Zij leert, dat het geloof het eerste en noodzakelijkste vereiste is om zalig te worden.
De Kerkvergadering van Trente zegt: “Het geloof, is het
begin van 's mensen heil, de grondslag en de wortel van alle
rechtvaardigmaking.” “Zonder het geloof is het onmogelijk God te behagen.”
(Hebr. 6, 6) De Katholieke Kerk leert daarom ook, dat de goede werken, die niet
uit het geloof voortkomen, ons absoluut geen bovennatuurlijke beloning geven.
Maar daaruit besluit de Katholieke Kerk niet, dat het geloof alleen, zonder
goede werken, genoeg is om zalig te worden. Integendeel, dit zou in strijd zijn
met de leer van de Apostelen: “Al had ik een geloof, groot genoeg om bergen te
verzetten, als ik de liefde niet heb, heb ik niets.” (1 Kor. 13, 2) Het geloof
moet dus samen gaan met de liefde.
De Katholieke Kerk leert ook dat de mens zich moet toeleggen
op goede werken. Waarom? Omdat de liefde,
die samen moet gaan met het geloof, van ons vraagt, dat wij Christus'
geboden onderhouden. “Als gij Mij bemint, onderhoudt mijn geboden.” zegt
Christus (Joh. 14, 5) en iets verder (v. 21) “Die Mijn geboden heeft en ze
onderhoudt, hij is het die Mij bemint.” Maar wat heeft Christus ons geboden?
Heeft Hij ons gezegd, dat de goede werken niet nodig zijn? Absoluut niet.
Christus heeft ons bijv. op het hart gedrukt, dat wij moeten bidden, voor anderen
en voor ons zelf, dat we ons moeten verloochenen en versterven, dat we kwaad
met goed moeten vergelden, dat we barmhartig en milddadig moeten zijn voor de
armen en ongelukkigen. Maar zijn dat geen goede werken? Het is dus ongetwijfeld
de wil van Christus, dat we niet alleen geloven, maar dat we ook goede werken
verrichten; of, zoals de Apostel het in drie woorden volmaakt uitdrukt, Hij
vraagt van ons: “een geloof dat werkt door de liefde” (Gal. 5, 6): het geloof
is de wortel, de liefde de stam, de werken zijn de vruchten, het één moet uit
het ander als vanzelf voortkomen.
Wat belangrijker is, Christus verzekert ons, dat Hij aan de
verdoemden op de jongste oordeelsdag juist het gebrek aan goede werken als
hoofdreden zal aanwijzen van hun vervloeking. “Ik was hongerig, en gij hebt Mij
niet gespijzigd. Ik was naakt, en gij hebt Mij niet gekleed, enz.... Weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig
vuur!” (Math. 25, 41...)
Is nu, lezer, de leer van de Katholieke Kerk wat het geloof
en de goede werken betreft niet veel redelijker dan die van Luther? Komt zij
niet meer overeen met de uitspraken van de H. Schrift?
Maar misschien zegt u: Ik heb altijd gehoord, dat de
Katholieken hun eeuwig heil alleen in hun goede werken zoeken, zonder de
verdienste van Christus, en het was juist hiertegen dat Luther in verzet kwam.
Maar lezer, 1. Dan is Luther erg ongelukkig geweest in zijn
woordkeuze, want zijn woorden drukken heel wat meer en heel wat anders uit. En
2. dat de Katholieken denken hun zaligheid te kunnen krijgen door hun goede
werken alleen, zonder de verdienste van Christus, is eenvoudig een lasterlijk
verzinsel. De Katholieke Kerk leert namelijk uitdrukkelijk, dat de
bovennatuurlijke waarde van onze goede werken niet aan onze krachten, maar aan
de goddelijke genade van Christus moet worden toegeschreven. Hier de woorden
van de Kerkvergadering van Trente, waarin deze waarheid ons als een geloofspunt
gegeven wordt:
“Wanneer iemand zegt: de mens kan door zijn werken, die óf
uit kracht van de menselijke natuur óf als gevolg van de leer van de wet gedaan
worden, voor God gerechtvaardigd worden, zonder de goddelijke genade van Jezus
Christus, die zij in de ban.” (Sess. VI.
Can. 1). Kan het duidelijker en krachtiger?
Als Luther dus niets anders wilde beweren, dan dat de goede
werken alleen, zonder de genade van Christus, ons niet zalig maken, dan leerde
hij juist hetzelfde wat de Katholieke Kerk altijd geleerd heeft; en had hij
daarom niet de minste reden om zich om dit punt tegen de Katholieke Kerk te
verzetten. Bovendien begrijp ik dan ook niet waarom hij de Brief van de H.
Apostel Jacobus niet met zijn leer kon verenigen en daarom de moed had om die
brief als onecht, als vals, als een “strooibrief” te verwerpen, alleen omdat
daar vaker in staat dat “het geloof zonder de werken dood is” (Jac. 2, 17. 20.
24. 26): De Katholieke Kerk vond van haar kant de leer van de H. Jacobus altijd
helemaal met haar leer overeenstemmen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten