H. Augustinus in "De doctrina Christiana", 2, 8: "De volledige canon der H. Schrift bestaat uit de volgende boeken: "De vijf boeken van Mozes, d.w.z. Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium; en één boek van Jozue, één boek der Rechters, een boekje dat Ruth genoemd wordt, dat meer bij het begin van de boeken der Koningen schijnt te behoren; vervolgens de vier boeken der Koningen, en de twee boeken Paralipomenon, niet als een vervolg, maar aan hun zijde en gelijktijdig voortgaande. Dit is de geschiedenis, die haar eigen tijdsbepalingen bevat, en de volgorde der gebeurtenissen; andere gebeurtenissen hebben geen volgorde, zij sluiten niet bij deze volgorde aan en hebben ook geen verband met elkaar, zoals Job, en Tobias, en Esther, en Judith, en de twee boeken van de Makkabeën, en de twee boeken Esdras, die meer schijnen te volgen op die ordelijke geschiedschrijving tot en met de boeken der Koningen; vervolgens de Profeten, waaronder één boek der Psalmen van David, en drie van Salomon, Spreuken, Hooglied en Prediker. Want die twee andere boeken, het ene dat tot opschrift Wijsheid draagt en het andere Ecclesiasticus, vertonen, naar men zegt, enige gelijkenis met Salomon. Want aanhoudend wordt Jezus Sirach als schrijver daarvan genoemd, maar toch moeten zij, omdat zij een gezaghebbende plaats verdienden in te nemen, onder de profetische geschriften gerekend worden. De overige boeken zijn van hen, die in eigenlijke zin profeten genoemd worden, de afzonderlijke boeken van twaalf profeten, die, met elkaar verbonden omdat zij nooit van elkander gescheiden zijn, voor één gehouden worden. De namen van deze profeten zijn de volgende: Osee, Joel, Amos, Abdias, Jonas, Micheas, Nahum, Habacuc, Sophonias, Zacharias, Malachias. Daarna volgen vier profeten die grotere boeken beslaan: Isaias, Jeremias, Daniël, Ezechiël. Uit deze vierenveertig boeken bestaat het gezaghebbende Oude Testament".
Bron: http://www.stpiusx.be/protestantse-opwerpingen-tegen-de-katholieke-kerk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten