donderdag 5 augustus 2010

Wordt de zalving en de wijding, die van de Bijbel uitgaat, niet in de gelovige gewekt door de H. Geest?

Hoe weet u dat dit zo is? Uit een of andere tekst van de Bijbel? Dat is natuurlijk geen bewijs, want dan wil men bewijzen, wat Gods Woord is, op grond van een tekst waarvan datzelfde óók nog bewezen moet worden.

Of is het, omdat het geloof een gave Gods is? Alweer, hoe weet men dat, want een Bijbeltekst is daartoe eveneens geen bewijs? Dus alleen door het eigen verstand. Wat zegt dit? Geloven betekent, dat men iets, dat men zelf niet gezien heeft of niet begrijpt, aanneemt op het gezag van een ander, omdat men weet, dat deze geloofwaardig is. Ons verstand nu zegt, dat God geloofwaardig is, als Hij tot ons spreekt. Eerst moet men echter onderzoeken, of het waar is, dat God tot de mensen gesproken heeft en wel door de Bijbel. Blijkt dit zo te zijn, dan moet men redelijkerwijze alles geloven wat in de Bijbel geschreven staat. Maar dan kost het de mens, hoe onredelijk het ook is, te veel moeite, om dat te geloven, omdat er daarin, als goddelijk van oorsprong, veel staat dat voor de mensen onbegrijpelijk is. Om dan in feitelijkheid te geloven, heeft men Gods hulp nodig.

Geloof is dus een redelijk verantwoorde daad en geheel iets anders dan louter ingeving van een gevoel van zalving en wijding. Dat is slechts een blinde daad van gevoel, louter bewering zonder bewijs, maar dat niettemin, met een beroep op God, niet met zich redeneren laat, wat het geloof wel wat belachelijk maakt tegenover zoekende geesten. Iedere godsdienst kan dat wel beweren van zijn heilige boeken, bijv. de Mohammedanen van hun Koran!

Overigens pleit de uitslag van deze beweerde ingeving door de H. Geest zeer tegen de protestanten. In de eerste christeneeuwen beschouwde men nl. de Septuagint, d.w.z. de toen gebruikelijke Griekse vertaling van het Oude Testament als H. Schrift. Hierin stonden ook de boeken en gedeelten van boeken, die door de protestanten verworpen, maar door de katholieken aanvaard worden, nl. Tobias, Judith, Wijsheid, Ecclesiasticus (Jezus Sirach), Baruch, de zeven laatste hoofdstukken van Esther, van Daniël het gebed van Azarias, het gezang van de drie jongelingen in de vuuroven, de geschiedenis van Susanna en die van Bel, verder 1 en 2 Makkabeën. De Kerkvaders beriepen zich op al deze boeken als H. Schrift, zonder onderscheid te maken, en de catacomben van Rome brachten er insgelijks zonder onderscheid gebeurtenissen uit in beeld. Slechts enkelen verwierpen sinds de vierde eeuw, in navolging van de joden uit hun tijd, de boeken die de protestanten verwerpen van de katholieke Bijbel. Op het Concilie van Florence in 1441, herhaald in 1546 op het Concilie van Trente, heeft het Kerkelijk leergezag uitspraak gedaan, dat deze boeken tot de H. Schrift behoren, en daarmee was de zaak voor de katholieken beslist.

Bron: http://www.stpiusx.be/protestantse-opwerpingen-tegen-de-katholieke-kerk

Geen opmerkingen: