dinsdag 30 december 2014

Derde gedeelte – Hoe wij als christenen moeten leven

Jesus heeft gezegd:
Ik ben de Weg. Joh. 14, 6

Wie Mij volgt, zal niet in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens bezitten. Joh. 8, 12.

Vier en veertigste les
De christelijke deugden

Vraag 368: Is het voldoende de leer van Christus te kennen?
Het is niet voldoende de leer van Christus te kennen, maar wij moeten ook volgens die leer leven.

Niet iedereen die tot Mij zegt: Heer, Heer, zal binnengaan in het rijk der hemelen; maar wel, die de Wil van mijn Vader volbrengt, die in de hemelen is. Mt. 7, 21

Vraag 369: Wanneer leven wij volgens de leer van Christus?
Wij leven volgens de leer van Christus, als wij de geboden onderhouden, zoals Hij ze ons geleerd heeft.

Wie mijn geboden heeft en ze onderhoudt, hij is het, die Mij liefheeft. Joh. 14, 21.

Vraag 370: Wanneer onderhouden wij de geboden zoals Jesus het geleerd heeft?
Wij onderhouden de geboden, zoals Jesus geleerd heeft, als wij de christelijke deugden beoefenen en zonden vermijden.

Vraag 371: Hoe moeten wij de christelijke deugden beoefenen?
Wij moeten de christelijke deugden beoefenen niet alleen uiterlijk, maar ook innerlijk; niet uit vrees, maar vooral uit liefde.

God schonk dus niet een geest van vreesachtigheid, maar van liefde, die voortspruit uit een rein hart, een goed geweten en een ongeveinsd geloof. 2 Tim. 1, 7 en 1 Tim. 1, 5

Vraag 372: Hoe worden de christelijke deugden onderscheiden?
De christelijke deugden worden onderscheiden in goddelijke en zedelijke deugden.

Vraag 373: Welke zijn de goddelijke deugden?
De goddelijke deugden zijn deze drie: het geloof, de hoop en de liefde.

Vraag 374: Waarom worden geloof, hoop en liefde goddelijke deugden genoemd?
Geloof, hoop en liefde worden goddelijke deugden genoemd, omdat zij ons onmiddellijk op God richten.

Vraag 375: Welke deugden noemen wij zedelijke deugden?
Zedelijke deugden noemen wij de deugden, die onze zeden en ons gedrag regelen naar het christelijk geloof.

Vraag 376: Onder de zedelijke deugden zijn de voornaamste of hoofddeugden deze vier: voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid.


Vijf en veertigste les
De zonde

Vraag 377: Wat is zonde?
Zonde is iedere vrijwillige overtreding van de wet van God

Vraag 378: Op welke wijze kunnen wij zondigen?
Wij kunnen zondigen door gedachten en begeerten, door woorden en werken en door verzuim.

Vraag 379: Zijn alle zonden even groot?
Alle zonden zijn niet even groot ; er zijn doodzonden en er zijn dagelijkse zonden.

Vraag 380: Waarom worde grote zonden doodzonden genoemd?
De grote zonden worden doodzonden genoemd, omdat zij ons beroven van de heiligmakende genade, die het bovennatuurlijk leven van de ziel is.

Vraag 381: Wanneer doen wij doodzonde?
Wij doen doodzonde, als wij de wet van God overtreden in een grote zaak met volle kennis en met geheel vrije wil.

Vraag 382: Wat verliezen wij door de doodzonde?
Door de doodzonde verliezen wij: de heiligmakende genade, het kindschap van God en het recht op de hemel.

Wat baat het de mens, als hij de gehele wereld wint, maar zijn leven verbeurt. Mt. 16, 26.

Vraag 383: Welke straf verdienen wij door de doodzonde?
Door de doodzonde verdienen wij de eeuwige straf van de hel.

Vraag 384: Wanneer doen wij dagelijkse zonde?
Wij doen dagelijkse zonde:
1.         als wij de wet van God overtreden in een kleine zaak;
2.         als wij de wet van God overtreden in een grote zaak, maar niet met volle kennis of niet met geheel vrije wil.

Vraag 385: Welk kwaad doet ons de dagelijkse zonde?
De dagelijkse zonde doet ons in de liefde tot God verflauwen en brengt ons langzamerhand tot grotere zonden.

Vraag 386: Welke straf verdienen wij door de dagelijkse zonde?
Door de dagelijkse zonde verdienen wij tijdelijke straf, die wij hier op aarde of in het vagevuur moeten ondergaan.

Vraag 387: Welke moet onze houding zijn tegenover de zonde?
Wij moeten de zonde verafschuwen als het ergste, dat ons overkomen kan.

Vraag 388: Hoe vormen zich in ons ondeugden?
De ondeugden vormen zich in ons door aan de geneigdheid tot het kwaad telkens toe te geven.

Vraag 389: Welke zijn de voornaamste ondeugden?
De voornaamste ondeugden zijn deze zeven: hovaardigheid, gierigheid, onkuisheid, nijd, gulzigheid, gramschap en traagheid.

Vraag 390: Is een bekoring zonde?
Een bekoring is geen zonde, zolang wij er niet vrijwillig in toestemmen.

Laat u niet door het kwade overwinnen, maar overwin het kwade door het goede! Rom. 12, 21.

Wie meent te staan, zie toe dat hij niet valt! God is getrouw. Hij zal niet toelaten, dat gij boven uw krachten bekoord wordt, maar met de bekoring zal Hij ook het middel geven om te kunnen doorstaan. 1 Kor 10, 12. 13.

Zes en veertigste les
Het christelijk geloof

Vraag 391: Waarom is het geloof de eerste van alle deugden?
Het geloof is de eerste van alle deugden, omdat het geloof de grondslag is van een christelijk leven.

Vraag 392: Wat is de deugd van geloof?
De deugd van geloof is een bovennatuurlijke gave van God, waardoor wij als waarheid aannemen alles, wat God geopenbaard heeft.

Oefening van Geloof.

Vraag 393: Waarom moeten wij vast geloven?
Wij moeten vast geloven, omdat God het heeft gezegd, Die alles weet en altijd waarheid spreekt.

Vraag 394: Hoe weten wij met zekerheid wat wij moeten geloven?
Wat wij moeten geloven, weten wij met zekerheid door de H. Kerk.

Vraag 395: Waarom is het geloof noodzakelijk?
Het geloof is noodzakelijk, omdat zonder het geloof het niet mogelijk is aan God te behagen, hier op aarde gelukkig te leven en in de hemel te komen.

Vraag 396: Welke zijn de vier voornaamste waarheden van het geloof?
De vier voornaamste waarheden van het geloof zijn:
1.       Er is maar één God
2.       Er zijn drie goddelijke Personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
3.       God de Zoon is voor ons mens geworden en aan het kruis gestorven
4.       God loont het goede en straft het kwade

Vraag 397: Wanneer beoefenen wij de deugd van het geloof?
Wij beoefenen de deugd van het geloof:
1.       als wij het woord van God bereidwillig aannemen;
2.       als wij leven in overeenstemming met ons geloof

Vraag 398: Wanneer zijn wij verplicht ons geloof openlijk te belijden?
Wij zijn verplicht ons geloof openlijk te belijden, als de eer van God of het heil van de naaste dit vraagt.

Vraag 399: Hoe zondigen wij tegen het geloof?
Wij zondigen tegen het geloof:
1.       door ongeloof, ketterij en vrijwillige twijfel tegen het geloof;
2.       door het geloof in gevaar te brengen.

Vraag 400: Hoe stellen wij ons bloot aan het gevaar ons geloof te verliezen?
Wij stellen ons bloot aan het gevaar ons geloof te verliezen door:
1.       door het godsdienstonderricht niet bij te wonen;
2.       door te luisteren naar degenen, die het geloof aanvallen;
3.       door boeken en dagbladen te lezen, die het geloof bestrijden.

Vraag 401: Wat noemt men de geest van het geloof?
Geest van het geloof noemt men de gewoonte om alles te beoordelen naar de lering van het Evangelie en van de Kerk en daarnaar te handelen.

Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: Wie gelooft, heeft het eeuwig leven. Joh.6, 47. Mijn rechtvaardig zal leven door het geloof. Hebr. 10, 38.

Zeven en veertigste les
De christelijke hoop

Vraag 402: Wat is de deugd van hoop?
De deugd van de hoop is een bovennatuurlijke gave van God, waardoor wij met een vast vertrouwen van God hopen te verkrijgen de eeuwige zaligheid en alle genaden, die wij daarvoor nodig hebben.

Goed is de Heer voor die op Hem hopen, voor allen, die Hem zoeken. Klaagl. 3, 25

Moge de God van hoop door het geloof u vervullen met alle vreugde en vrede, opdat gij rijke overvloed van hoop moogt verwerven door de kracht van de Heilige Geest! Rom. 15, 13

Oefening van hoop.

Vraag 403: Waarom moeten wij hopen met een vast vertrouwen?
Wij moeten hopen met een vast vertrouwen, omdat God almachtig is, oneindig goed voor ons en getrouw in zijn beloften.

Onze hulp is in de Naam des Heren, die hemel en aarde gemaakt heeft. Ps. 124 (123), 8.

Vraag 404: Op wie steunt onze hoop?
Onze hoop steunt op Jesus Christus, Die voor ons de eeuwige zaligheid heeft verdiend.

Vraag 405: Hoe belijden wij ons vertrouwen in Gods almacht en goedheid?
Wij belijden ons vertrouwen in Gods almacht en goedheid:
1.       door ons gebed in bekoringen, in tegenspoed en gevaren;
2.       door, te gepaster tijd, ons vertrouwen in God openlijk uit te spreken.

Vraag 406: Hoe zondigen wij tegen de hoop?
Wij zondigen tegen de hoop door onverschilligheid, door wanhoop en door vermetel vertrouwen.

Acht en veertigste les
De christelijke liefde

Vraag 407: Waarom is de liefde de grootste van alle deugden?
De liefde is de grootste van alle deugden, omdat de liefde ons het innigst met God verenigt.

Nu blijven deze drie: geloof, hoop en liefde. Maar de grootste daarvan is de liefde. 1 Kor. 13, 13.

Vraag 408: Wat is de deugd van de liefde?
De deugd van de liefde is een bovennatuurlijke gave van God, waardoor wij God boven alles beminnen en ons zelf en alle mensen beminnen uit liefde tot God.

Een nieuw gebod geef Ik u. Bemint elkander; zoals Ik u heb liefgehad, moet gij ook elkander beminnen. Hieraan zullen allen erkennen, dat gij mijn leerlingen zijt, wanneer gij elkander liefhebt. Joh. 13, 34, 35.

Vraag 409: Waarom moeten wij God boven alles beminnen?
Wij moeten God boven alles beminnen:
1. omdat Hij oneindig goed en oneindig beminnelijk is;
2. omdat Hij onze grootste Weldoener is.

Vraag 410: Wanneer beminnen wij God boven alles?
Wij beminnen God boven alles, wanneer wij zijn geboden geheel onderhouden.

Vraag 411: Welke zijn de geboden, die wij moeten onderhouden?
De geboden, die wij moeten onderhouden zijn de tien geboden van God en de vijf geboden van de H. Kerk.

Vraag 412: Hoe heeft Jesus Christus de geboden van God samengevat?
Jesus Christus heeft de geboden van God samengevat in deze woorden: “Gij zult de Heer uw God beminnen uit geheel uw hart, uit geheel uw ziel en uit al uw krachten en uw naaste gelijk uzelf”.

Vraag 413: Wie zijn onze naaste?
Onze naaste zijn alle mensen, ook onze vijanden.

Vraag 414: Waarom moeten wij onze naaste beminnen uit liefde tot God?
Wij moeten onze naaste beminnen uit liefde tot God, omdat God hem liefheeft.

Wat gij voor één van mijn geringste broeders gedaan hebt, dat hebt gij voor Mij gedaan. Mt. 25, 40.

Vraag 415: Wanneer beminnen wij onze naaste als onszelf?
Wij beminnen onze naaste als onszelf, wanneer wij hem alle goeds gunnen en hem behandelen, zoals wij zelf behandeld willen worden.

Vraag 416: Hoe moeten wij als christenen onze liefde tot onze naaste tonen?
Wij moeten als christenen onze liefde tot onze naaste tonen door vooral bezorgd te zijn voor zijn bovennatuurlijk leven en hem in zijn geestelijke en tijdelijke nood bij te staan.

Werken van barmhartigheid.

Vraag 417: Hoe moeten wij de niet-katholieken beminnen?
Wij moeten de niet-katholieken oprecht beminnen en wij behoren veel voor hen te bidden.

Vraag 418: Wat leert Jesus ons te doen jegens onze vijanden?
Jesus leert ons aan onze vijanden alle beledigingen te vergeven, voor hen te bidden en hun zelfs kwaad met goed te vergelden.

Maar Ik zeg u: Bemindt uw vijanden, en bidt voor wie u lasteren en vervolgen, opdat gij kinderen moogt zijn van uw Vader in de hemel. Mt. 5, 44, 45.

Vraag 419: Hoe zondigen wij tegen de christelijke liefde?
Wij zondigen tegen de christelijke liefde door elke doodzonde, maar voornamelijk door haat tegen God en onze naaste.

Vraag 420: Hoe zondigen wij vooral tegen het zieleheil van onze medemensen?
Wij zondigen tegen het zieleheil van onze medemensen door het geven van ergernis.

Vraag 421: Wanneer geven wij ergernis?
Wij geven ergernis, wanneer wij iemand met opzet tot zonde verleiden of hem door ons slecht gedrag aanleiding tot zonde geven.

Over de geboden van God
Negen en veertigste les
Over het eerste gebod

Vraag 422: Zeg het eerste gebod?
“Gij zult geen afgoden vereren, maar Mij alleen aanbidden en boven alles beminnen.”

Vraag 423: Wat is God aanbidden?
God aanbidden is: Hem erkennen en vereren als onze Schepper en opperste Heer, van wie wij geheel en al afhankelijk zijn.

Vraag 424: Welke eredienst zijn wij aan God verschuldigd?
Aan God zijn wij verschuldigd een innerlijke, een uiterlijke en een openbare eredienst.

Vraag 425: Wat is innerlijke eredienst?
De innerlijke eredienst is de eredienst, die wij in ons binnenste God bewijzen.

God te beminnen met heel het hart en heel het verstand en met heel de kracht, en de naaste beminnen als zichzelf, is veel beter dan alle brand- en slachtoffers. Mk. 12, 33.

God is een Geest, en wie Hem aanbidden, moeten in geest en in waarheid aanbidden. Joh. 4,24.

Vraag 426: Wat is uiterlijke eredienst?
De uiterlijke eredienst is de eredienst, die wij aan God bewijzen door handelingen, waaraan ons lichaam deelneemt, zoals het kruisteken, het knielen en het mondelinge gebed.

Vraag 427: Wat is de openbare eredienst?
De openbare eredienst is d eredienst, die geschiedt in de naam van de H. Kerk.

Waar twee of drie vergaderd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden. Mt. 18, 20.

Vraag 428: Welke is het middelpunt van de openbare eredienst?
Het middelpunt van de openbare eredienst is het H. Misoffer.

Vraag 429: Waarom vereren wij bijzonder het H. Hart van Jesus?
Wij vereren bijzonder het H. Hart van Jesus, omdat zijn H. Hart het zinnebeeld is van zijn liefde.

Vraag 430: Hoe vereren wij Jesus’  H. Hart vooral?
Wij vereren Jesus’ H. Hart vooral door wederliefde en eerherstel.

Feest van het Goddelijk Hart van Jesus: vrijdag na het octaaf van Sacramentsdag.
Eerste Vrijdag

Vraag 431: Hoe zondigen wij tegen het eerste gebod?
Wij zondigen tegen het eerste gebod:
1. door afgoderij, bijgeloof en heiligschennis;
Door iedere zonde tegen de eredienst of tegen de onderwerping aan God H. Wil.

Vraag 432: Wat is afgoderij?
Afgoderij is: goddelijke eer bewijzen aan een schepsel.

Vraag 433: Wat is bijgeloof?
Bijgeloof is: aan personen of zaken een bovennatuurlijke kracht toekennen, die zij niet bezitten.

Vraag 434: Wat is heiligschennis?
Heiligschennis is: personen of zaken onteren, die aan God bijzonder zijn toegewijd.

Vraag 435: Wanneer zondigen wij tegen de eredienst?
Wij zondigen tegen de eredienst, als wij nooit of zelden of oneerbiedig bidden, het H. Misoffer verzuimen en de Sacramenten te weinig ontvangen.

Vraag 436: Wanneer zondigen wij tegen de onderwerping aan Gods H. Wil?
Wij zondigen tegen de onderwerping aan Gods H. Wil, als wij ontevreden zijn vooral in lijden en tegenspoed.

Jesus sprak tot hen: Mijn spijs is het de Wil te volbrengen van Hem, Die Mij heeft gezonden, en zijn werk te voltooien. Joh. 4, 34.

Hij ging nog een weinig verder, viel biddend op zijn aangezicht neer, en sprak: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze kelk Mij voorbij gaan; maar niet zoals Ik wil, maar zoals Gij het wilt. Mt. 26, 39.

Vijftigste les
Het gebed

Vraag 437: Wat is bidden?
Bidden is een daad van eredienst; daarbij verheffen wij onze geest en ons hart tot God.

Stort vreugde in de ziel van uw dienaar, want tot u verhef ik mijn geest, o mijn Heer; want Gij, o Heer, zijt goed en barmhartig, rijk aan genade voor al die u aanroept. Ps. 86, 4, 5

Vraag 438: Waarom is bidden noodzakelijk?
Bidden is noodzakelijk:
1. omdat wij God moeten eren;
2. Omdat Christus het ons uitdrukkelijk heeft bevolen;
3. omdat het gebed het gewone middel is om genaden te verkrijgen, die nodig zijn ter zaligheid.

Vraag 439: Hoe moeten wij bidden?
Wij moeten bidden met eerbied en aandacht, met vertrouwen en volharding, door Christus, onze Heer.

Ik zeg u: Alwat gij vraagt in het gebed, gelooft, dat gij het (reeds) hebt verkregen; en gij zult het verkrijgen. Mk. 11, 24.

Vraag 440: Wat moeten wij doen in ons gebed?
In ons gebed moeten wij:
1. God aanbidden, loven en danken;
2. Hem vergiffenis vragen over onze zonden’
Zijn genade en gunsten vragen voor onszelf en onze naasten.

Vraag 441: Wat moeten wij aan God vragen?
Vooral moeten wij aan God vragen alles, wat nodig of nuttig is voor onze eigen zaligheid en voor die van onze naasten.

Vraag 442: Mogen wij ook om tijdelijke gunsten bidden?
Wij mogen ook om tijdelijke gunsten bidden, maar met onderwerping aan e H. Wil van God, Die weet wat nuttig of schadelijk voor ons is.

Vraag 443: Welke gebeden hebben een bijzondere kracht bij God=
Een bijzondere kracht bij God hebben de gebeden van de openbare eredienst der H. Kerk.

Vraag 444: Welk gebed heeft Jesus ons geleerd?
Jesus zelf heeft ons het “Onze Vader” geleerd. Het bevat alles, wat wij aan God moeten vragen.

Vraag 445: Waarom noemen wij God “onze Vader”?
Wij noemen God “onze Vader”:
1. omdat Hij ons heeft geschapen naar zijn beeld en gelijkenis;
2. omdat Hij ons door de genade tot zijn kinderen heeft aangenomen.

Vraag 446: Waarom bidden wij na het “Onze Vader” gewoonlijk het “Wees gegroet”?
Na het “Onze Vader” bidden wij gewoonlijk het “Weest gegroet”, om Maria te vereren en door haar onze gebeden aan God op te dragen.

Vraag 447: Wanneer behoren wij te bidden?
Wij behoren te bidden:
1.       bij het opstaan en slapen gaan;
2.       vóór en na het eten;
3.       als wij in de Kerk zijn;
4.       in bekoringen en gevaren.

Heer, leer ons bidden! Lk. 11, 1

Een en vijftigste les
De verering van de Heiligen

Vraag 448: Waarom vereren wij de Heiligen?
Wij vereren de Heiligen, omdat Gods genade bijzonder in hen werkt en zij de trouwste dienaren zijn van Christus en onze voorsprekers in de hemel.

Vraag 449: Waardoor vereren wij de Heiligen?
Wij vereren de Heiligen:
1. door hen aan te roepen en hun feesten te vieren;
2. door hun beelden en relikwieën te vereren;
3. vooral door hun voorbeeld na te volgen.

Vraag 450: Wat zijn relikwieën?
Relikwieën zijn overblijfselen van Heiligen, of voorwerpen, die door hun aanraking geheiligd zijn.

Vraag 451: Wie moeten wij meer dan alle andere Heiligen vereren?
Meer dan alle andere Heiligen moeten wij vereren de Allerhoogste Maagd en Moeder Gods Maria.

Van nu af prijzen mij zalig alle geslachten; want de Machtige heeft aan mij grote dingen gedaan. Lk. 1, 48, 49.

Zaterdag – meimaand – octobermaand.

Vraag 452: Waarom moeten wij de H. Maagd meer dan alle andere Heiligen vereren?
Wij moeten de H. Maagd meer dan alle andere Heiligen vereren:
1. omdat zij de Moeder van God is en ook onze Moeder;
2. omdat zij alle engelen en Heiligen in genade en heiligheid overtreft;
3. omdat zij de Middelares is van alle genade en door haar moederlijke voorspraak alles van God kan verkrijgen.

Feestdag van Maria Middelares 31 mei.

Vraag 453: Waardoor kunnen wij aan Maria het best onze kinderlijke liefde betonen?
1. door met de H. Kerk haar feestdagen bijzonder te vieren.
2. door haar dagelijks als onze Moeder aan te roepen, vooral in bekoringen en gevaren;
3. bijzonder door haar deugden na te volgen.

Engels des Heren – Rozenkrans - Scapulier

Vraag 454: Waarom behoren wij de H. Jozef bijzonder te vereren?
Wij behoren de H. Jozef bijzonder te vereren, omdat hij de Voedstervader van Jesus is en de Bruidegom van Maria. Hij is de patroon van de H. Kerk.


19 maart – Beschermfeest van de H. Jozef – Maand maart.
Twee en vijftigste les
Over het tweede gebod
De heiliging van Gods H. naam

Vraag 455: Zeg het tweede gebod.
“Gij zult de Naam van de Heer, uw God, niet zonder eerbied gebruiken.”

Vraag 456: Waartoe verplicht ons het tweede gebod?
Het tweede gebod verplicht ons de Naam van God en van Jesus Christus altijd met eerbied te gebruiken.

Want onder de hemel is geen andere Naam aan de mensen gegeven, waardoor we zalig moeten worden. Hand. 4, 12.

Vraag 457: Waardoor wordt Gods H. Naam bijzonder geëerbiedigd?
Gods H. Naam wordt bijzonder geëerbiedigd door het doen van een eed en het afleggen van een gelofte.

Vraag 458: Wat is een eed doen?
Een eed doen is: God plechtig aanroepen tot getuige, dat wij de waarheid spreken, of een belofte zullen volbrengen.

Vraag 459: Wanneer is een eed zonde?
Een eed is zonde:
1. als men een eed doet zonder gegronde reden;
2. als men een valse eed doet;
3. als men onder eed belooft, wat zonde is.

Vraag 460: Wat is een gelofte?
Een gelofte is: aan God een goed werk beloven, waartoe men zich op zonde verplicht.

Vraag 461: Wat behoren wij te doen, voordat wij een gelofte afleggen?
Voordat wij een gelofte afleggen, behoren wij aan onze biechtvader raad te vragen.

Vraag 462: Hoe zondigen wij tegen het tweede gebod?
Wij zondigen tegen het tweede gebod door het oneerlijk gebruiken van Gods H. Naam, en vooral door vloeken en godslastering, door een zondige eed en door het breken van een gelofte.

Vraag 463: Wat is vloeken?
Vloeken is: van God kwaad afroepen over zichzelf of over anderen.

Vraag 464: Wanneer is een vloek een dagelijkse zonde?
Een vloek is een dagelijkse zonde, als hij alleen maar gebruikt wordt als een ruwe uitdrukking.

Vraag 465: Wat is godslastering?
Godslastering is: God, zijn Heiligen of heilige zaken verachten, bespotten of verwensen; dit is zware zonde.

Drie en vijftigste les
Over het derde gebod
De Dag des Heren

Vraag 466: Wat zegt het derde gebod?
“Wees gedachtig, dat gij de dag des Heren heiligt.”

Vraag 467: Wat gebied het derde gebod?
Het derde gebod gebiedt de dagen te heiligen, die aan God bijzonder zijn toegewijd.

Vraag 468: Wie heeft de dagen, die aan God bijzonder zijn toegewijd, vastgesteld?
De H. Kerk heeft van Christus de macht ontvangen vast te stellen, welke deze dagen zijn en hoe wij ze moeten vieren.

Vraag 469: Welke dag heeft de H. Kerk als de dag des Heren vastgesteld?
De H. Kerk heeft als de dag des Heren vastgesteld: de zondag.

Vier en vijftigste les
Over het vierde gebod
Eerbied voor het gezag

Vraag 470: Zeg het vierde gebod.
“Eer uw vader en uw moeder.”

Vraag 471: Wat gebiedt het vierde gebod?
Het vierde gebod gebiedt onze ouders en onze geestelijke en wereldlijke overheid te eren.

Vraag 472: Welke zijn de plichten van de kinderen jegens hun ouders?
De kinderen moeten hun ouders beminnen en eerbiedigen, hun gehoorzamen en ze in hun nood bijstaan.

Gij kinderen, weest gehoorzaam aan uw ouders, in de Heer, want dit is uw plicht. Ef. 6, 1.

Vraag 473: Wat hebben de kinderen te verwachten, die hun ouders eren?
De kinderen, die hun ouders eren, hebben te verwachten: Gods zegen in dit leen en het eeuwig loon in de hemel.

Vraag 474: Welke zijn de plichten van de ouders jegens hun kinderen?
De ouders moeten zorgen voor het lichamelijk onderhoud van hun kinderen; zij moeten hun in het gezin en door de school een christelijke opvoeding geven.

Gij vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt ze op in de tucht en in de vermaning des Heren. Ef. 6, 4.

Vraag 475: Waarom moeten wij ook onze geestelijke en wereldlijke overheid eren?
Wij moeten onze geestelijke en wereldlijke overheid eren, omdat hun macht en gezag van God komt.

Vraag 476: Welke zijn onze plichten jegens de H. Kerk?
Onze plichten jegens de H. Kerk zijn:
1. onze Moeder de H. Kerk met ware kinderliefde te beminnen;
2. aan haar gezag volledig te gehoorzamen.

Vraag 477: Welke zijn onze plichten jegens het vaderland?
Onze plichten jegens het vaderland zijn:
1. dat wij echte liefde tonen voor land en volk;
2. dat wij aan zijn wettig gezag volledig gehoorzamen.

Iedereen moet onderworpen zijn aan het hogere gezag, want alle gezag komt van God; ook moet gij belasting betalen, want de overheid is beambte van God. Rom. 13, 1. 6.

Vraag 478: Wanneer mogen wij aan het gezag niet gehoorzamen?
Wij mogen aan het gezag niet gehoorzamen, wanneer het iets gebiedt dat zonde is.

Petrus en de Apostelen gaven ten antwoord: Men moet meer gehoorzaam zijn aan God dan aan de mensen. Hand. 5, 29.

Vijf en vijftigste les
Over het vijfde gebod
Eerbied voor het leven

Vraag 479: Zeg het vijfde gebod.
“Gij zult niet doden”

Vraag 480: Waartoe verplicht ons het vijfde gebod?
Het vijfde gebod verplicht ons tot eerbied voor het leven en gezondheid van ons zelf en van onze naaste.

Vraag 481: Wanneer doen wij onszelf kwaad naar het lichaam?
Wij doen onszelf kwaad naar het lichaam, als wij:
1. met opzet ons lichaam verminken of onszelf het leven benemen;
2. ons leven of onze gezondheid roekeloos in gevaar brengen.

Vraag 482: Wanneer doen wij onze naaste kwaad naar het lichaam?
Wij doen onze naaste kwaad naar het lichaam, als wij zonder wettige macht of reden:
1. hem slaan, verwonden of doden;
2. zijn leven verkorten of verbitteren.

Vraag 483: Hoe zondigen wij tegen het vijfde gebod met woorden?
Wij zondigen tegen het vijfde gebod met woorden: door iemand te beledigen, te verwensen, te bespotten of hinderlijk te plagen.

Vraag 484: Hoe zondigen wij inwendig tegen het vijfde gebod?
Wij zondigen inwendig tegen het vijfde gebod door gramschap, haat en afgunst.

Vraag 485: Wat moeten wij doen, wanneer iemand ons kwaad heeft gedaan?
Wanneer iemand of kwaad heeft gedaan, moeten wij hem, naar het voorbeeld van Christus, van harte vergeven en mogen wij geen kwaad met kwaad vergelden.

Nu kwam Petrus naar Hem toe en sprak: Heer, hoe dikwijls moet ik mijn broeder vergeven, die tegen mij misdoet? Tot zeven keer toe? Jesus zei hem: niet tot zeven keer toe, zeg Ik u, maar tot zeventig maal zeven keer. Mt. 18, 21. 22.

Zes en vijftigste les
Over het zesde en negende gebod
De christelijke kuisheid

Vraag 486: Zeg het zesde gebod.
“Gij zult geen onkuisheid doen.”

Vraag 487: Wat zegt het negende gebod?
“Gij zult geen onkuisheid begeren.”

Vraag 488: Waarom moeten wij kuis leven?
Wij moeten kuis leven:
1. omdat wij ons leven niet mogen gebruikten tegen de bedoeling van God;
2. omdat ons lichaam een lidmaat is van Christus en een tempel van de Heilige Geest.

God heeft ons niet tot onreinheid geroepen, maar tot heiligheid. Wie dit veracht, veracht God zelf, die ook aan u zijn Heilige Geest heeft geschonken. 1 Tess. 4, 7, 8.

Vraag 489: Wat verbiedt het zesde gebod?
Het zesde gebod verbiedt alle uitwendige zonden van onkuisheid; het verbiedt ook onzedige handelingen, blikken, gesprekken, gezangen en lectuur, toneel- en filmvoorstellingen, die tot onkuisheid leiden.

Vraag 490: Wat verbiedt het negende gebod?
Het negende gebod verbiedt alle inwendige zonden van onkuisheid, namelijk onkuise begeerten en vrijwillig behagen in onkuise gedachten.

Vraag 491: Hoe beschermen wij het best de kuisheid?
Wij beschermen het best de kuisheid, als wij alle vrijwillige onzedige gedachten en gedragingen vermijden en zorgen voor zedige kleding.

Vraag 492: Welke weldaden zijn aan kuis leven verbonden?
De kuisheid sterkt onze wil, doet ons hart openstaan voor al het goede en schone en geeft ons een grote zielevrede.

Vraag 493: Welke zijn de gevolgen van onkuisheid?
De onkuisheid vernietigt de onschuld en brengt de mens tot vele andere zonden.

Vraag 494: Wat moeten wij doen om kuis te leven?
Om kuis te leven moeten wij vooral de gevaarlijke gelegenheden vermijden, de versterving beoefenen, dikwijls biechten en communiceren en een grote godsvrucht onderhouden tot de Heilige Maagd.

Vraag 495: Wat is een machtige steun om kuis te leven?
Een machtige steun om kuis te leven, is, ons door onze ouders en door een vaste biechtvader laten leiden, zonder vrees aan hen om raad vragen.

Zeven en vijftigste les
Over het zevende en tiende gebod
De christelijke rechtvaardigheid

Vraag 496: Zeg het zevende gebod.
“Gij zult niet stelen.”

Vraag 497: Zeg het tiende gebod.
“Gij zult niet onrechtvaardig begeren, wat uw naaste toebehoort.”

Vraag 498: Waartoe verplichten ons het zevende en tiende gebod?
Het zevende en tiende gebod verplichten ons om als christenen de deugd van rechtvaardigheid te beoefenen.

Vraag 499: Wanneer beoefenen wij de deugd van rechtvaardigheid?
Wij beoefenen de deugd van de rechtvaardigheid, als wij aan ieder het zijne geven en aan ieder het zijne gunnen.

Vraag 500: Wat leert ons de H. Kerk over het eigendom?
De H. Kerk leert, dat de mens recht heeft op persoonlijk eigendom, en dat wij mee moeten werken aan een rechtvaardige verdeling van de goederen.

Vraag 501: Wat leert de H. Kerk over arbeid?
De H. Kerk leert ons, dat arbeiden een heilige plicht is voor iedere christen; zij heeft ook het voorbeeld van Christus grote waardering voor alle handenarbeid.

Toen wij bij u waren, hebben wij u het bevel gegeven: Wil iemand niet werken, dan zal hij ook niet eten. 2 Tess. 3, 10.

Vraag 502: Wat leert ons de H. Kerk over de arbeider?
De H. Kerk leert ons, dat de arbeider recht heeft op een rechtvaardig loon en op een menswaardige behandeling; zij leert ook, dat de arbeider zijn taak naar behoren moet vervullen.

Vraag 503: Wanneer behandelen wij onze naaste onrechtvaardig?
Wij behandelen wij onze naaste onrechtvaardig, als wij:
1. stelen of helpen stelen;
2. gestolen goed kopen of bewaren;
3. dagdieverij, woeker of bedrog plegen;
4. het eigendom van anderen vernielen of beschadigen;
5. het gevondene of geleende niet teruggeven;
6. onze schulden niet betalen;
7. het rechtvaardig loon onthouden.

Vraag 504: Moeten wij gestolen goed teruggeven?
Gestolen goed moeten wij teruggeven, als wij dat kunnen; anders wordt de zonde niet vergeven.

Wie onrecht doet, zal zijn onrecht moeten boeten; er bestaat geen aanzien van persoon. Kol. 3, 25.

Vraag 505: Moeten wij ook de schade herstellen?
Als wij kunnen, moeten wij ook de schade herstellen, die wij vrijwillig aan een ander hebben toegebracht; ander wordt de zonde niet vergeven.

Acht en vijftigste les
Over het achtste gebod
Eerbied voor de waarheid

Vraag 506: Zeg het achtste gebod.
“Gij zult tegen uw naast niet vals getuigen.”

Vraag 507: Waartoe verplicht ons het achtste gebod.
Het achtste gebod verplicht ons oprecht te zijn in woorden en in daden; het verplicht ons ook de goede naam en de geheimen van de naaste te eerbiedigen.

Vraag 508: Wat verbiedt het achtste gebod?
Het achtste gebod verbiedt: vals getuigenis geven, vooral voor het gerecht; liegen, lasteren, kwaadspreken, lichtvaardig oordelen en het bekend maken van geheimen.

Vraag 510: Wat is liegen?
Liegen is tegen beter weten in iets beweren, dat onwaar is.

Vraag 511: Wat is lasteren?
Lasteren is: van iemand kwaad vertellen, dat hij niet gedaan heeft, of het kwaad dat hij wel gedaan heeft erger maken.

Vraag 512: Wat is kwaadspreken?
Kwaadspreken is: zonder voldoende reden kwaad van een ander dat nog geheim is, bekend maken.

Vraag 514: Wat is lichtvaardig oordelen
Lichtvaardig oordelen is: zonder voldoende reden denken, dat iemand iets kwaads heeft gedaan.

Vraag 514: Wat moeten wij doen, als wij iemand in zijn goede naam onrechtvaardig benadeeld hebben?
Als wij iemand in zijn goede naam onrechtvaardig benadeeld hebben, moeten wij het nadeel zo gauw en zo goed mogelijk trachten te herstellen, anders wordt de zonde niet vergeven.

Over de geboden van de H. Kerk

Negen en vijftigste les
Over het achtste gebod
Het eerste en tweede gebod van de H. Kerk

Vraag 515: Zeg het eerste gebod van de H. Kerk.
“Gij zult de verplichte feestdagen vieren als zondag.”

Vraag 516: Welke zijn in Nederland de verplichte feestdagen?
In Nederland zijn verplichte feestdagen: Kerstmis, Hemelvaartsdag, Maria ten Hemelopneming en Allerheiligen.

Vraag 517: Zeg het tweede gebod van de H. Kerk.
“Gij zult op de zondagen en verplichte feestdagen de H. Mis bijwonen en geen verboden werk doen.”

Vraag 518: Wie zijn verplicht op zon- en feestdagen aan het Heilig Misoffer deel te nemen?
Allen, die de leeftijd van zeven jaar bereikt hebben, zijn verplicht op zon- en feestdagen aan het Heilig Misoffer deel te nemen, als zij niet om geldige reden verhinderd zijn.

Vraag 519: Hoe moeten wij op zon- en Feestdagen aan het Heilig Misoffer deelnemen?
Wij moeten op zon- en feestdagen aan het gehele H. Misoffer deelnemen en wij moeten het doen met eerbied en aandacht.

Vraag 520: Wanneer doe wij grote zonden tegen het tweede gebod?
Wij doen grote zonde tegen het tweede gebod, als wij zonder reden:
1. het H. Misoffer of een gewichtig deel van het Misoffer verzuimen;
2. gedurende lange tijd verboden werk doen.

Vraag 521: Hoe kunnen wij de zon- en feestdagen bijzonder heiligen?
Wij kunnen de zon- en feestdagen bijzonder heiligen door het ontvangen van de H. Communie, door het deelnemen aan de Hoogmis, liefst in de Parochiekerk, en door het bijwonen van het Lof of de Vespers.

Vraag 522: Wordt de zondag alleen door verboden werk ontheiligd?
De zondag wordt niet alleen door verboden werk ontheiligd, maar ook door lichtzinnige omgang en ongepaste vermaken.

Zestigste Les
Het derde gebod van de H. Kerk

Vraag 523: Waartoe dient de christelijke versterving?
De christelijke versterving dient om boete te doen voor onze zonden en ons zelf te leren beheersen, zodat wij Christus beter kunnen navolgen.

Doodt wat aards is in uw leden: ontucht, onreinheid, drift, boze begeerte en hebzucht. Kol. 3, 5.

Zij, die Christus toebehoren, hebben het vlees gekruisigd met driften en begeerten. Gal. 5, 24.

Vraag 524: Tot welke lichamelijke versterving verplicht ons de H. Kerk in het bijzonder?
De H. Kerk verplicht ons in het bijzonder tot het vasten en onthouding.

Vraag 525: Zeg het derde gebod van de H. Kerk?
,,Gij zult op onthoudingsdagen geen vlees gebruiken en op vastendagen vasten.’’

Vraag 526: Wat verbiedt de H. Kerk op de onthoudingsdagen?
OP onthoudingsdagen verbiedt de H. Kerk vlees en jus uit vlees te gebruiken; maar spijen met dierenvet bereid zijn geoorloofd.

Vraag 527: Wie moet zich onthouden?
Zich onthouden moeten zij, die zeven jaar zijn of ouder, als zij niet om wettige reden ontslagen zijn.

Vraag 528: Wat verbiedt de H. Kerk op vastendagen?
Op vastendagen verbiedt de H. Kerk meer dan eens een volle maaltijd te gebruiken. Het is echter geoorloofd ’s morgens en ’s avonds enige spijzen te gebruiken volgens de goedgekeurde gewoonte in het land.

Vraag 529: Wie moet vasten?
Vasten moeten de mensen tussen 21 en 59 als zij niet door ziekte, ware arbeid of een andere wettige reden ontslagen zijn.

Een en zestigste les
Het vierde en vijfde gebod van de H. Kerk

Vraag 530: Zeg het vierde gebod van de H. Kerk.
,,Gij zult tenminste eenmaal per jaar biechten.’’

Vraag 531: Wat gebiedt de H. Kerk in het vierde gebod?
De H. Kerk gebiedt in het vierde gebod, dat alle gelovigen, die tot de jaren van verstand gekomen zijn, al hun doodzonden minstens eens in het jaar oprecht biechten.

Vraag 532: Zeg het vijfde gebod van de H. Kerk.
,,Gij zult in de paastijd de H. Communie ontvangen.’’

Vraag 533: Wat gebiedt de H. Kerk in het vijfde gebod?
In het vijfde gebod gebiedt de H. Kerk, dat alle gelovigen, die tot de jaren van verstand gekomen zijn, gedurende de paastijd waardig de H. Communie ontvangen, liefst in de parochiekerk.

Twee en zestigste les
Het apostolaat

Vraag 534: Zijn wij echt katholiek, als wij maar zorgen voor ons eigen zieleheil?
Wij zijn niet echt katholiek, as wij alleen maar zorgen voor ons eigen zieleheil, maar wij zijn ook verplicht, te zorgen voor het zieleheil van onze medemensen, door apostolaat te beoefenen.

Vraag 535: Hoe moeten wij apostolaat beoefenen?
Wij moeten apostolaat beoefenen door ons gebed en ons goed voorbeeld, door onze offers en onze daden.

Mijn broeders, wanneer iemand van u is afgedwaald van de waarheid, en een ander brengt hem tot inkeer: weet dan, dat hij, die een zondaar van zijn dwaalweg bekeert, diens ziel van de dood zal redden, en een menigte zonden bedekken. Jak. 5, 19, 20.

Zo moet ook uw licht voor de mensen schijnen, opdat zij uw goede werken mogen zien en uw Vader verheerlijken, die in de hemel is. Mt. 5, 16.

Vraag 536: Jegens welke landen moeten wij vooral apostolaat beoefenen?
Wij moeten vooral apostolaat beoefenen jegens de Missielanden en ons eigen vaderland.

Vraag 537: Hoe moeten wij Missielanden steunen?
Wij moeten Missielanden steunen door ons gebed en offer, en ook door lid te zijn van de Pauselijke Missiegenootschappen.

Missiezondag

Vraag 538: Hoe beoefenen wij apostolaat jegens ons eigen land?
Wij beoefenen apostolaat jegens ons vaderland door een voorbeeldig katholiek leven, door anderen in kennis te brengen met het katholiek geloof en door ons gebed voor onze niet-katholieke medeburgers.

Weest altijd tot verantwoording bereid aan iedereen, die u rekenschap vraagt van de hoop die in u leeft. 1 Pet. 3, 15.

Drie en zestigste les
De goede werken en de christelijke volmaaktheid

Vraag 539: Zijn wij verplicht goede werken te doen?
Wij zijn verplicht goede werken te doen om God te eren en daardoor de hemel te verdienen.

Wij moeten allen voor Christus’ rechterstoel verschijnen, om vergelding te ontvangen voor het goed of het kwaad, dat ieder van ons tijdens zijn lichamelijk bestaan heeft verricht. 2 Kor. 5, 10.

Vraag 540: Welke zijn de goede werken, die in de H. Schrift vooral worden aanbevolen?
De goede werken, die in de H. Schrift vooral worden aanbevolen, zijn: het gebed, de versterving en de werken van barmhartigheid en naastenliefde.

Vraag 541: Wanneer zijn onze goede werken verdienstelijk?
Onze goede werken zijn verdienstelijk, als wij ze doen in staat van genade en ter ere Gods.

Zorg er voor, dat gij uw gerechtigheid niet beoefent voor het oog van de mensen, om door hen gezien te worden; anders zult gij geen loon ontvangen bij uw Vader, die in de hemel is. Mt. 6, 1.

Ik draag U op al de werken, die ik deze dag zal verrichten. Ik wil ze doen tot Uw eer en tot zaligheid van mijn ziel. (Morgengebed).

Vraag 542: Zijn de goede werken, in staat van doodzonde verricht, vruchteloos?
De goede werken, in staat van doodzonde verricht, zijn niet geheel vruchteloos, want zij zijn voor de zondaar het gewone middel tot bekering.

Vraag 543: Waarin bestaat de christelijke volmaaktheid?
De christelijke volmaaktheid bestaat in standvastig streven naar de vermijding van elke willekeurige zonde en naar de volmaakte beoefening van de deugd.

Zalig zij, die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen worden verzadigd. Mt. 5,6.

Vraag 544: Wil Christus dat alle mensen naar de volmaaktheid streven?
Christus wil dat alle mensen naar de volmaaktheid streven.

Weest volmaakt, zoals uw hemelse Vader volmaakt is. Mt. 5, 48.

Vraag 545: Wat is de weg om tot de volmaaktheid te komen?
De weg om tot de volmaaktheid te komen is de navolging van Christus of het leven volgens de geest van Christus.

Vraag 546: Waaruit leren wij de ware geest van Christus kennen?
Wij leren de ware geest van Christus kennen uit de acht zaligsprekingen
Zalig de armen van geest,
want hun behoort het rijk der hemelen.
Zalig de zachtmoedigen,
want zij zullen het Land bezitten.
Zalig die wenen,
want zij zullen worden getroost.
Zalig doe hongeren en dorsten naar gerechtigheid,
want zij zullen worden verzadigd.
Zalig de barmhartigen,
want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
Zalig de zuiveren van hart,
want zij zullen God zien.
Zalig de vreedzamen,
want zij zullen kinderen Gods worden genoemd.
Zalig die vervolging lijden om de gerechtigheid,
Want hun behoort het rijk der hemelen.
Mt. 5. 3-10.

Vraag 547: Heeft Christus bijzondere middelen aangeraden, om volmaakt te worden?
Om volmaakt te worden, heeft Christus als bijzondere middelen aangeraden de Evangelische Raden.

Vraag 548: Welke zijn de Evangelische Raden?
De Evangelische Raden zijn deze drie: vrijwillige armoede, volmaakte zuiverheid en volkomen gehoorzaamheid.

Zo ge volmaakt wilt zijn, ga dan verkopen wat ge bezit, geef het aan de armen en ge zult een schat in de hemel bezitten. Kom dan en volg Mij. Mt. 19, 21.

Bouwt voort op uw allerheiligst geloof,
Bidt de H. Geest,
Bewaart uzelf in Gods liefde,
En rekent op de barmhartigheid van onze Heer Jesus Christus ten eeuwigen leven! Judas 20, 21.

Geen opmerkingen: