vrijdag 9 mei 2014

Heiligverklaringen Rome niet in strijd met de H. Schrift

We verwezen al eerder naar een goede bijdrage van Joël Valk, die reageerde op een artikel van ds. L.J. Geluk die In het Reformatorisch Dagblad schreef over de heiligverklaringen van twee pausen. Ds. Geluk geeft nu weer een reactie op het artikel van Joël Valk, hier een bespreking van dit artikel.

Het klopt dat Rome niet aanspreekbaar is op het Sola Scriptura, omdat ze dit ‘dogma’ niet accepteert. Het grote probleem met het Sola Scriptura is dat het niet in de Bijbel staat. Geen enkele tekst in de Bijbel zegt ons dat we alle zaken omtrent ons geloof enkel en alleen mogen baseren op wat in de H. Schrift staat. Sterker nog de H. Schrift geeft duidelijk aan dat de Traditie en het Leergezag eveneens richting geven aan ons geloof. Deze andere twee pijlers zijn dus ook gezaghebbend, net als de H. Schrift. Ds. Geluk daag ik uit om één Bijbeltekst te noemen waarin het Sola Scritura geleerd wordt. Natuurlijk zijn er teksten waarin geleerd wordt dat de H. Schrift geïnspireerd is, en dat aanvaarden katholieken van harte. En er zijn teksten waarin blijkt dat Gods woord gezaghebbend is voor ons geloof en dat wij ons leven daarnaar moeten richten. Enzovoorts. Maar nergens staat dat we ons geloof op de H. Schrift alleen mogen baseren.

Dat de heiligen voorbede voor ons doen staat wel degelijk in de H. Schrift, zie bijv. Open. 8: “En er kwam een andere engel, en stond aan het altaar, hebbende een gouden wierookvat; en hem werd veel reukwerks gegeven, opdat hij het met de gebeden aller heiligen zou leggen op het gouden altaar, dat voor den troon is. En de rook des reukwerks, met de gebeden der heiligen, ging op van de hand des engels voor God.” (vers 3 en 4, zie ook Open. 5: 8). Ook het feit dat we eer moeten brengen aan de heiligen die ons zijn voorgegaan is geheel Bijbels. Essentieel onderdeel van de katholieke heiligenverering is dat we de heiligen moeten navolgen, omdat ze een goed voorbeeld van een heilig leven hebben gegeven. Dat leren we o.a. van de H. apostel Paulus, die immers zegt dat we hem moeten navolgen. Zo zegt hij: “Weest mijn navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus.” (1 Kor. 11: 1). Opvallend is dat er niet staat dat we navolgers van Christus moeten zijn, maar navolgers van Paulus! En dat omdat hij (Paulus) Christus navolgt (zie ook Fil. 3: 17; 1 Tess. 1: 6; 1 Kor. 4: 16). Het eren van hen die ons voorgegaan zijn wordt ook duidelijk geleerd in de H. Schrift, zo staat in de Hebreeënbrief: “Gedenkt uwer voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling.”( Hebr. 13: 7).

Verder ergert ds. Geluk zich: “In de tweede plaats betekent ”oecumene” voor Rome niet een serieus, luisterend gesprek met andere (wereld)kerken, maar het voortdurend poneren dat alleen zij de ware kerk is en beslist wat waarheid is.” Het is toch zeer wel mogelijk om een serieus en luisterend gesprek te hebben, terwijl je tegelijkertijd vasthoud aan een bepaalde waarheid die absoluut is. Zo kan ds. Geluk toch ook een serieus en luisterend gesprek hebben met een ongelovige, terwijl hij uitgaat van de absolute waarheid dat God bestaat en ons geschapen heeft. Verder leert de H. Schrift heel duidelijke dat het de Kerk is die pijler en fundament is van de waarheid (1 Tim. 3: 15), niet gek dus dat de katholieke Kerk er vanuit gaat dat ze de waarheid bezit.

Tenslotte noemt ds. Geluk nog de vergoddelijking van Maria, nu daarop kan de reactie kort zijn. De Katholieke Kerk vergoddelijkt Maria niet. Er is een wezenlijk verschil tussen vereren en aanbidden, dat laatste komt alleen God toe, het eerste is iets dat ook gegeven kan worden aan mensen die eer verdienen. En Maria zelf heeft toch zelf in haar Magnificat gezegd dat alle geslachten haar zalig prijzen, nu dat is wat katholieken  en dat is wat katholieken doen en het is iets waar ds. Geluk zijn handen niet aan lijkt te willen branden.


Geen opmerkingen: