vrijdag 28 maart 2008

Vrijheid en slavernij in een kikkerland


Kerstoverdenking

En de ganse vergadering der kinderen Israels murmureerde tegen Mozes en tegen Aaron, in de woestijn. En de kinderen Israels zeiden tot hen: Och, dat wij in Egypteland gestorven waren door de hand des HEEREN, toen wij bij de vleespotten zaten, toen wij tot verzadiging brood aten! Want gijlieden hebt ons uitgeleid in deze woestijn, om deze ganse gemeente door den honger te doden. Toen zeide de HEERE tot Mozes: Zie, Ik zal voor ulieden brood uit den hemel regenen; en het volk zal uitgaan, en verzamelen elke dagmaat op haar dag; opdat Ik het verzoeke, of het in Mijn wet ga, of niet. (Exodus 16: 4)

Het volk Israël moppert en murmureert tegen Mozes, ze hadden in Egypte willen blijven. Nu zitten ze in de woestijn waar het zwaar is om te overleven. Veel liever waren ze in Egypteland, het land van de vleespotten. Het land waar je kon eten tot je erbij neervalt. Het land van grote potten vlees, overvloed en voorspoed.

Eerst was het alles goed geweest in Egypte. Hun broeder Jozef was onderkoning over heel Egypteland. Maar langzamerhand keerde Egypte zich tegen het hen. Er kwam een koning die niet meer wist wat er vroeger gebeurd was, en die Jozef niet had gekend. En één voor één werden het volk de vrijheden afgenomen. Echt verzet was er niet tegen het inleveren van die vrijheden. Ja, later was er wel één persoon geweest, Mozes, die een Egyptenaar had doodgeslagen, omdat hij een Israëliet sloeg. Maar dat was de uitzondering, de rest van het volk had zich al lang bij de situatie neergelegd. ‘Ach, het is niet anders.’ ‘En iemand doodslaan is toch ook geen oplossing.’ ‘Het is toch de van God gegeven overheid en die moet je gehoorzamen.’ ‘We hebben het toch goed en daar gaat het om’.
Maar Egypteland was ook het land van de slavernij, waar het volk Israël hard moest werken voor en onder leiding van Egyptenaren. Het juk van de Egyptenaren was hard en zwaar, de zweep erover, ze heersten over het hele leven van het volk. Ze moesten als slaaf leven, zonder vrijheid en eigen bezit. De machthebbers keken op ze neer, het waren immers maar achterlijke schaapherders die Israëlieten. En de kinderen kwamen ook de Egyptenaren toe. Farao had aan de vroedvrouwen opdracht gegeven om de kleine jongetjes te doden, wanneer ze net geboren waren. Juist de mannen, de verdedigers van de orde en vrijheid, moesten gedood worden. De kracht en de moed van de mannen moest vernietigd worden. Steeds verder werden de duimschroeven aangedraaid.
Maar dit roept de vraag op, hoe kan een volk nu terugverlangen naar een dergelijk tijd? Wie verlangt er nu terug naar een tijd van onvrijheid en slavernij? Dat was omdat er iets was wat het volk belangrijker vond dan hun vrijheid, namelijk de vleespotten. De welvaart, het grote genieten en schrokken, dat was belangrijker dan de eigen vrijheid. Liever onder een juk leven, dan een moeilijke tocht door een woestijn. Maar het zal ook wel zijn omdat de mensen een erg kort geheugen hebben. Die verdrukking en slavernij, ze zijn het al lang vergeten. Maar de smaak van het vette vlees tussen hun tanden zijn ze niet vergeten.
Die onvrijheid leverde ook nog iets anders op, namelijk veiligheid. Je hoefde niet te strijden tegen de Egyptenaren, liever de lieve vrede bewaren, in plaats van te strijden omwille van je vrijheid. En de Egyptenaren beschermden de Israëlieten ook tegen aanvallen van buiten, aanvallen van andere volken. Zo was je zeker van je veilige leventje, vlees, brood en veiligheid.
Gaat het vandaag niet net zo? Eén voor één worden de vrijheden afgenomen. Heel je inkomen komt de overheid toe, en de overheid heeft je zoveel terug als haar goed dunkt. Dat is immers wat het principe is van inkomensbelasting?! Maar dat is ook het principe achter de verzorgingsstaat, heel het bezit is gezamenlijk bezit, wat door de Staat gelijkelijk wordt verdeeld over rijk en arm
Ook de verdediging van je bezit en gezin tegen aanvallen van buiten komt de overheid toe. Daar is immers de politie voor, die heeft het alleenrecht op gebruik van geweld. En steeds meer gaat het er naartoe dat ook je lichaam bezit van de overheid is, je lichaam wordt na de dood, of al tijdens de stervensfase, beschikbaar gesteld voor orgaandonatie, tenzij je hier uitdrukkelijk bezwaar tegen maakt.
De onderdrukking is hard, en zelfs ongeboren kinderen en ouderen zijn hun leven niet zeker. Wanneer de moeder het wil, onder druk van omgeving en een anti-kind-beleid of niet, wordt het kind in de baarmoeder gedood. Wanneer de dochter het zat is om moeder in het verpleeghuis te bezoeken, stelt ze euthanasie voor. ‘En moeder, dat wilt u zelf toch eigenlijk ook?’
Een hard juk is ons op de schouders gelegd. Werken, werken, werken, tot je erbij neervalt. Alles voor het grote geld en de zekerheid. ‘Ja, we zijn 7 dagen per week, 24 uur per dag open’. Europa eist haar geld op en de banken heersen alom. Het volk moet uitgemolken worden, al is het via verhogen van boetes voor te snel rijden. Iedereen moet werken, vrouwen worden bij hun kinderen vandaan getrokken om te werken. Voor hun eigen vrijheid en het verhogen van de belastinginkomsten.
Alles wordt door de almachtige Staat bepaald, waar ik mag bouwen, hoe mijn huis eruit mag zien, wat er op school geleerd wordt, hoe lang de kinderen per dag naar school gaan, enz.
En het volk pikt het allemaal. Wanneer je kikkers in koud water stopt en het water dan langzaam aan de kook brengt, springen ze er niet uit, en gaan een langzame dood tegemoet. Zo lijkt het ook in ons kikkerlandje. Heel langzaam, stap voor stap, worden ons de vrijheden afgenomen. En we pikken het allemaal, we merken het niet omdat het zo geleidelijk gaat.
Het volk vindt het allemaal wel goed. We hebben onze zekerheid van wieg tot graf. Verzekeringen zorgen dat alles afgedekt is, brand, storm, natuurrampen, arbeidsongeschiktheid, ziekte, wat je ook overkomt, de verzekeraar zorgt voor je. Het volk vindt het wel goed. Het heeft het gevoel beschermd te worden door de Staat, veiligheid boven alles. Privacy inleveren? Als het een gevoel van veiligheid ten goede komt kan alles.
En het volk vindt het wel goed. We kennen luxe en welvaart, we kunnen eten tot we erbij neervallen. Wild, dure wijnen, extravagante etentjes, het kan niet op. Een tweede auto, drie TV’s, vier vakanties per jaar, vijf procent loonsverhoging.
En nu terug naar de Bijbeltekst van het begin. Het volk moppert en klaagt, het wil terug naar de vleespotten. Maar het krijgt brood uit de hemel en later ook vlees. Het brood wat uit de hemel komt, dat is het Brood des Levens. Het is God zelf die mens geworden is. Hij is het boord des Levens. En Hij is gekomen om zijn volk te bevrijden van de slavernij en het juk van de zonde. Dat is de diepste zin van Kerst, God werd mens om de mens te bevrijden, haar vrijheid terug te geven. Zonde maakt tot slaaf, denk bijvoorbeeld maar aan gokken, drank, sex en wat voor ander zonde dan ook maar.
Hierin ligt Goddelijke wijsheid en verlossing. Elke dag zorgt God dat er manna ligt om brood van te maken. Elke dag. Dat is wijsheid, niet zo veel dat mensen kunnen gaan oppotten voor later, als ik maar een goed pensioen heb en zekerheid. Nee, elke dag genoeg voor één dag, niet meer en niet minder. Niet als jongeren leven in de toekomst, of als ouderen in het verleden, vroeger was alles beter, maar leven bij de dag die God geschonken heeft. Bidden om degelijks brood. En wanneer je toch te veel voor jezelf neemt en dit wilt bewaren dan stinkt het de volgende dag. Zo ging het met dat manna wat God geeft. En zo is dat wanneer mensen te veel willen nemen voor zichzelf, het gaat stinken, de lucht vervuild, de natuurlijke bronnen raken op, milieuvervuiling en verwoesting van de natuur.
Ze moesten zo veel nemen als ze eten mogen (vers 16), niet te veel, en toch ook genoeg om van te leven. Daar is geen Sonja Bakker voor nodig. En ze moesten verzamelen voor al degenen die in hun tent zijn. Niet alleen voor jezelf zorgen, maar voor iedereen in je tent, voor de hele familie, geen individualisme dus.
Is er nog hoop voor een volk wat zelf democratisch kiest voor de onvrijheid en de onderdrukking, de vernietiging van het leven. Er is hoop omdat God mens werd, omdat Hij trouw is en Zijn volk verlost. En Hij bewaart een rest. Er zijn nog mensen die de vrijheid liefhebben. Er is een pastoor die elke ochtend de klok luidt, ondanks het verbod van de gemeente Tilburg.[1] Er is een man in Bunschoten-Spakenburg die zijn kinderen zelf les geeft, ondanks het verbod van de leerplichtambtenaar.[2] Er is een man in Groningen die de Staat een loer draait en zijn huwelijk laat voltrekken door de wederzijdse vaders, en niet door de Staat.[3] Er is een Hervormde professor die oproept tot vrijmoedige wetsovertreding.[4]
Er is hoop voor ons land en volk, maar geen vrijheid zonder God. Heb de vrijheid lief, dient Hem.
Gezegende kerstdagen gewenst.

[1] http://www.katholieknederland.nl/actualiteit/2007/detail_objectID592204_FJaar2007.html
[2] http://www.refdag.nl/artikel/1317496/Boete+dreigt+voor+bezwaarde+Spakenburger.html
[3] Zie trouwerij van ons redactielid Tom Zwitser en zijn vrouw.
[4] http://www.refdag.nl/artikel/1326215/Oproep+tot+vrijmoedige+wetsovertreding.html

Geen opmerkingen: