Veel protestanten vinden dat al die beelden in de kerk afleiden van Christus, afleiden van de essentie waar het om gaat. Een analogie kan hierbij verhelderend werken (analogie afkomstig van Patrick Madrid).
Ik bezocht eens een Koning:
Scenario 1: Ik ging naar een majestueus kasteel. De muren van het hof waren prachtig versierd en er liepen hovelingen in lange gewaden. De musici speelden prachtige muziek. Er stonden beelden van de grootse adellijken van het verleden. Vooraan in het hof stonden twee tronen. Een voor de Koning en een voor de koningin. Iedereen in het hof had grote eerbied voor de koningin. Ze knielden voor haar, kusten haar hand en tilden de sleep van haar jurk op wanneer ze liep. Maar ze wisten wie alle autoriteit toekwam. Namelijk de Koning. Wanneer ze hem zien toont iedereen diep respect. Ze willen Hem dienen. Ze weten dat Hij de Heer is die alle macht heeft. De prachtige koningin aan zijn zijde, de mooie versieringen aan de wand, de beelden en de muziek dienen slechts tot meerder eer en glorie van Hem. Al die schoonheid om hem heen maken Hem slechts verhevener (dit is het Katholieke beeld, een beeld van de hemel zoals dat in Openbaringen beschreven wordt).
Scenario 2: Daarna kwam ik in een lege zaal – een loods. De muren waren kaal. Je ziet er niemand. Vooraan zit de Koning alleen op een simpele stoel (dit is ongeveer het Protestantse model).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten