Alle Katholieken zijn er innig van overtuigd, dat hun Kerk, die Kerk is, tot welke Christus eens gezegd heeft: “Gaat en verkondigt mijn leer aan alle volken. Ik zal u mijn Geest, de Geest van waarheid zenden, opdat Hij met u blijft in eeuwigheid, en ook Ik zal met u zijn tot het einde der eeuwen. Die u hoort, hoort Mij; die u versmaadt, versmaadt Mij” (Vgl. Math. 28, 19-20; Joh. 14, 16-17; Luc 10, 16)
Wanneer dus de Katholieke Kerk sommige waarheden, als door Christus geleerd of geopenbaard voorstelt, dan begrijpt iedere Katholiek, dat hij naar geweten verplicht is die waarheden voor zeker aan te nemen. Of deze waarheden, die men geloofspunten of geloofswaarheden noemt, wel of niet worden geloofd, bestaat dus onder de Katholieken niet de minste strijd, niet het minste verschil.
Wanneer daarom katholieke godgeleerden op godsdienstig gebied het niet met elkaar eens zijn, dan gaat het er niet over of men één van de waarheden die de Kerk als te geloven voorstelt, moet aannemen of verwerpen; ook niet of die waarheid inderdaad door God geopenbaard is of niet; zulke verschillen kunnen voorafgaan aan de geloofsbeslissing van de kerk, maar houden op zodra het kerkelijk leergezag zijn onfeilbare uitspraak heeft gedaan. Zij kunnen nooit gaan over iets, dat al een geloofswaarheid is, maar wel over conclusies uit geloofswaarheden of over de vraag, of de één of andere waarheid, die nog niet door de Kerk als dusdanig wordt voorgesteld, wel of niet in de goddelijke Openbaring is vervat.
Een voorbeeld. God werkt door zijn genade in onze harten, om ons tot het goede op te wekken: dit is nu een geloofspunt, omdat het door de Kerk als een door God geopenbaarde waarheid wordt voorgesteld. Maar over de manier waarop die genade in ons hart werkt, heeft de H. Kerk nog weinig beslist, wat dus geen geloofspunt is en waarover de godgeleerden veilig met elkaar van gedachte mogen verschillen.
Een ander voorbeeld. Ieder mens is vrij, zodat hij het goede of het kwade kan doen, als hij wil, en toch is het net zo zeker, dat hij nooit iets anders zal doen, dan datgene wat God van alle eeuwigheid heeft voorzien. Dit zijn nu twee geloofspunten, die door alle Katholieken voor zeker worden aangenomen, omdat zij door de Katholieke Kerk als twee, door God geopenbaarde waarheden worden voorgesteld. Maar hoe of op welke manier deze twee waarheden met elkaar moeten worden overeengebracht, m.a.w. Hoe het kan, dat God onfeilbaar alles voorziet wat de mens zal doen, en de mens toch helemaal vrij blijft handelen, daarvan heeft de H. Kerk geen uitleg gegeven, en daarin zijn de godgeleerden dus vrij, om die uitleg aan te nemen die hun het redelijkst lijkt. En al zouden hun gedachten, wat dit betreft, nog zover uiteenlopen, u zult het nu makkelijker begrijpen, dat doet aan de eenheid van het katholieke geloof niets af, omdat alle waarheden, die door de Katholieke Kerk als geloofspunten worden voorgehouden, ook door alle Katholieken wereldwijd als zodanig worden aangenomen en geloofd.
Verschil van mening kan dus bestaan vóór de uitspraak van de Kerk; maar is de uitspraak eenmaal gedaan, dan houdt alle verschil van mening op, dan omhelzen en belijden alle Katholieken deze waarheid, en wie die waarheid zou verwerpen, zou daardoor ophouden Katholiek te zijn.
Uit het boek: 'Waar is de Kerk van Christus' van pastoor M. van der Hagen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten