Wel probeerden dwaalleraars haar deze naam van het begin af te ontnemen en die aan hun eigen sekte te geven, maar toen net zoals nu, tevergeefs. Die sekten kregen de naam van haar hoofd of stichter en werden daarom Donatisten, Valentinianen, Arianen, Nestorianen, enz. genoemd, zoals men nu de volgelingen van Luther, Calvijn en Menno, Lutheranen, Calvinisten en Mennonieten noemt; alleen de ware Kerk van Christus werd door iedereen, vriend of vijand, de Katholieke Kerk genoemd. De H. Augustinus zei in de 4 eeuw (De vera Relig. C. 7): “Wij moeten vasthouden aan die Kerk, die de Katholieke is en de Katholieke genoemd wordt, niet alleen door haar eigen kinderen, maar ook door haar tegenstanders. Want ook degenen die zich van de Kerk hebben losgerukt, noemen haar, als zij met anderen spreken, de Katholieke Kerk. Zij zouden niet eens begrepen worden, als zij een andere naam zouden gebruiken.
Het is dus duidelijk, dat in de eerste eeuwen de ware Kerk van Christus al de naam “Katholieke” Kerk had, en juist door die naam van andere sekten of kerken werd onderscheiden.
Kan men zich nu indenken, dat de ware Kerk van Christus later die naam verloren zou hebben, en dat deze op een valse godsdienst zou zijn overgebracht? Het lijkt mij dat deze gedachte niet erg gepast is. Als Christus namelijk zo iets had toegelaten, dan moesten de gelovigen, die vroeger gewend waren zijn ware Kerk juist door die naam te onderscheiden, door deze naamsverandering in de war en op het dwaalspoor zijn geraakt. Dat Christus dit zou hebben toegestaan, kunnen we moeilijk aannemen.
Als men toegeeft, dat de ware Kerk van Christus de naam, die zij in de eerste eeuwen had en waarmee zij zich van de andere kerken onderscheidde, niet heeft verloren, dan moet men ook toegeven, dat die Kerk, die nu nog deze naam draagt, nl. de Katholieke Kerk, dezelfde Kerk is, die al in de eerste eeuwen deze naam had en dat zij dus nu net zo goed als toen, de ware Kerk is, door Christus gesticht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten