament verschillend is.

Vraag 224: Krijgen alle mensen, die de Sacramenten ontvangen, genade?
Alle mensen, die de Sacramenten geldig ontvangen, krijgen genade, behalve wanneer zij ze onwaardig ontvangen.

Vraag 225: Welke Sacramenten mogen wij ontvangen in staat van doodzonde?
Alleen het Doopsel en de Biecht mogen wij ontvangen in staat van doodzonde

Vraag 226: Welke zonde doet hij, die een Sacrament onwaardig ontvangt?
Hij, die een Sacrament onwaardig ontvangt, doet een grote zonde van heiligschennis.

Vraag 227: Verliezen de Sacramenten hun kracht door de onwaardigheid van hem, die een Sacrament toedient?
De Sacramenten verliezen hun kracht niet door de onwaardigheid van hem, die een Sacrament toedient; want door de instelling van Christus ligt de kracht in het Sacrament zelf.

Acht en twintigste les
Het H. Doopsel

Vraag 228: Welk is het eerste en noodzakelijkste Sacrament?
Het eerste en noodzakelijkste Sacrament is het heilig Doopsel.

Vraag 229: Waarom is het H. Doopsel het eerste Sacrament?
Het H. Doopsel is het eerste Sacrament, omdat wij voor het H. Doopsel geen ander Sacrament geldig kunnen ontvangen.

Vraag 230: Waarom is het H. Doopsel het noodzakelijkste Sacrament?
Het H. Doopsel is het noodzakelijkste Sacrament, omdat door het H. Doopsel de erfzonde wordt vergeven en het recht op de hemel wordt geschonken.

'Zo iemand niet herboren wordt uit water en Geest, kan hij niet ingaan in het koninkrijk Gods'. Joh. 3, 5.

Vraag 231: Wat is het H. Doopsel?
Het H. Doopsel is het Sacrament, waardoor wij herboren worden tot het bovennatuurlijk leven en lid worden van de H. Kerk.

Vraag 232: Wie dient het H. Doopsel toe?
De priester dient het H. Doopsel toe; maar in tijd van nood mag en moet iedereen dopen.

Vraag 233: Waarmee moeten wij dopen?
Wij moeten dopen met gewoon water.

Vraag 234: Hoe moeten wij dopen?
Wij moeten water gieten over het hoofd van de dopeling, of, als dit onmogelijk is, over een ander deel van het lichaam, en tegelijkertijd moeten wijzelf de woorden zeggen, 'Ik doop u in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest'.

Vraag 235: Waarvan zuivert ons het H. Doopsel?
Het H. Doopsel zuivert ons van de erfzonde, van alle andere zonden en alle zondestraffen.

'Overeenkomstig zijn barmhartigheid heeft God ons gered door het bad van wedergeboorte en vernieuwing in de Heilige Geest, die Hij overvloedig over ons heeft uitgestort door Jesus Christus, onze Zaligmaker'. Tit. 3, 5-6.

Vraag 236: Wat krijgen wij in het H. Doopsel?
In het H. Doopsel krijgen wij:
1. een eeuwigdurend merkteken en de heiligmakende genade, die ons maken tot christen, tot kind van God en tot lid van de H. Kerk;
2. genade van bijstand, om een christelijk leven te leiden.

Vraag 237: Wat beloven wij bij het H. Doopsel?
Bij het H. Doopsel beloven wij:
1. dat wij zullen leven overeenkomstig het Katholiek Geloof;
2. dat wij niet naar de duivel zullen luisteren.

'Wij zijn met Christus door het Doopsel begraven tot de gemeenschap met Zijn dood, opdat, gelijk Christus door de glorie van de Vader uit de doden is opgewekt, zo ook wij een nieuw leven zouden leiden'. Rom. 6, 4.

Vraag 238: Hoe hebben wij de doopbeloften afgelegd?
Wij hebben de doopbeloften afgelegd door peter en meter.

Vraag 239: Waarvoor moeten de ouders, en peter en meter zorgen?
De ouders, en peter en meter moeten zorgen, dat het kind in de katholieke godsdienst wordt opgevoed en zich christelijk gedraagt.

Vraag 240: Kan de erfzonde soms zonder het H. Sacrament van het Doopsel vergeven worden?
De erfzonde kan soms zonder het H. Sacrament van het Doopsel vergeven worden en wel door het Doopsel van begeerte of door het Doopsel des bloeds, maar alleen wanneer men het H. Sacrament van het Doopsel niet kan ontvangen.

Vraag 241: Waarin bestaat het Doopsel van begeerte?
Het Doopsel van begeerte bestaat in een volmaakte liefde tot God, omdat daarin het verlangen naar het H. Doopsel vanzelf ligt opgesloten.

Vraag 242: Waarin bestaat het Doopsel des bloeds?
Het Doopsel des bloeds bestaat hierin, dat iemand, die niet gedoopt is, de marteldood voor Christus sterft.

Negen en twintigste les
Het H. Vormsel

Vraag 243: Wat is het H. Vormsel?
Het H. Vormsel is het Sacrament, waardoor de Heilige Geest op bijzondere wijze in ons komt, om ons te versterken in het geloof.

'Ze waren alleen maar gedoopt. Nu legden de Apostelen hun de handen op en ze ontvingen de Heilige Geest'. Hand. 8, 16-17.

Vraag 244: Wie dient het H. Vormsel toe?
De Bisschop dient het H. Vormsel toe, maar in stervensgevaar doet dat de pastoor in zijn parochie.

Vraag 245: Is het H. Vormsel nodig om in de hemel te komen?
Het H. Vormsel is niet volstrekt nodig om in de hemel te komen, maar wie het niet ontvangt, mist een zeer grote genade.

Vraag 246: Wat krijgen wij in het H. Vormsel?
In het H. Vormsel krijgen wij:
1. het eeuwigdurend merkteken en vermeerdering van heiligmakende genade, die ons maken tot volwassen christenen;
2. de Heilige Geest, die ons op bijzondere wijze zalft met zijn zeven gaven;
3. genade van bijstand om in ons leven standvastig voor Christus te getuigen.

Vraag 247: Hoe moeten wij in ons leven voor Christus getuigen?
Wij moeten in ons leven voor Christus getuigen:
1. door een echt christelijk leven, ook in het openbaar;
2. door het apostolaat te beoefenen; 3. door, als dit nodig is, voor Hem te strijden en zelfs het martelaarschap te ondergaan.

Vraag 248: Wat wordt er vereist, om het H. Vormsel waardig te ontvangen?
Om het H. Vormsel waardig te ontvangen, wordt vereist, dat wij in staat van genade zijn.

Vraag 249: Waarom worden ons bij het H. Doopsel en het H. Vormsel namen van heiligen gegeven?
Bij het H. Doopsel en bij het H. Vormsel worden ons namen van heiligen gegeven, om ons onder hun bescherming te stellen en ons op te wekken hun deugden na te volgen.

De Bisschop dient het H. Vormsel toe als volgt:
Hij smeekt over alle vormelingen de Heilige Geest af; daarna legt hij aan ieder van hen de hand op, zalft hem het voorhoofd met chrisma, terwijl hij zegt, 'Ik teken u met het teken van het Kruis, en sterk u met het chrisma van het heil in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen'.

Dertigste les
De H. Eucharistie

Vraag 250: Wat is de H. Eucharistie?
De H. Eucharistie is het Offer en het Sacrament, waarin Jesus Christus Zelf, onder de gedaanten van brood en wijn Zich offert, genuttigd wordt en tegenwoordig blijft.

Vraag 251: Wanneer heeft Jesus de H. Eucharistie ingesteld?
Jesus heeft de H. Eucharistie ingesteld op de avond voor Zijn lijden, bij het laatste Avondmaal. Witte Donderdag.

Vraag 252: Welke woorden sprak Jesus over het brood?
Jesus sprak over het brood, 'Neemt en eet. Dit is Mijn Lichaam, dat voor u wordt overgeleverd'.

Vraag 253: Welke woorden sprak Jesus over de kelk met wijn?
Jesus sprak over de kelk met wijn, 'Drinkt allen hieruit. Dit is Mijn Bloed, dat vergoten wordt voor de vergeving der zonden'.

Vraag 254: Met welke woorden gaf Jesus aan Zijn Apostelen de macht de H. Eucharistie te vieren?
Jesus gaf aan Zijn Apostelen die macht door de woorden, 'Doet dit tot Mijn gedachtenis'.

Vraag 255: Wat gebeurde er door de woorden van Jesus: 'Dit is Mijn Lichaam dit is Mijn Bloed'?
Door de woorden van Jesus, 'Dit is Mijn Lichaam dit is Mijn Bloed' werden brood en wijn veranderd in Zijn H. Lichaam en Bloed, en droeg Jesus op onbloedige wijze Zijn Kruisoffer op.

Vraag 256: Met welk doel heeft Jesus de H. Eucharistie ingesteld?
Jesus heeft de H. Eucharistie ingesteld:
1. om Zich in het H. Misoffer voortdurend voor ons op te offeren en ons te herinneren aan zijn H. Lijden;
2. om in de H. Communie het voedsel voor het bovennatuurlijk leven van onze ziel te zijn;
3. om altijd onder ons tegenwoordig te zijn.

'Zo dikwijls gij dit Brood eet en de kelk drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij wederkomt'. 1 Kor. 11, 26.

Een en dertigste les
De H. Eucharistie als offer: het H. Misoffer

Vraag 257: Wat is het H. Misoffer?
Het H. Misoffer is hetzelfde offer als het Kruisoffer van Christus, maar op onbloedige wijze opgedragen door middel van de priester.

'Van de opgang der zon tot aan haar ondergang is Mijn Naam groot onder de volkeren en op iedere plaats wordt aan Mijn Naam een reine offerande gebracht'. Mal. 1, 11.

Vraag 258: Waarom is het H. Misoffer hetzelfde als het Kruisoffer?
Het H. Misoffer is hetzelfde Offer als het Kruisoffer, omdat Offeraar en Offergave in beide dezelfde zijn.

