woensdag 7 februari 2007

Overspel geen grond voor hertrouwen


Alleen de dood verbreekt huwelijk tussen man en vrouw

Hertrouwen na echtscheiding is, zolang de voormalige huwelijkspartner nog leeft, in alle gevallen strijdig met het bijbelse gebod. Vooruitlopend op een deze maand te verschijnen Nederlandse vertaling van een studie van de Amerikaanse hoogleraar theologie David J. Engelsma over deze thematiek doe ik deze stellingname.

Sinds 1970 is het aantal echtscheidingen meer dan verdrievoudigd. Meer dan 40 procent van de eerste kinderen wordt geboren uit een buitenechtelijke relatie, tegen 3 procent in 1970! Een groeiend aantal mensen gaat samenwonen, in plaats van te trouwen. De gevolgen zijn ook in de kerken zichtbaar. Hoe moeten we in zo’n onrustige tijd vanuit Gods Woord aankijken tegen het huwelijk als instelling van God? God zelf stelde het huwelijk in toen Hij de vrouw maakte uit een rib van de man (Genesis 2:18-25). Zo is het van den beginne af geweest. Het is het eerste ’instituut’ op aarde, nog voordat er een overheid was. Omdat het door God is ingesteld, is het huwelijk onderdeel van Gods wil. Het huwelijk is dus niet slechts een instelling van mensen, een soort afspraak die door ons wordt gemaakt, die ook weer kan worden verbroken, net hoe het ons uitkomt.


Getrouwde personen delen samen één leven.
De Heere Jezus benadrukt dit in Matthéüs 19:6: „Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar één vlees (…).” Getrouwden delen alles samen, lief en leed. Wanneer de één lijdt, lijdt de ander mee. Ze delen hun bezittingen, tijd, gedachten, gevoelens, problemen, ook hun lichamen! De eenheid van die twee, de man en de vrouw, is Gods daad bij elk huwelijk. Waardoor wordt het huwelijk ontbonden? We lezen hierover in Romeinen 7:1-4 en in 1 Korinthe 7:39, waar staat dat de vrouw aan haar man verbonden is zolang deze leeft. Hetzelfde geldt voor de man. Het huwelijk wordt dus door de dood ontbonden. Daar komen ook die woorden in ons huwelijksformulier vandaan: „tot de dood u scheidt.”
De Bijbel maakt geen uitzondering voor echtscheiding wegens hoererij (overspel). Ook na overspel van de huwelijkspartner is hertrouwen echtbreuk, zonde tegen het zevende gebod. Zo lezen we ook duidelijk in Lukas 16:18: „Een iegelijk die zijn vrouw verlaat en een andere trouwt, die doet overspel; en een iegelijk, die de verlatene van den man trouwt, die doet (ook) overspel.” Ontkenning Het lijkt erop dat de Heere Jezus in Matthéüs 19:9 één uitzondering maakte op Zijn verbod op hertrouwen, namelijk in het geval dat iemands vrouw hoererij heeft gepleegd. „Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaat, anders dan om hoererij, en een andere trouwt, (die) doet overspel; en die de verlatene trouwt, doet (ook) overspel.”
In Matthéüs 19:9 gaf Jezus alleen een wettige grond voor echtscheiding, maar hij gaf geen grond om te hertrouwen. Hij gaf immers antwoord op de vraag: „Is het een mens geoorloofd zijn vrouw te verlaten om allerlei oorzaak?” (Mattheüs 19:3). De uitzonderingsbepaling volgt onmiddellijk op de woorden „zo wie zijn vrouw verlaat” en gaat vooraf aan de woorden „en een andere trouwt.” Wanneer Christus bedoelde dat hoererij een grond voor echtscheiding én voor hertrouwen is, zou de tekst luiden: „En zo wie zijn vrouw verlaat en een andere trouwt, anders dan om hoererij (…).”
Dat hertrouwen ook voor de onschuldige niet is toegestaan, blijkt zeer duidelijk in het tweede deel van deze tekst. Jezus spreekt daar over de vrouw die onterecht door haar man is verlaten en van wie de man vervolgens zondig is hertrouwd. Hij zegt over die vrouw: „(…) en die de verlatene trouwt, doet (ook) overspel.” Wanneer een man en vrouw trouwen, laat God een nieuwe werkelijkheid ontstaan, een nieuwe schepping. Twee worden één. Niet samenleven met je vrouw of man is een ontkenning van de blijvende werkelijkheid.

Erasmus
Reeds de vroegchristelijke kerk huldigde het standpunt dat het huwelijk een levenslange verbintenis is die slechts door de dood wordt ontbonden. Zo is de kerkvader Augustinus er zeer duidelijk over dat hertrouwen wanneer de echtgenoot leeft, niet in overeenstemming met Gods Woord is. Mede onder invloed van de humanist Erasmus aanvaardde de kerk van de Reformatie het standpunt van de oosterse kerken: overspel ontbindt het huwelijk. Op het absolute standpunt van de apostel Paulus paste men een aftrekpost toe. Paulus schrijft in 1 Korinthe 7:11: „En indien zij ook scheidt, dat zij ongetrouwd blijve, of met den man verzoene (...).”
Deze maand verschijnt bij uitgeverij De Groot Goudriaan de Nederlandse vertaling van een boek over huwelijk, echtscheiding en hertrouwen van professor Engelsma. Het is de hoop van ondergetekende dat ”Samengevoegd” bijdraagt aan een schriftuurlijke bezinning op deze thema’s.

Opmerking
[Zie voor de repliek van dr. J. Hoek in het Reformatorisch Dagblad d.d. 6-4-2005: "Hertrouwen kan met goed geweten".]

Geen opmerkingen: