Ik vraag me bovendien af of
deze dominees niet hetzelfde doen, door zich op Christus plek te zetten. In dit
artikel in het Reformatorisch Dagblad laten ze zich namelijk dominee noemen. Het
woord dominee is een verbastering van de vocatief domine van het Latijnse
dominus dat heer betekent. Het is de naam die ook voor Jezus gebruikt wordt,
Hij is immers de Heer (of Here) Jezus Christus. Hoe durven ze zich zo op een
lijn met Hem te stellen? Ze noemen zich ook herder en leerraar (niet in dit
artikel, maar het is in Gereformeerde kringen een gebruikelijke naam voor een
dominee), maar we hebben toch maar één goede Herder, hoe kunnen ze zich dan
herder en leerraar laten noemen? Dat is in ieder geval het niveau van
argumenteren van deze protestanten tegen de paus als zijde antichrist.
Overtuigend is het zeker niet.
In een ander
artikel uit het Reformatorisch Dagblad worden wel enkele argumenten
genoemd: “In uiterst beknopte vorm, maar met verwijzing naar de betreffende
datum moeten wij in dit verband wijzen op de leer van het vagevuur, de beelden
en relikwieënverering, het celibaat van het priesterschap, de instelling van de
Inquisitie, de aflaathandel, de leer van de transsubstantiatie, de aanbidding
van de hostie, de ontzegging van de beker bij het Avondmaal, het gelijkwaardig
verklaren van de traditie en de Bijbel, evenals die van de apocriefe aan de
canonieke boeken, de onbevlekte ontvangenis van de maagd Maria, de
onfeilbaarheidsverklaring van de Paus in zaken van geloof en moraal, de
lichamelijke hemelvaart van Maria en dat alles terwijl het op het concilie van
Trente uitgesproken anathema over de belijders van de leer van vrije genade is
gehandhaafd gebleven.” Dat zijn allerlei Rooms Katholieke geloofspunten die
Gereformeerden on-Bijbels noemen, maar het heeft weinig te maken met de vraag
of de paus de antichrist is. In die zin is ds. Wim de Bruin eerlijker, hij
zegt op zijn blog: “Volgens de Bijbel is de antichrist…
·
Iemand
die zichzelf goddelijke eer laat aanleunen en ondertussen openlijk tegen God
strijdt (2 Tess. 2:4).
·
Iemand
die op een kwaadaardige manier de mensen verleidt om niet God maar hemzelf de
eer te geven (Opb. 13:11-15).
·
Iemand
die uitgesproken gewelddadig is tegen volgelingen van Jezus (Opb. 13:7).
·
Een
rechtstreekse handlanger van satan (2 Tess. 2:9).
Deze weergave doet me denken
aan de Noord-Koreaanse leiders, of aan Assad, maar het wil me niet lukken om
aan Paus Franciscus te denken.”
Ik zou eraan willen
toevoegen dat uit 1 Joh. 4: 2, 3 en 2 Joh. 1: 7 blijkt dat de antichrist ontkent
dat Jezus Christus in het vlees is gekomen. En dat het iemand is die loochent
dat Jezus de Christus is (1 Joh. 2: 22). Dat is zeker niet iets dat deze paus
doet, evenmin als de vorige pausen. Het is op z’n zachtst merkwaardig dat de
Protestanten die het Sola Scriptura zo hoog in het vaandel hebben bij deze
stelling mbt de paus zich niet op de Bijbel beroepen. En geen enkele moeite
doen om de H. Schrift op dit punt uit te leggen.