Vraag 259: Wanneer draagt Christus Zichzelf op in het H. Misoffer?
Christus draagt Zichzelf op in het H. Misoffer op het ogenblik van de consecratie.

Vraag 260: Wat is er op het altaar vóór de consecratie?
Voor de consecratie is er op het altaar brood en wijn

Vraag 261: Wat is er op het altaar na de consecratie?
Na de consecratie is er op het altaar het Lichaam en Bloed van Christus, Christus Zelf.

Vraag 262: Blijft er na de consecratie nog brood of wijn over?
Na de consecratie blijft er geen brood of wijn over, maar alleen de gedaanten van brood en wijn.

Vraag 263: Wat verstaan wij door de gedaanten van brood en wijn?
Door de gedaanten van brood en wijn verstaan wij de kleur, de geur, de smaak en alles, wat onze zintuigen waarnemen van brood en wijn.

Vraag 264: Is Christus onder elke gedaante geheel tegenwoordig?
Onder de gedaante van brood en ook onder de gedaante van wijn is Christus geheel tegenwoordig.

Vraag 265: Als de priester de H. Hostie breekt, wordt dan ook Christus Zelf verdeeld?
Als de priester de H. Hostie breekt, wordt niet Christus Zelf verdeeld, maar alleen de gedaante van brood; Christus blijft onder ieder deel geheel tegenwoordig.

Vraag 266: Met welk doel wordt het H. Misoffer opgedragen?
Het H. Misoffer wordt opgedragen:
1. om God te aanbidden;
2. om Hem voor de ontvangen weldaden te danken;
3. om voor onze zonden en zondestraffen voldoening te geven;
4. om nieuwe genade en weldaden af te smeken.

Twee en dertigste les
De plechtigheden van het H. Misoffer

Vraag 267: Hoe wordt het H. Misoffer ingedeeld?
Het H. Misoffer wordt ingedeeld in de Voormis en de Offermis.

Vraag 268: Wat behoren wij te doen tijdens de Voormis?
Tijdens de Voormis bereiden wij ons voor op het Offer door gebed en het luisteren naar Gods Woord.

Vraag 269: Welke zijn de drie voorname delen van de Offermis?
De drie voorname delen van de Offermis zijn, de offerande van brood en wijn, de consecratie en de nuttiging.

Vraag 270: Wat gebeurt er bij de offerande?
Bij de offerande worden het brood en de wijn aan God aangeboden en toegewijd, omdat zij weldra zullen veranderd worden in het H. Lichaam en Bloed van Christus.

Vraag 271: Wat behoren wij te doen bij de offerande?
Bij de offerande bieden wij ons zelf aan God aan met al onze voornemens en werken.

Vraag 272: Welk is het voornaamste deel van het H. Misoffer?
Het voornaamste deel van het H. Misoffer is de consecratie, want door de consecratie worden brood en wijn veranderd in het Lichaam en Bloed van Christus en wordt het Kruisoffer op onbloedige wijze opgedragen.

Vraag 273: Wat behoren wij te doen bij de consecratie?
Bij de consecratie dragen wij met Christus ons zelf op aan God de Vader.

Vraag 274: Wat gebeurt er bij de nuttiging?
Bij de nuttiging ontvangen de priester en de gelovigen het H. Lichaam en Bloed van Christus als offerspijze.

'Is de kelk der zegening, die wij zegenen, geen deelgenootschap aan het Bloed van Christus; is het brood dat wij breken geen deelgenootschap aan het Lichaam van Christus?' 1 Kor. 10, 16.

Vraag 275:
Voor wie draagt de priester het H. Misoffer op?
De priester draagt het H. Misoffer op voor de levende en overledene gelovigen en voor het heil van de gehele wereld.

Vraag 276:
Wie delen vooral in de vruchten van het H. Misoffer?
In de vruchten van het H. Misoffer delen vooral:
1. zij, die aan het H. Misoffer deelnemen;
2. zij, die daarbij de H. Communie ontvangen;
3. zij, voor wie de priester een intentie heeft gemaakt.

Drie en dertigste les
De H. Eucharistie als sacrament: het H. Sacrament des altaars

Vraag 277: Hoe noemen wij de H. Eucharistie als Sacrament?
Wij noemen de H. Eucharistie als Sacrament, het H. Sacrament des Altaars.

Vraag 278: Wanneer ontvangen wij de H. Eucharistie als Sacrament?
Wij ontvangen de H. Eucharistie als Sacrament als wij te communie gaan.

Vraag 279: Wat ontvangen wij in de H. Communie?
In de H. Communie ontvangen wij het Lichaam en Bloed van Christus als voedsel voor het bovennatuurlijk leven van onze ziel.

Vraag 280: Welke genade geeft ons de H. Communie?
1. De H. Communie verenigt ons inniger met Christus en door Hem met elkaar;
2. zij vermeerdert in ons de heiligmakende genade;
3. zij zuivert ons van de dagelijkse zonde en behoedt ons voor de doodzonde.

'Wie Mijn Vlees eet en Mijn Bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem'. Joh. 6, 56.

'Omdat het één Brood is, daarom zijn wij, hoe talrijk ook, één lichaam, want allen hebben wij deel aan het ene Brood'. 1 Kor. 10, 17.

Vraag 281: Wat werkt de H. Communie nog meer uit in onze ziel?
1. De H. Communie verzwakt onze boze neigingen en geeft ons lust en kracht tot het goede;
2. zij is het onderpand van onze glorievolle verrijzenis.

'Wie Mijn Vlees eet en Mijn Bloed drinkt, heeft het eeuwig leven en Ik zal hem op de jongste dag doen verrijzen'. Joh. 6, 54.

Vraag 282: Wat wordt vereist, om waardig te communiceren?
Om waardig te communiceren wordt vereist, dat wij:
1. in staat van genade zijn;
2. nuchter zijn van middernacht af;
3. een goede mening hebben.

Vraag 283: Mogen wij te Communie gaan, als wij een doodzonde gedaan hebben?
Als wij een doodzonde gedaan hebben, mogen wij niet te Communie gaan zonder eerst te biechten; zelfs een volmaakt berouw is dus niet voldoende.

'Laat ieder zichzelf onderzoeken, en dan eerst eten van het brood en drinken van de kelk. Hij eet en drinkt zich een oordeel, zo hij het Lichaam niet naar waarde beoordeelt'. 1 Kor. 11, 28-29.

Vraag 284: Wat voor zonde doet hij, die onwaardig communiceert?
Hij, die onwaardig communiceert, doet een doodzonde van heiligschennis.

'Wie op onwaardige wijze het brood eet of de kelk des Heren drinkt, bezondigt zich aan het Lichaam en Bloed des Heren'. 1 Kor. 11, 27.

Vraag 285: Zijn de dagelijkse zonden een beletsel om te communiceren?
De dagelijkse zonden zijn geen beletsel om te communiceren, maar wie er geen berouw over heeft, ontvangt minder vruchten van de H. Communie.

Vraag 286: Wanneer mogen wij de H. Communie ontvangen zonder nuchter te zijn?
Wij mogen de H. Communie ontvangen zonder nuchter te zijn:
1. als wij in gevaar zijn van sterven;
2. in langdurige ziekte en in verschillende andere gevallen, steeds volgens het oordeel van de biechtvader.

Vraag 287: Wat is de beste voorbereiding op de H. Communie?
De beste voorbereiding op de H. Communie is het deelnemen aan het H. Misoffer.

Vraag 288: Wat moeten wij doen om met veel vrucht te communiceren?
Om met veel vrucht te communiceren moeten wij onze voorbereiding en dankzegging goed verzorgen.

Vraag 289: Wanneer zijn wij verplicht de H. Communie te ontvangen?
Wij zijn verplicht de H. Communie te ontvangen, 1. ééns in het jaar gedurende de Paastijd; 2. als wij in gevaar zijn van sterven.

Vraag 290: Waarvoor moeten wij vooral zorgen, als wij veelvuldig de H. Communie ontvangen?
Als wij veelvuldig de H. Communie ontvangen, waartoe de H. Kerk ons bijzonder aanspoort, moeten wij zorgen, dat onze eerbied en godsvrucht niet verminderen.

Vier en dertigste les
De viering van het H. Sacrament des altaars

Vraag 291: Waarom is het H. Sacrament des Altaars het heiligste Sacrament?
Het H. Sacrament des Altaars is het heiligste Sacrament, omdat Christus Zelf daarin tegenwoordig is, met Zijn Godheid en geheel Zijn Mensheid, dezelfde, die verheerlijkt in de hemel is.

Vraag 292: Hoelang blijft Christus in het H. Sacrament tegenwoordig?
Christus blijft in het H. Sacrament tegenwoordig, zolang de gedaante van brood en wijn blijft bestaan.

Vraag 293: Hoe behoren wij Christus in het H. Sacrament bijzonder te vereren?
Wij behoren Christus in het H. Sacrament bijzonder te vereren:
1. door eerbiedig te zijn in de kerk;
2. door te groeten, als wij voorbij de kerk gaan;
3. door Hem in de loop van de dag te bezoeken;
4. door het lof en de processie bij te wonen.

Witte Donderdag H. Sacramentsdag. Veertigurengebed.

Vijf en dertigste les
Het sacrament van de Biecht

Vraag 294: Wat is het H. Sacrament van de Biecht?
Het H. Sacrament van de Biecht is het Sacrament, waarin Christus de zonden, die na het Doopsel bedreven zijn, door de priesterlijke macht vergeeft.

Vraag 295: Wanneer heeft Jesus het H. Sacrament van de Biecht ingesteld?
Jesus heeft het H. Sacrament van de Biecht ingesteld op de dag van de verrijzenis.

‘Hij blies over de Apostelen en sprak: Ontvangt de H. Geest, wier zonden gij vergeeft, hun zijn ze vergeven; wier zonden gij behoudt, hun zijn ze behouden. Joh. 20, 22, 23

Vraag 296: Wanneer worden de zonden in de Biecht vergeven?
De zonden worden in de Biecht vergeven, als de priester de absolutie geeft.

Vraag 297: Wat wordt er van de biechteling vereist?
Van de biechteling vereist berouw, belijdenis en voldoening.

Vraag 298: Wat krijgen wij door het H. Sacrament van de Biecht?
Door het H. Sacrament van de Biecht krijgen wij:
1. vergiffenis van de zonden en kwijtschelding van de eeuwige straf;
2. gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de tijdelijke straffen;
3. de heiligmakende genade of vermeerdering daarvan;
4. genade van bijstand om niet meer te zondigen.

Vraag 299: Wie moeten biechten?
Biechten moeten allen, die na het H. Doopsel een doodzonde gedaan hebben.

Vraag 300: Is het aan te raden om dikwijls te biechten?
Het is aan te raden om regelmatig en dikwijls te biechten; en vooral moet men zo spoedig mogelijk biechten, als men in doodzonde gevallen is.

Vraag 301: Is het aan te raden om een vaste biechtvader te hebben?

Het is aan te raden om een vaste biechtvader te hebben, want deze kan ons geweten het beste leiden.

Zes en dertigste les
Het berouw en het voornemen

Vraag 302: Wat is het noodzakelijkste voor de biechteling?
Het noodzakelijkste voor de biechteling is berouw.

Vraag 303: Waarom is het berouw het noodzakelijkste?
Het berouw het noodzakelijkste, omdat men zonder berouw nooit vergiffenis van zonden kan verkrijgen.

‘Doet boete en bekeert u, opdat uw zonden worden uitgewist.’ Hand. 3, 19

Vraag 304: Wanneer hebben wij een goed berouw?
Wij hebben een goed berouw, als wij spijt hebben over onze zonden, omdat wij God hebben beledigd, en het vaste voornemen maken, om nooit meer te zondigen.

Vraag 305: Over welke zonden moeten wij in de Biecht berouw verwekken?
Wij moeten in de Biecht berouw verwekken tenminste over alle doodzonden, die wij nog niet hebben gebiecht.

Vraag 306: Wanneer is het berouw volmaakt?
Het berouw is volmaakt, als wij spijt hebben uit liefde tot God, die het hoogste Goed is.

Vraag 307: Wanneer is het berouw onvolmaakt?
Het berouw onvolmaakt, als wij spijt hebben vooral uit vrees voor God, die ons om onze zonden zal straffen.

Vraag 308: Wat is voor een goede Biecht voldoende?
Voor een goede Biecht is het onvolmaakt berouw voldoende.

Vraag 309: Welke bijzondere kracht heeft het volmaakte berouw?
Door het volmaakte berouw krijgen wij vergiffenis van doodzonden, ook buiten de Biecht.

Vraag 310: Moeten wij na een volmaakt berouw de doodzonden nog biechten?
Na een volmaakt berouw moeten wij de doodzonden nog biechten, want God wil, dat alle doodzonden, die na het H. Doopsel gedaan zijn, gebiecht worden.

Vraag 311: Wat verstaan wij door de naaste gelegenheid tot zonde?
Door de naaste gelegenheid tot zonde verstaan wij alles, waardoor wij groot gevaar lopen in zonde te vallen.

Vraag 312: Is de Biecht goed, als wij de naaste gelegenheid tot doodzonde niet willen vermijden?

Als wij de naaste gelegenheid tot doodzonde niet willen vermijden, is de Biecht niet goed en krijgen wij geen vergiffenis van onze zonden.

Zeven en dertigste les
De belijdenis en de voldoening

Vraag 313: Welke zonden moeten wij biechten?
Wij moeten alle doodzonden biechten, die wij nog niet in een goede Biecht beleden hebben, omdat Jesus Christus dat wil.

‘Wanneer wij onze zonden belijden, dan is Hij getrouw en rechtvaardig om onze zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.’ 1 Joh. 1, 9

Vraag 314: Is het noodzakelijk ook de dagelijkse zonden te biechten?
Dagelijkse zonden biechten is niet noodzakelijk, maar wel nuttig.

Allen immers, struikelen wij op vele punten. Jak. 3, 2.

Vraag 315: Waarom is het niet noodzakelijk dagelijkse zonden te biechten?
Het niet noodzakelijk dagelijkse zonden te biechten, omdat ze ook zonder de Biecht kunnen worden vergeven.

Vraag 316: Waarom is het nuttig dagelijkse zonden te biechten?
Het is nuttig dagelijkse zonden te biechten, omdat de Biecht het beste middel is tegen de zonde.

Vraag 317: Is het voldoende alleen te biechten, welke doodzonde we gedaan hebben?
Het is niet voldoende alleen te biechten, welke doodzonden wij gedaan hebben; wij moeten er ook het getal en de nodige omstandigheden bij zeggen.

Vraag 318: Welke zonde doen wij, als wij vrijwillig b.v. uit vrees of schaamte, een doodzonde in de Biecht verzwijgen?
Als wij vrijwillig b.v. uit vrees of schaamte, een doodzonde in de Biecht verzwijgen, doen wij een grote zonde van heiligschennis; wij krijgen dan ook geen vergiffenis van de andere zonden, die wij wel gebiecht hebben.

Vraag 319: Hoe zullen wij in de Biecht gemakkelijk alle schaamte en vrees overwinnen?
Wij zullen in de Biecht gemakkelijk alle schaamte en vrees overwinnen, als wij hieraan denken:
1. De biechtvader bekleed de plaats van Christus, die vol liefde is jegens zondaars;
2. het is beter nu onze zonden in het geheim te belijden dan later er ons eeuwig over te moeten schamen;
3. de biechtvader is tot volstrekte geheimhouding verplicht.

Vraag 320: Wat moet men doen, als men vrijwillig een doodzonde verzwegen heeft?
Als men vrijwillig een doodzonde verzwegen heeft moet men:
1. die verzwegen doodzonde biechten en ook alle doodzonden, die men na de laatste goede Biecht gedaan heeft;
2. zeggen, hoe dikwijls men nu onwaardig heeft gebiecht, gecommuniceerd of andere sacramenten onwaardig heeft ontvangen.

Vraag 321: Is de Biecht goed, als men na een ernstig gewetensonderzoek een doodzonde vergeten heeft?
Als men na een ernstig gewetensonderzoek een doodzonde vergeten heeft, is de Biecht goed en wordt ook de vergeten doodzonde vergeven.

Vraag 322: Moet men de vergeten doodzonden nog biechten?
Men moet de vergeten doodzonde, die men zich later herinnert, in de eerstvolgende Biecht belijden.

Vraag 323: Wat is de voldoening?
De voldoening of penitentie is een gebed of een ander goed werk, dat de priester ons op legt tot uitboeting van de tijdelijke straffen.

Vraag 324: Hoe behoren wij de penitentie te volbrengen?

Wij behoren de penitentie in de geest van boete zo goed mogelijk te volbrengen, omdat zij ons in de Biecht als boetewerk is opgelegd.

Acht en dertigste les
De manier van biechten

Vraag 325: Wat moeten wij doen als wij gaan biechten?
Als wij gaan biechten, moeten wij:
1. vurig bidden tot de Heilige Geest, om goed te biechten;
2. ons geweten onderzoeken;
3. een goed berouw verwekken

Vraag 326: Hoe onderzoeken wij ons geweten?
Wij onderzoeken ons geweten door na te denken welke en hoeveel zonden wij gedaan hebben tegen de geboden van God en van de H. Kerk en tegen onze dagelijkse plichten.

Vraag 327: Hoe kunnen wij ons het beste tot berouw wekken?
Wij kunnen ons het beste tot berouw opwekken door te overdenken:
1. dat wij door de zonden Gods rechtvaardige straffen verdiend hebben;
2. dat Jesus om onze zonden zo zeer geleden heeft;
3. dat wij door de zonden God beledigd hebben, die onze grootste Weldoener en het hoogste Goed is.

Vraag 328: Hoe behoren wij onze belijdenis te beginnen?
“Eerwaarde vader, geef mij uw zegen.” Daarna zeggen wij: “Ik belijd mij schuld voor de almachtige God en voor u, vader; mijn laatste Biecht is geweest…”

Vraag 329: Hoe behoren wij onze belijdenis te eindigen?
Wij behoren onze belijdenis te eindigen met de woorden: “Deze en al mijn zonden zijn mij van harte leed; ik beschuldig mij daarvan en vraag ootmoedig de absolutie.”

Vraag 330: Wat bidden wij, wanneer de priester de absolutie geeft?
Terwijl de priester de absolutie geeft, bidden wij een oefening van berouw.

Vraag 331: Wat doen wij na de Biecht?

Na de Biecht danken wij God en volbrengen onze penitentie.

Negen en dertigste les
De aflaten

Vraag 332: Wat is een aflaat?
Een aflaat is een kwijtschelding van tijdelijke straffen, die de H. Kerk ons verleent buiten de Biecht.

Vraag 333: Wordt door de aflaten de zonde zelf vergeven?
Door de aflaten wordt niet de zonde zelf vergeven, maar worden alleen tijdelijke straffen kwijtgescholden, die na de vergiffenis der zonden zijn overgebleven.

Vraag 334: Wat past de H. Kerk op ons toe , als zij ons aflaten verleent?
Als de H. Kerk ons aflaten verleent, past zij op ons toe de oneindige voldoeningen van Jezus Christus en de overvloedige voldoeningen van de Heiligen.

Vraag 335: Hoeveel soorten aflaten zijn er?
Er zijn twee soorten: volle aflaten en gedeeltelijke aflaten.

Vraag 336: Wat verkrijgen wij door een volle aflaat?
Door een volle aflaat verkrijgen wij kwijtschelding van alle straffen der reeds vergeven zonden.

Vraag 337: Wat moeten wij doen om een aflaat te verdienen?
Om een aflaat te verdienen moeten wij:
1.      in een staat van genade zijn;
2.      de mening hebben om een aflaat te verdienen;
3.      de voorgeschreven werken doen.

Vraag 338: Kunnen wij de aflaten toepassen op de zielen in het vagevuur?
Wij kunnen de aflaten toepassen op de zielen in het vagevuur, als de H. Kerk niet uitdrukkelijk anders bepaalt.

Ik draag U al de werken op, die deze dag zal verrichten. Ik wil ze doen tot Uw eer en tot zaligheid van mijn ziel, en ik wil de aflaten verdienen, die eraan verbonden zijn.

Veertigste les
Het H. Oliesel

Vraag 339: Wat is het H. Oliesel?
Het H. Oliesel is het Sacrament, dat de zieke kracht geeft om christelijk te sterven.

Vraag 340: In welke staat moet de zieke het H. Oliesel ontvangen?
Als hij bij kennis is, moet de zieke het H. Oliesel in staat van genade ontvangen.

Vraag 341: Wat ontvangt de zieke door het ontvangen van het H. Oliesel?
Door het H. Oliesel ontvangt de zieke:
1.      de heiligmakende genade of vermeerdering daarvan;
2.      vergiffenis van dagelijkse zonden en ook van doodzonden, als hij die niet meer kan biechten;
3.      de genezing van het lichaam als het hem zalig is.

Is iemand van u ziek: hij roepe de priesters der Kerk. Laat hen dan over hem bidden, en hem zalven met olie in de Naam des Heren. En het gelovig gebed zal de zieke behouden; de Heer zal hem opbeuren; en mocht hij zonden hebben gedaan, dan zullen zij hem vergeven worden. (Jak. 5, 14, 15).

Vraag 342: Aan wie moet het H. Oliesel worden toegediend?
Het H. Oliesel moet worden toegediend aan hen, die tot het gebruik van het verstand zijn gekomen en door ziekte of ouderdom in gevaar van sterven zijn.

Vraag 343: Wanneer moeten wij de priester bij de zieke roepen?
Wij moeten de priester bij de zieke roepen, als de ziekte gevaarlijk wordt en nooit mogen wij het uiterste gevaar afwachten.

Vraag 344: Hoe dikwijls mogen wij het H. Oliesel ontvangen?
Wij mogen het H. Oliesel maar ééns in hetzelfde stervensgevaar ontvangen; maar als dit geweken is en terugkeert, dan mogen wij het H. Oliesel opnieuw ontvangen.

Vraag 345: Wat geeft de priester na het H. Oliesel?
Na het H. Oliesel geeft de priester de pauselijke zegen; daardoor krijgt de zieke een volle aflaat op het ogenblik van sterven.

Als de priester het H. Oliesel toedient, zalft hij de vijf zintuigen van de zieke met H. Olie, terwijl hij bidt: “Door deze heilige zalving en zijn allergoedertierendste barmhartigheid vergeve u de Heer alles, wat gij misdaan hebt door het gezicht (het gehoor, de reuk, de smaak, en het spreken, het gevoel, het gaan). Amen”.
Als een zieke de laatste H.H. Sacramenten worden toegediend, behoren de huisgenoten te zorgen, dat bij het ziekbed een tafel staat, bedenkt met een witte doek en daarop een kruisbeeld, twee brandende waskaarsen, wijwater, enige watten en een beetje drinkwater.

Een en veertigste les
Het H. Priesterschap

Vraag 346: Wat is het H. Priesterschap?
Het H. Priesterschap is het Sacrament, dat aan degenen, die daartoe geroepen zijn, de macht verleent, om het Priesterschap van Christus voort te zetten.

Doet dit tot mijn gedachtenis. Luk. 22, 19; Kor 11, 24

Vraag 347: Welke is de voornaamste taak van de priester?
De voornaamste taak van de priester is het H. Misoffer opdragen, de Sacramenten toedienen en de leer van Christus verkondigen.

Vraag 348: Wie kan het H. Priesterschap toedienen?
Alleen de bisschop kan het H. Priesterschap toedienen.

Vraag 349: Wat ontvangt de wijdeling door het H. Priesterschap?
Door het H. Priesterschap ontvangt de wijdeling:
1.      een eeuwigdurend merkteken, waardoor hij deelachtig wordt aan het H. Priesterschap van Christus;
2.      vermeerdering van heiligmakende genade en genade van bijstand, om een goed dienaar van Christus en de H. Kerk te zijn.

Vraag 350: Waarom behoren wij God vurig om heilige en waardige priesters te bidden?
Wij behoren God vurig om heilige en waardige priesters te bidden, omdat deze veel doen voor de eer van God en het heil van de zielen.

Quatertemperdagen – Priesterdonderdag of Priesterzaterdag.

Jesus bad: Zoals Gij mij in de wereld hebt gezonden, zo heb Ik ook hen in de wereld gezonden. En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij in waarheid geheiligd mogen zijn. Joh. 17, 18, 19.

Vraag 351: Wat zijn de gelovigen aan hun priesters verschuldigd?
De gelovigen zijn aan hun priesters, als dienaren en gezanten van God, eerbied en gehoorzaamheid verschuldigd en zij moeten in hun levensonderhoud voorzien.
Het H. Priesterschap wordt toegediend door de handoplegging en het gebed van de bisschop; daarbij reikt deze aan de wijdeling de tekenen van zijn macht en waardigheid over.

Twee en veertigste les
Het H. Sacrament van het Huwelijk

Vraag 352: Wat is het H. Sacrament van het Huwelijk?
Het H. Sacrament van het Huwelijk is het Sacrament, waardoor man en vrouw zich in liefde verenigen, om met de hulp van Gods genade een christelijk gezin te stichten.

Vraag 353: Wie heeft het Huwelijk ingesteld?
God Zelf heeft het Huwelijk ingesteld in het aards paradijs, en Jesus heeft het tot een heilig Sacrament verheven.

Vraag 354: In welke staat moet het H. Sacrament van het Huwelijk worden ontvangen?
Het H. Sacrament van het Huwelijk moet worden ontvangen in staat van genade.

Vraag 355: Welke genade ontvangen man en vrouw door het Sacrament van het Huwelijk?
Door het Sacrament van het Huwelijk ontvangen man en vrouw, 1. vermeerdering van heiligmakende genade; 2. genade van bijstand om een christelijk huwelijksleven te leiden, elkaar oprecht lief te hebben en hun kinderen goed op te voeden.

Vraag 356: Wanneer dienen de katholieke man en vrouw elkaar dit Sacrament toe?
De katholieke man en vrouw dienen elkaar dit Sacrament toe, wanneer zij voor de pastoor hun ja-woord uitspreken, in tegenwoordigheid van twee getuigen.

Vraag 357: Kan en mag het Huwelijk met iedereen worden aangegaan?
Het Huwelijk kan en mag niet met iedereen worden aangegaan; want er zijn enige beletselen die het Huwelijk ongeldig, en andere beletselen, die het Huwelijk ongeoorloofd maken.

Vraag 358: Noem enige personen, met wie het Huwelijk niet geldig kan worden aangegaan.
Het Huwelijk kan niet geldig worden aangegaan b.v. met niet-gedoopten, met gehuwden, met bloedverwanten en aanverwanten in de verboden graden.

Vraag 359: Welk is het voornaamste beletsel, dat het Huwelijk ongeoorloofd maakt?
Het voornaamste beletsel, dat het Huwelijk ongeoorloofd maakt, is het verschil van godsdienst tussen een katholiek en een gedoopte niet-katholiek (gemengd huwelijk).

Vraag 360: Waarom wordt het gemengd Huwelijk door de H. Kerk zo streng afgekeurd en verboden?
Het gemengd Huwelijk wordt door de H. Kerk zo streng afgekeurd en verboden, 1. omdat de katholieke man of vrouw daardoor in gevaar komt het H. Geloof te verliezen, of er onverschillig voor te worden; 2. omdat het zeer moeilijk is in zo'n huwelijk de kinderen katholiek op te voeden; 3. omdat het meestal een beletsel is voor het huiselijk geluk.

Vraag 361: Is het burgerlijk huwelijk voor een katholiek een geldig huwelijk?
Voor een katholiek is het burgerlijk huwelijk geen geldig huwelijk.

Vraag 362: Waardoor wordt het Huwelijk ontbonden?
Het Huwelijk wordt door de dood ontbonden; de echtscheiding voor de Burgerlijke Wet ontbindt dus het Huwelijk niet. 'Aan de gehuwden beveel niet ik, maar de Heer, dat de vrouw zich niet mag scheiden van de man; en zo ze toch gescheiden is dat ze dan ongehuwd moet blijven, of zich met de man moet verzoenen; ook dat de man de vrouw niet mag verstoten'. 1 Kor. 7, 10-11.

Vraag 363: Welke is de beste voorbereiding tot een gelukkig Huwelijk?
De beste voorbereiding tot een gelukkig Huwelijk is, 1. een kuis en echt christelijk leven; 2. een eerbare, niet te langdurige verkering, die wordt begonnen met toestemming van de ouders; 3. bijzonder het gebed en het dikwijls ontvangen van de H. Sacramenten.

Drie en veertigste les
De Sacramentaliën

Vraag 364: Wat zijn Sacramentaliën?
Sacramentaliën zijn voorwerpen of handelingen, die de H. Kerk gebruikt, om daardoor krachtens haar gebed vooral geestelijke gunsten te verkrijgen.

Vraag 365: Wie heeft de Sacramentaliën ingesteld?
De H. Kerk heeft de Sacramentaliën ingesteld.

Vraag 366: Waarom zijn de Sacramentaliën voor ons van grote waarde?
De Sacramentaliën zijn voor ons van grote waarde, omdat de H. Kerk zelf Gods zegen vraagt over hen, die de Sacramentaliën ontvangen of ze gebruiken.

Vraag 367: Hoe moeten wij gewijde voorwerpen gebruiken?
Wij moeten gewijde voorwerpen eerbiedig en met vertrouwen gebruiken. Wij mogen er geen andere kracht aan toekennen, dan ze door de wijding van de H. Kerk bezitten.

Voorbeelden van Sacramentaliën zijn:
De wijding van water, van kaarsen (2 feb.), van as (Aswoensdag), van palm (Palmzondag), van H. Oliën (Witte donderdag) en van vuur (Paaszaterdag).
De zegening van het huis en van de zieke en van verschillende gebruiksvoorwerpen.

Al wat gij doet, door woord of door daad, doet het in de Naam van Jesus, de Heer, en betuigt dan door Hem aan God de Vader uw dank! Kol. 3, 17.


Geen opmerkingen: