Van wie hebben de zogenaamde “Evangelisten” van de
Protestanten hun zending, hun macht of bevoegdheid ontvangen? Kijken we naar
Luther.
Van wie ontving Luther de last of zending om een nieuwe leer
te verkondigen? Absoluut niet onmiddellijk van de Apostelen, daarvoor kwam hij
1500 jaar te laat. Ook niet van hun wettige opvolgers, want de wettige
opvolgers ten tijde van Luthers optreden waren of de overheden van de
Katholieke Kerk, of zij bestonden niet. Er is hier geen middenweg. Want zeg mij
eens eerlijk: waar zouden toen, buiten de Katholieke Kerk, de wettige opvolgers
van de Apostelen geweest zijn?
De overheden van de Katholieke Kerk hebben in ieder geval
Luther de taak niet gegeven om een leer te verkondigen, die met de katholieke
leer in strijd is. Deze leer hebben dezelfde overheden in het Concilie van
Trente zo uitdrukkelijk mogelijk veroordeeld. Bovendien deed hij zich ook
absoluut niet voor, als door de Paus of zijn wettige Bisschop gezonden; hij
wilde niets van hen weten en overlaadde de kerkelijke overheid (verg. §22) met
de vernederendste beledigingen en kwaadsprekerij. Luther had dus geen wettige
zending ontvangen, niet van de Apostelen zelf en niet van hun wettige
opvolgers. Dit is duidelijk.
Ook Luther zelf voelde dit heel goed aan, en daarom kon hij
ook niets anders dan beweren, dat hij onmiddellijk door God zelf geroepen was.
Maar u begrijpt, lezer, zo iets kan men makkelijk zeggen,
maar dit moet goed bewezen worden. De Apostelen beweerden, en zeker terecht,
dat zij onmiddellijk door God waren gezonden; maar zij bewezen die goddelijke
zending, vooral door wonderen. Als zij dit niet gedaan hadden, dan zou men
namelijk onredelijk en lichtvaardig gehandeld hebben door hun woorden te geloven.
Maar welke bewijzen heeft Luther gegeven, dat hem door God zelf de taak was
opgelegd om een nieuwe leer te verkondigen? Absoluut geen één. Het is namelijk
overbekend dat Luther nooit een wonder heeft verricht, waaruit kon blijken, dat
hij werkelijk door God zelf was gezonden. En dat voor die goddelijke zending
absoluut geen bewijs te vinden is in de heiligheid van Luthers leven, hebben we
al gezien (§ 23).
Luther, de vader van het Protestantisme, en met hem Calvijn,
Zwingli en andere sektehoofden, ontvingen dus niet van God zelf een bepaalde
zending; ook niet van de Apostelen of van hun wettige opvolgers, maar stonden
gewoon op eigen gezag op om een nieuwe leer te verkondigen. Hieruit volgt, dat
noch zijzelf, noch de latere bedienaren van het Protestantisme door een wettige
opvolging met de Apostelen in verbinding staan. Neem aan dat de tegenwoordige
bedienaren hun voorgangers telkens hebben opgevolgd; dan zou men dus kunnen
terug tellen tot Luther, maar niet verder. Daar wordt namelijk alle opvolging
verbroken; want Luther was de wettige opvolger van …....niemand. Maar is dit
zo, dan is de protestantse godsdienst, maar ook zijn leer, niet Apostolisch.
d.w.z. niet de ware, door Christus gestichte Kerk, van wie de bedienaren en
herders altijd de wettige opvolgers moeten zijn van haar eerste bedienaren en
herders, de Apostelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten