En dat was te voorzien, dat kon niet anders. Had Luther het recht om, zonder zich aan een hoog kerkelijk leergezag te storen, met de Bijbel in de hand te bepalen, wat men op godsdienstig gebied wel of niet moest geloven, dan had Calvijn net zo goed dat recht. Luther nu zag de woorden van de Bijbel zo, - Calvijn zag het weer heel anders. Wat door Luther, op gezag van de Bijbel, als geloofspunt werd geleerd, werd op gezag van dezelfde Bijbel, door Calvijn als leugen verworpen. En natuurlijk, hierbij bleef het niet. Wat Luther en Calvijn deden, dat deden met het zelfde recht hun volgelingen ook. Iedereen verstond en verklaarde de Bijbel naar eigen opvatting en inzicht. En waarom niet? Als hoofdbeginsel van het Protestantisme geldt namelijk vrijheid van onderzoek. Maar wat kon daar anders uit voortkomen dan de grootste wanorde en godsdienstige verdeeldheid? De meest uiteenlopende sekten sproten dan ook bij tientallen uit de grond op. Wat door de éne werd opgebouwd, werd door de ander afgebroken. En is het nu niet zover dat men in iedere grote stad een aantal Protestantse sekten vindt, waarvan ieder een afzonderlijke en op zichzelf staande richting volgt, ja, dat soms in één gezin, de man dit, de vrouw weer iets anders, en de kinderen soms weer iets anders geloven?
Kunnen we dit nu eenheid van geloof noemen? Is dit nu eenheid van godsdienstleer? Nee, dit is verdeeldheid en verwarring zonder einde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten