donderdag 30 april 2009
Het Vagevuur
Catholic Answers, San Diego: 2004, http://www.catholic.com/library/Purgatory.asp
De Catechismus van de Katholieke Kerk definieert het vagevuur als een “reiniging”, om de heiligheid te bereiken die noodzakelijk is om in te gaan in de vreugde van de hemel, voor hen ”die sterven in de genade en de vriendschap van God, maar nog niet volkomen gelouterd zijn” (KKK1030). Er wordt verder gesteld: “deze laatste loutering van de uitverkorenen, [is] geheel verschillend van de straf van de verdoemden” (KKK 1031).
Deze reiniging is noodzakelijk omdat de Schrift leert dat niets dat ontreinigd is, inkomen kan in de hemel van God (Openb. 21: 27). Hoewel we sterven in de vergeving van onze doodzonden, kan het toch zo zijn dat er onreinheid in ons overblijft, voornamelijk onze corrupte zonden en de tijdelijke straffen, als gevolg van de zonden die al wel vergeven zijn.
Twee oordelen
Wanneer we sterven ondergaan we wat genoemd wordt het persoonlijke en individuele oordeel. De Schrift zegt dat “gelijk het den mensen gezet is, eenmaal te sterven, en daarna het oordeel” (Hebr. 9: 27). We worden onmiddellijk geoordeeld en ontvangen onze beloning, ten goede of ten kwade. We weten direct wat onze bestemming is. Aan het eind der tijden, wanneer Jezus terugkomt, zal er een algemeen oordeel komen waaraan de Bijbel refereert, bijvoorbeeld in Matt. 25: 31-32: “En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op den troon Zijner heerlijkheid. En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt.” In het algemene oordeel zullen al onze zonden openbaar worden (Luc. 12: 2-5).
Augustinus heeft gezegd in De stad van God, dat “tijdelijke straffen door sommige mensen alleen in dit leven ondergaan worden, bij anderen zowel nu als ook in het leven na dit leven, maar allemaal voordat het laatste oordeel plaats heeft”(21:13). Dat is dus tussen het individuele oordeel en het uiteindelijke algemene oordeel, opdat de ziel gereinigd wordt van alle overblijvende gevolgen van de zonde: “Ik zeg u: Gij zult van daar geenszins uitgaan, totdat gij ook het laatste penningsken betaald zult hebben” (Luc. 12: 59).
Geld, geld, geld
Een van de belangrijkste argumenten die door anti-katholieken gebruikt wordt tegen het vagevuur, is de idee dat de Katholieke Kerk geld zou verdienen aan het verkondigen van de leer betreffende het vagevuur. Zonder vagevuur, zo is de claim, zou de Kerk failliet gaan. Een heel aantal anti-katholieke boeken claimt dat de Kerk de meerderheid van haar rijkdommen aan deze leer zou danken. Maar de berekeningen kloppen gewoonweg niet.
Wanneer Katholieken een Herdenkingsmis aanvragen voor een overledene – dat is een Mis ten voordele van iemand in het vagevuur – is het de gewoonte om de parochiepriester een bezoldiging te geven, volgens het principe dat de arbeider zijn loon waardig is (Luc. 10: 7) en zij die de heilige dingen bedienen eten van het heilige (1 Kor. 9: 13-14). In de Verenigde Staten is deze bezoldiging gewoonlijk zo’n 5 dollar; maar de behoeftige hoeft helemaal niets te betalen. En sommige mensen geven natuurlijk vrijwillig meer. Dit geld gaat naar de parochiepriester, de priesters mogen niet meer dan één bezoldiging per dag ontvangen. Niemand wordt toch rijk van vijf dollar per dag, en zeker de Kerk niet, die het geld in ieder geval niet ontvangt.
Maar wat gebeurt er op zondag? Er komen vaak honderden mensen naar de Mis. En in een drukke parochie duizenden. Veel families en individuen geven vijf dollar of meer in de collecte; anderen geven minder. Sommigen geven veel meer. Een parochie heeft soms wel vier, vijf of zes Missen op een zondag. De totale giften op een zondag overtreffen verre de hoeveelheid die gegeven wordt bij een Herdenkingsmis.
Een Katholieke uitvinding?
Fundamentalisten zullen misschien graag beweren dat het vagevuur een Katholieke uitvinding is om geld te verdienen, maar ze zullen toch moeilijk kunnen bewijzen wanneer dat dan zou moeten plaatsvinden. De meeste professionele anti-katholieken – degenen die hun brood verdienen met aanvallen op het “Roomse” – zeggen dat de schuld ligt bij Paus Gegorius de Grote die regeerde van 590 tot 604.
Maar daarmee is niet het verzoek van Monica, de moeder van Augustinus, verklaard. Monica vroeg haar zoon, in de vierde eeuw!, om haar ziel te gedenken in zijn Missen. Dit zou toch onzinnig zijn, wanneer Monica gelooft dat deze gebeden geen nut hebben, zoals het geval zou zijn wanneer ze al in de hemel of in de hel zou zijn.
Het toeschrijven van deze doctrine aan Gegorius verklaard bovendien ook niet de muurschilderingen in de catacomben, gemaakt tijdens de eerste drie eeuwen van vervolging, waarop te zien is dat voor doden gebeden wordt. Het is zelfs zo dat in enkele van de eerste geschriften buiten het Nieuwe Testament, zoals de Handelingen van Paulus en Thecla en het Martelaarschap van Perpetua en Felicity (beide geschreven gedurende de eerste eeuw), verwezen wordt naar de Christelijke gewoonte om te bidden voor de doden. Zulke gebeden kunnen alleen gedaan zijn wanneer men ook geloofde in het vagevuur, zelf wanneer ze misschien niet die naam ervoor gebruikt hebben.
Waarom geen protesten?
Steeds wanneer geprobeerd wordt om een datum te vinden voor de ‘uitvinding’ van het vagevuur, kun je verwijzen naar een historisch bewijs dat het daarvóór al bestaan heeft. En wanneer het opeens uit de hoge hoed van een geestelijke getoverd zou zijn, waarom horen we dan nergens van kerkelijk protest ertegen?
Een onderzoek naar de geschiedenis van de dogmatiek laat zien dat de Christenen in de eerste eeuwen direct in het verweer kwamen (soms letterlijk) wanneer iemand ook maar de kleinste verandering in de leer voorstelde. Ze waren extreem conservatieve mensen die elke leerstelling onderzochten door zichzelf af te vragen: Was dit de leer van onze voorouders? Is dit wat we geleerd hebben van de apostelen? En geloof in een vagevuur zou toch als een grote wijziging gezien worden – als het aan het begin niet geloofd zou zijn – waar zijn dus de bewijzen van protest ertegen?
Ze bestaan niet. Er is zelfs geen kleine hint, niet in de oudste beschikbare geschriften, maar ook niet in latere. Nergens wordt gezegd dat “ware gelovigen” in post-apostolische tijd spraken over het vagevuur als een nieuwe uitvinding. Ze moeten het zo geleerd hebben van de mondelinge leer van de Apostelen, de Katholieken noemen dit de traditie, en de Bijbel is er niet mee in tegenspraak, ja de Bijbel bevestigt het.
Het is dan ook begrijpelijk dat de ontkenners van het vagevuur slechts kort spreken over het historisch bewijs tegen het vagevuur, ze spreken liever over de claim dat de Bijbel alleen spreekt over hemel en hel. Fout. De Bijbel spreekt ook duidelijk over een derde plek, gewoonlijk het voorportaal van de hel genoemd, waar de gestorven rechtvaardigen verblijven totdat de hemel voor hen geopend wordt. Voor Zijn dood en na Zijn opstanding, bezocht Christus hen die in dit voorportaal der hel zijn en Hij predikte hen het goed nieuws dat de hemel geopend zou worden (1 Pet. 3: 19 ). Deze mensen waren dus niet in de hemel, maar ervoeren tegelijkertijd ook niet de kwelling van de hel.
Sommige mensen hebben gespeculeerd dat het voorportaal der hel hetzelfde is als het vagevuur. Dat kan zo zijn, maar misschien ook niet. Maar zelfs wanneer het voorportaal der hel niet hetzelfde is als het vagevuur, het bestaan ervan laat dan toch in ieder geval zien dat een tijdelijke en middenpositie niet tegengesteld is aan de Schrift. Kijk er eens op de volgende manier naar. Als het voorportaal der hel hetzelfde is het vagevuur, dan leert dit vers heel rechtstreeks dat het vagevuur bestaat. Als het voorportaal der hel iets anders was, dan leert de Schrift toch in ieder geval dat zo’n tussenperiode kan bestaan, het bewijst dan toch in ieder geval dat er meer is dan hemel en hel.
“Vagevuur niet in de Schrift?”
Sommige fundamentalisten uiten ook de volgende beschuldiging, alsof dat iets zou bewijzen, “het woord vagevuur wordt niet in de Schrift gevonden”. Dat is waar, maar het bewijst niet dat het vagevuur niet bestaat, en ook niet dat dit niet altijd al de leer van de Kerk is geweest. Het woord Drie-enigheid en Incarnatie komen ook niet in de Schrift voor, toch worden ze duidelijk in de Schrift geleerd. Op gelijke wijze leert de Schrift dat het vagevuur bestaat, zelfs wanneer dat woord niet gebruikt wordt en wanneer 1 Pet. 3: 19 niet naar het vagevuur verwijst.
Christus refereert aan zondaren die “niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende” (Matt 12: 32), daarmee suggererend dat je ook na je dood bevrijd kunt worden van de gevolgen van je zonden. Op gelijke wijze heeft Paulus gezegd dat wanneer we geoordeeld worden dat dan ieders werk beproefd zal worden. En wat gebeurt er wanneer iemand die test niet doorstaat? “Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur” (1 Kor. 3: 15). Nu dit verlies, deze straf, verwijst in ieder geval niet naar de hel, aangezien niemand van daaruit gered wordt; en bedoelt ook niet de hemel, want daar lijdt niemand onder het “vuur”. Alleen de Katholieke leer kan dit Bijbelvers verklaren.
Dan zijn er ook nog de plaatsen in de Bijbel waar bidden voor de doden goedgekeurd wordt: “Daarna hield hij onder zijn soldaten een inzameling die tweeduizend drachmen zilver opbracht. Hij stuurde dat geld naar Jeruzalem voor een zondeoffer. Dat was een mooie en edele daad, ingegeven door de gedachte aan de verrijzenis. Want als hij niet gehoopt had, dat de gevallenen zouden verrijzen, dan was het nutteloos en dwaas geweest om voor de overledenen te bidden. Bovendien bedacht hij dat voor degenen die godvruchtig sterven een prachtige beloning is weggelegd; inderdaad een heilige en vrome gedachte! Daarom liet hij voor de overledenen een zoenoffer opdragen, opdat ze van hun zonde zouden worden vrijgesproken.” (2 Makk. 12: 43-45) . Gebed is dus niet nodig voor hen die in de hemel zijn, en niemand kan iemand helpen die in de hel zit. Dat betekent dat er dus een derde plaats moet zijn, ten minste tijdelijk. Dit vers leert zo duidelijk het bestaan van het vagevuur dat tijdens de Reformatie deze bladzijde uit de Protestantse Bijbel gescheurd moest worden, om maar de leer van het vagevuur te ontgaan.
Bidden voor de doden en de daaruit volgende leer van het vagevuur zijn altijd deel van de ware godsdienst geweest, zelfs al voor Christus komst. We kunnen niet alleen maar aantonen dat het gepraktiseerd werd door Joden ten tijde van de Makkabeeën, maar het is ook in het huidige orthodoxe Jodendom bewaard gebleven, die een gebed uitspreken genaamd Kaddish gedurende elf maanden na de dood van een geliefde, opdat hij gereinigd moge worden. Het was dus niet de Katholieke Kerk die deze leer bedacht. Het is daarentegen zo dat de verandering plaatsvond in de Protestante kerken, die de leer afwezen die altijd geloofd was door zowel Joden als ook Christenen.
Waarom ga je naar het vagevuur?
Waarom gaat iemand naar het vagevuur? Om gereinigd te worden, want “En in haar zal niet inkomen iets, dat ontreinigt” is (Openb. 21: 27). Iedereen die niet helemaal bevrijd is van zijn zonden en haar effect, is in bepaalde mate “ontreinigd”. Door berouw heeft hij dan misschien genade ontvangen om de hemel waardig te zijn, wat betekent dat hij vergeven is en dat zijn ziel geestelijk gezien leeft. Maar dat is nog niet genoeg om in de hemel te komen. Hij moet volledig gereinigd zijn.
Fundamentalisten claimen, zoals in een artikel van Jimmy Swaggart’s magazine De Evangelist, “De Schrift laat duidelijk zien dat de eisen van de goddelijke rechtvaardigheid ten opzichte van de zondaar volledig vervuld zijn in Christus. Het toont ook aan dat Christus volkomen verlost heeft, teruggekocht heeft wat verloren was. De voorstanders van het vagevuur (en daarmee de noodzakelijke gebeden voor de doden) zeggen, daarmee dat het verlossingswerk van Christus incompleet was….het is allemaal voor ons gedaan door Jezus Christus, er is niets dat de mens daaraan toevoegen moet.”
Het is helemaal correct om te stellen dat Christus heel onze verlossing volbracht heeft voor ons aan het kruis. Maar daarmee is de vraag hoe deze verlossing aan ons toegepast wordt niet beantwoord. De schrift leert ons dat ze in de loop van de tijd aan ons toegepast wordt, en naast andere zaken, via het proces van heiligmaking waardoor Christenen heilig gemaakt worden. Heiliging houdt lijden in (Rom. 5: 3-5), en vagevuur is de laatste fase van heiligmaking die sommigen van ons moeten doormaken, voordat ze in de hemel komen. Vagevuur is de laatste fase waarin Christus ons de reinigende verlossing toe-eigent, verlossing die Hij verworven heeft door Zijn dood aan het kruis.
Geen Tegenstelling
De fundamentalistische weerstand tegen het vagevuur veronderstelt dat er een tegenstelling is tussen Christus verlossing van ons aan het kruis en het proces waarin we geheiligd worden. Maar dat is er niet. Een fundamentalist kan niet zeggen dat het lijden in de laatste fase van heiligmaking in conflict is met de genoegzaamheid van Christus verzoening, zonder dat hij daarmee tegelijkertijd zegt dat de eerdere fases van heiligmaking ook conflicteren. Het is net andersom: ons lijden in de heiligmaking doet niets af aan het kruis. Daarentegen is het het kruis dat heiligmaking voortbrengt, wat weer resulteert in lijden, want “En alle kastijding als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid” (Hebr. 12: 11).
Niets onreins
Vagevuur is logisch omdat een ziel niet alleen maar rein verklaard moet worden, maar ook feitelijk rein moet zijn, voordat ze in kan gaan in het eeuwige leven. Immers wanneer een ziel alleen maar “gedekt” zou zijn, terwijl zijn zondige staat officieel genegeerd wordt, dan is het nog steeds een schuldige ziel. Hij is nog steeds onrein.
De Katholieke traditie neemt de notie dat “dat niets dat ontreinigd is, inkomen kan” heel serieus. Van hieruit wordt geconcludeerd dat een minder dan volledig reine ziel, zelf wanneer deze verzoend is, toch een onreine ziel blijft en daarmee niet geschikt is in te gaan in de hemel. Hij moet gereinigd worden van zijn overblijvende imperfecties. Dit reinigen gebeurd in het vagevuur. De noodzaak van reiniging wordt ook in de Schrift geleerd, zoals in 2 Tess. 2: 13, waar staat dat God ons “verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking des Geestes”. Heiligmaking is dus geen optie, iets dat soms wel en soms niet gebeurd voordat je in de hemel komt. Maar het is een absoluut vereiste, zoals Hebr. 12: 14 zegt waar staat dat we moeten streven naar “de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal”
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
10 opmerkingen:
Dank voor deze duidelijke uiteenzetting over het vagevuur.
Enkele maanden geleden heb ik een boekje over dit onderwerp gelezen van de hand van dr. v.d. Aardweg.
Ik heb altijd een soort angst gehad van dat vagevuur en het werk van v.d. Aardweg heeft dit nog versterkt.
De laatste mensen op aarde die de dood ontlopen door de wederkomst van Christus hebben geluk zij worden niet naar dar oord gezonden.
Ben blij dat het helder is.
Angst voor de straf van God wanneer je gezondigd hebt lijkt me op z'n plaats. Zoals je ook bang bent voor je aardse vader, wanneer je iets verkeerds gedaan hebt. Maar dan wel een angst voor een Vader die tegelijkertijd ons zo liefgehad heeft in zijn Zoon de Here Jezus. In deze tijd lijkt de mens eerder te lijden aan hoogmoed dan aan vreesachtigheid. Maar dat hoeft natuurlijk niet voor iedereen te gelden.
Wàt gebeurt er in het vagevuur ?
Moeten de zondaars daar afzien ??
In de Schoolcatechismus staat dit over het vagevuur:
Vraag 202: Wat is het vagevuur?
Het vagevuur is de plaats, waar de zielen van de rechtvaardigen door het lijden haar zondestraffen moeten uitboeten.
Vraag 204: Hoelang blijven de zielen in het vagevuur?
De zielen blijven in het vagevuur, totdat zij door het lijden haar zondestraffen hebben uitgeboet, of door de hulp van anderen verlost worden.
Meer informatie staat hier: http://www.bitterlemon.nu/#het-vagevuur-2
Is die info afdoende?
Jezus zei tegen de misdadiger aan het kruis:'Heden zul je met mij in het Paradijs zijn.' Paulus zegt: 'Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.' Daar lijkt geen loutering speelde meer tussen te zitten.
Theresia van Lisieux werd op 19 oktober 1997 door de Rooms Katholieke Kerk verheven tot kerkleraar. De kernboodschap van haar geschriften laat zien dat er een vagevuur is. En ook dat wij zelf een grote invloed hebben op het wel of niet terecht komen in het vagevuur. Graag leg ik dat in mijn eigen woorden uit.
Ik denk dan we deze strijd allemaal kennen. Dat je God hebt ervaren en dichter bij Hem wilt zijn en meer wilt van Hem, en dat je dan probeert meer te bidden, meer bijbel te lezen, vaker naar de heilige Mis te gaan, vaker te gaan biechten, en dat je merkt dat dat niet helpt. Het wordt eerder droger en moeilijker. Wij komen niet dichter bij God door dingen die wij zelf doen. Wij komen alleen maar dichter bij God door de dingen die Jezus voor ons heeft gedaan, en door die in geloof te ontvangen. En daarvoor dank U wel of dankjewel te zeggen.
Zo is het in ons leven en zo is het ook bij ons sterven. Als wij geloven, is het Gods bedoeling dat wij direct naar de hemel gaan. Zo staat het ook in de bijbel. God staat al klaar. Het kan echter gebeuren dat wij onszelf niet waardig genoeg vinden. Of dat wij twijfelen of Gods barmhartigheid voor ons wel groot genoeg is. Of dat wij vinden toch nog zelf iets moeten bijdragen aan het offer van Jezus Christus. En zelf ook nog een beetje moeten lijden. Want wij hebben dat verdiend. Wij kijken dan opnieuw naar onszelf: “Heb ik het goed gedaan of heb ik het niet goed gedaan?” Misschien hopen of verwachten we dat onze eigen verdiensten ons wel een beetje zullen helpen. Helaas. Het helpt ons niets om bij God en in de hemel binnen te kunnen komen. We gaan dan wel niet naar de hel, maar ook niet naar de hemel.
Een medezuster van Theresia van Lisieux bleef van mening dat praktisch iedereen na de dood toch minstens voor een korte tijd naar het vagevuur moet. Theresia waarschuwde haar: “Goede zuster, u zoekt wel Gods gerechtigheid. Daar zult u dan zeker ook kennis mee maken. De ziel krijgt van God precies wat zij verlangt.”
Deze zuster overleed enige tijd later aan een zware griep. Drie maanden daarna had Theresia een droom waarin deze zuster naar haar toekwam om te vragen voor haar te bidden. Zij was in het vagevuur. Theresia vertelde hierover aan haar priorin: “Zeker heeft ze te weinig vertrouwen gehad in Gods barmhartigheid. Door de lijdende indruk die zij op mij maakte en haar smekende blik scheen zij mij te willen zeggen: “U had gelijk. Aan mij voltrekt zich heel de gestrengheid van Gods rechtvaardigheid, maar het is mijn schuld. Als ik naar u geluisterd had, was ik nu niet hier!”.
Laat u daarom waarschuwen: Er is een vagevuur. En u kan erin terechtkomen. Of u erin gelooft of niet. Maar u hoeft niet in het vagevuur terecht te komen.
Ik nodig u uit te geloven dat Gods gerechtigheid volledig en volmaakt is beantwoord door het offer van Jezus Christus aan het kruis. En volledig te vertrouwen op Gods barmhartigheid, net zoals de goede moordenaar. Jezus’ antwoord is dan ook voor ons: “Heden nog zult u bij Mij zijn in het paradijs.”
De dood is de straf op de zonde. Na de dood mag je in Jezus herboren worden echter de dood is en blijft de straf op de zonden.
Het mooie van het Evangelie is echter dat Jezus de dood heeft overwonnen. In Jezus mogen wij herboren worden en wordt onze schuld ons na de dood niet meer aangerekend!
Wij hoeven hierdoor niet meer bang te zijn voor de dood want het eeuwige leven wacht op ons.
Jezus heeft de volledige straf voor ons ondergaan. Jezus heeft het laatste ‘penninksten’ betaald. Er is geen goud (geld) op aarde wat kan betalen voor de zonden. Enkel Jezus kan de (eeuwige) zonden wegnemen.
Wij sterven met een zondig en fysiek lichaam hetgeen wij hebben geërfd van de eerste Adam. Wanneer wij Jezus aan mogen nemen zullen wij als kind van Jezus (de tweede Adam) herboren worden met een heilig en geestelijk lichaam... Zonder zonden.
Zodra een mens dood gaat is de ziel niet meer onderhevig aan tijd. Een mens sterft en opent direct zijn/haar ogen op de Dag des Oordeels.
Er staat duidelijk geschreven dat de doden geen gedachten meer hebben. Dood is dood. De ziel staat buiten de tijd (evenals God).
Enkel door het geloof in Jezus mag je het eeuwige leven ontvangen. Er is geen enkele andere manier van Redding.
‘Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij.’
Een mens sterft de eerste dood (straf op de zonden) en laat zijn/haar zondige lichaam achter.
Vervolgens komt het publieke oordeel op de Dag des Oordeels: eeuwig dood of eeuwig levend.
Wat ik niet snap is waarom veel gelovigen (katholiek en protestant) denken dat de ‘tijd’ doorgaat na het sterven. Tijd bestaat niet voor God en tijd bestaat ook niet voor de ziel.
Beste Joop Bosman, in dat geval lijkt er inderdaad geen tijd van loutering meer, die heeft al plaatsgevonden door het lijden aan de zijde van Jezus Christus.
Een reactie posten