donderdag 28 maart 2013

De paus als de antichrist

In een artikel in het Reformatorisch Dagblad betogen vijf dominees dat de paus de antichrist is. Daarmee zeggen ze op zich niets bijzonders, maar volgen gewoon na wat hun voorvaderen gezegd hebben, zoals Luther, maar ook de belijdenisgeschriften spreken op deze wijze. Het duidelijkst staat het in de Westminster confessie, waar we lezen: “Er is geen ander Hoofd van de Kerk dan de Here Jezus Christus. De paus van Rome kan dus in geen enkel opzicht het hoofd ervan zijn, maar hij is die antichrist, die mens der zonde en zoon des verderfs die zichzelf in de kerk tegen Christus verheft en tegen al wat God heet.” (25: 6). In die zin moet niemand zich verbazen over wat deze dominees zeggen. Wat wel opmerkelijk is is hun argumentatie die slecht is en niet vanuit de Bijbel. Sterker nog, hun argument is eigenlijk dat het tegen de Reformatorische Traditie is om vriendelijk over de paus te schijven. Hun voorvaderen, de Oranjes, hebben tegen de papen gevochten en velen hebben er hun leven voor gegeven, hoe zouden zij dan vriendelijk kunnen of mogen schrijven over de paus?!


Ik vraag me bovendien af of deze dominees niet hetzelfde doen, door zich op Christus plek te zetten. In dit artikel in het Reformatorisch Dagblad laten ze zich namelijk dominee noemen. Het woord dominee is een verbastering van de vocatief domine van het Latijnse dominus dat heer betekent. Het is de naam die ook voor Jezus gebruikt wordt, Hij is immers de Heer (of Here) Jezus Christus. Hoe durven ze zich zo op een lijn met Hem te stellen? Ze noemen zich ook herder en leerraar (niet in dit artikel, maar het is in Gereformeerde kringen een gebruikelijke naam voor een dominee), maar we hebben toch maar één goede Herder, hoe kunnen ze zich dan herder en leerraar laten noemen? Dat is in ieder geval het niveau van argumenteren van deze protestanten tegen de paus als zijde antichrist. Overtuigend is het zeker niet.
In een ander artikel uit het Reformatorisch Dagblad worden wel enkele argumenten genoemd: “In uiterst beknopte vorm, maar met verwijzing naar de betreffende datum moeten wij in dit verband wijzen op de leer van het vagevuur, de beelden en relikwieënverering, het celibaat van het priesterschap, de instelling van de Inquisitie, de aflaathandel, de leer van de transsubstantiatie, de aanbidding van de hostie, de ontzegging van de beker bij het Avondmaal, het gelijkwaardig verklaren van de traditie en de Bijbel, evenals die van de apocriefe aan de canonieke boeken, de onbevlekte ontvangenis van de maagd Maria, de onfeilbaarheidsverklaring van de Paus in zaken van geloof en moraal, de lichamelijke hemelvaart van Maria en dat alles terwijl het op het concilie van Trente uitgesproken anathema over de belijders van de leer van vrije genade is gehandhaafd gebleven.” Dat zijn allerlei Rooms Katholieke geloofspunten die Gereformeerden on-Bijbels noemen, maar het heeft weinig te maken met de vraag of de paus de antichrist is. In die zin is ds. Wim de Bruin eerlijker, hij zegt op zijn blog: “Volgens de Bijbel is de antichrist…
·         Iemand die zichzelf goddelijke eer laat aanleunen en ondertussen openlijk tegen God strijdt (2 Tess. 2:4).
·         Iemand die op een kwaadaardige manier de mensen verleidt om niet God maar hemzelf de eer te geven (Opb. 13:11-15).
·         Iemand die uitgesproken gewelddadig is tegen volgelingen van Jezus (Opb. 13:7).
·         Een rechtstreekse handlanger van satan (2 Tess. 2:9).
Deze weergave doet me denken aan de Noord-Koreaanse leiders, of aan Assad, maar het wil me niet lukken om aan Paus Franciscus te denken.”
Ik zou eraan willen toevoegen dat uit 1 Joh. 4: 2, 3 en 2 Joh. 1: 7 blijkt dat de antichrist ontkent dat Jezus Christus in het vlees is gekomen. En dat het iemand is die loochent dat Jezus de Christus is (1 Joh. 2: 22). Dat is zeker niet iets dat deze paus doet, evenmin als de vorige pausen. Het is op z’n zachtst merkwaardig dat de Protestanten die het Sola Scriptura zo hoog in het vaandel hebben bij deze stelling mbt de paus zich niet op de Bijbel beroepen. En geen enkele moeite doen om de H. Schrift op dit punt uit te leggen.