maandag 25 september 2017

§ 54. De Katholieken tonen eerbied voor de relieken of overblijfselen van Heiligen: is dat niet onnozel?

Ook hierover horen we vaak spreken alsof het de grootste dwaasheid is. Wat zullen we daarop zeggen? Opnieuw de eenvoudige vraag: wat doet men in het gewone leven? Ook daar wordt iets dat van een dierbare overledene is geweest, hoe nietig het op zichzelf ook is, bijv. een ring of een haarlok, als een kostbaar voorwerp beschouwd, bewaard en in ere gehouden, en wat men ook wil afstaan, dit voorwerp of ‘souvenir’, is voor geen geld te krijgen. Hecht men bijv. niet veel meer waarde aan de haarlok van een overleden vader, kind, echtgenoot, dan aan de gouden medaille, waardoor die zorgvuldig wordt ingesloten? Aan kledingstukken, wapens en andere nagelaten voorwerpen wordt een eervolle plaats bereid in onze musea. En als u in Den Haag de zogenaamde ‘Gevangenpoort’ bezoekt, zal een gids u vertellen dat ooit een Engelsman duizend gulden geboden heeft voor een plankje, waarop Cornelis de Witt, broer van de raadspensionaris Johan de Witt, tijdens zijn gevangenschap de voorgevel van zijn huis heeft gekerfd. Of dit bedrag nu werkelijk geboden is, doet er niet toe; ik wil alleen opmerken dat men ook in de burgerlijke maatschappij datgene, wat aan dierbare overledenen of aan grote en verdienstelijke mannen herinnert, zo erg op prijs stelt en in ere houdt, klinkt het dan niet dwaas de Katholieken voor onnozel uit te maken, omdat zij hetzelfde doen op godsdienstig gebied? Omdat zij eerbied tonen voor de relieken van Heiligen, voor de overblijfselen van diegenen die door God zelf zo worden geëerd en daarom meer dan een werelds iemand onze eerbied verdienen?

De beschuldiging, dat de Katholieken door de eerbied die zij aan de Heiligen betonen, zich schuldig maken aan afgoderij en daarom zondigen tegen het eerste gebod, is dus gewoon kinderachtig.



Geen opmerkingen: