zaterdag 2 februari 2013

De Bijbel over de Kinderdoop

De kinderen van Christelijke ouders moeten gedoopt worden, niet alleen volwassenen

Hand. 16:
14 En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster, van de stad Thyatíra, die God diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd.
15 En als zij gedoopt was, en haar huis, bad zij ons, zeggende: Indien gij hebt geoordeeld, dat ik den Heere getrouw ben, zo komt in mijn huis, en blijft er. En zij dwong ons.
Hier lezen we dat de purperverkoopster Lydia zich bekeerde na de prediking van Paulus en dat ze “gedoopt werd met haar hele huis” (Hand. 16: 15). Haar hele huishouden werd dus gedoopt, de kinderen werden daarbij ingesloten.


Hand. 16:
33 En hij nam hen tot zich in dezelve ure des nachts, en wies hen van de striemen; en hij werd terstond gedoopt, en al de zijnen.
34 En hij bracht hen in zijn huis, en zette hun de tafel voor, en verheugde zich, dat hij met al zijn huis aan God gelovig geworden was.
Crispus, de gevangenbewaarder, werd gedoopt met al de zijnen.

1 Kor. 1:
16 Doch ik heb ook het huisgezin van Stéfanus gedoopt; voorts weet ik niet, of ik iemand anders gedoopt heb.
Ook hier weer werd het hele gezin gedoopt, het is zeer aannemelijk dat hier ook kinderen bij waren. Die hoorden immers ook bij het huisgezin.

Hand. 2:
38 En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.
39 Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal.
Hier staat geen beperking bij voor kinderen, een ieder van u worde gedoopt. En Petrus voegt eraan toe: “Want voor u is de belofte; ook voor uw kinderen. Deze geboden zijn universeel, en niet beperkt tot volwassenen.

Matt. 19:
13 Toen werden kinderkens tot Hem gebracht, opdat Hij de handen hun zou opleggen en bidden; en de discipelen bestraften dezelve.
14 Maar Jezus zeide: Laat af van de kinderkens, en verhindert hen niet tot Mij te komen; want derzulken is het Koninkrijk der hemelen.
De discipelen wilden de kinderen tegenhouden, maar Jezus laat ook de kinderen tot Hem komen. Zouden wij de kinderen dan beletten om via de Doop tot Hem te komen?

Kol. 2:
11 In Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus;
12 Zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft.
De Doop is dus in plaats van de besnijdenis gekomen. Ook kleine kinderen werden besneden, wanneer dit bij de Doop niet langer zo is, dan zou je verwachten dat de apostel dat expliciet vermeld, omdat er in dat geval een duidelijk verschil is tussen Doop en Besnijdenis. Maar dat doet hij dus niet, en gaat er voetstoots vanuit dat ook kinderen gedoopt worden.