In dit artikel wordt ingegaan op het ontstaan van de Rozenkrans. Maar
ook waarom de devotie tot Maria zo belangrijk en noodzakelijk is. Verder wordt
ingegaan op diverse bezwaren tegen het toekennen van zo’n grote rol aan Maria.
Tenslotte wordt uitgelegd hoe u de Rozenkrans moet bidden.
Hoe is deze devotie ontstaan
Het Rozenkransgebed is langzamerhand in de loop van 500 jaar ontstaan.
Het bestaat uit het opzeggen van 150 (of 200) weesgegroetjes, na elke 10 weesgegroetjes wordt een keer het
‘Onze Vader’ gebeden, het ‘Eer aan de Vader’ en het ‘Fatimagebed’. Gedurende de
Rozenkrans mediteren we over de geheimen van het leven van Jezus en zijn
Moeder.
Al in de 11e eeuw bestaat
de praktijk van het herhaald opzeggen van weesgegroetjes, hierbij werden
ritmisch weesgegroetjes gereciteerd, men bad eerst ter ere van haar vreugdes en
daarna ter ere van haar smarten. Al snel werd de naam Rozenkrans gegeven aan
deze Mariadevotie.
Begin 13e eeuw bestreed de H. Dominicus in Zuid-Frankrijk de ketterij
der Albigenzen[1], maar in
eerste instantie had hij weinig succes, daarom nam hij zijn toevlucht tot de H.
Maagd. De Moeder Gods verscheen haar trouwen dienaar, bemoedigde hem en
overhandigde hem de Rozenkrans. Deze werd nu een machtig wapen in de handen van
den heilige. Hij begon de Rozenkrans te preken, leerde hoe deze gebeden moet
worden volgens de aanwijzingen van de Hemelkoningin, en de devotie verspreidde
zich. De kracht van het gebed bleek spoedig. Maria had hem de bekering van de dwalenden beloofd en steeds meer mensen keerden
in de schoot van de Kerk terug. De H. Dominicus en zijn ordebroeders toonden
hun dankbaarheid en verbreidden overal de Rozenkrans.
De Rozenkrans bestond gedurende vele eeuwen uit 150 weesgegroetjes, net
zoveel als het aantal psalmen dat we hebben. De monniken bidden elke week alle
150 psalmen, de 150 weesgegroetjes zijn een eenvoudiger en kortere vorm van
bidden voor de gewone gelovigen. Deze 150 weesgegroetjes zijn ingedeeld 3 maal
50, bij alle 3 worden verschillende geheimen uit het leven van Jezus en Maria
overdacht: 5 blijde geheimen, 5 glorievolle geheimen en 5 droevige geheimen. In
2002 heeft de H. Paus Johannes Paulus II hier 5 geheimen van het licht aan
toegevoegd.
Waarom is de devotie tot Maria
zo belangrijk?
“Het Nieuwe Testament is verborgen in het Oude Testament en het Oude
Testament wordt in het Nieuwe Testament onthuld” zegt de H. Augustinus[2].
In het Oude Testament wordt de Christus heel expliciet aangekondigd in vele
profetieën, maar daarnaast zijn er ook veel gebeurtenissen die een voorafbeelding, een typologie, vormen van
de komende Christus, een impliciete aankondiging. Zo zegt de H. Paulus dat het
volk Israël uit de rots gedronken heeft en dat die rots Christus is (1 Kor.
10,1-4). In Johannes 3 vers 14 wordt de Mensenzoon vergeleken met de bronzen
slang uit die Mozes in de woestijn op een stok zette, opdat de Israëlieten
gered zouden worden wanneer ze in geloof daarnaar zouden opkijken. Een beroemd
type is het scharlaken koord waarmee de hoer Rachab de Israëlitische
verspieders in Jericho hielp ontsnappen (Jozua 2, 5-22). In dat rode touw zien
de Kerkvaders het bloed van Christus, dat Hij heeft vergoten tot redding van de
mensheid.
Zo staan er ook vele profetieën die de komst van Maria aankondigen en
voorafbeelden. De eerste en belangrijkste is Genesis 3 vers 15: “Ik zal
vijandschap wekken tussen u en de vrouw, Tussen uw kroost en haar kroost; Dit
zal u de kop verpletteren, Maar gij zult loeren naar zijn hiel.” God heeft een
vijandschap gesteld tussen de Vrouw (Maria, zijn waardige Moeder) en de Duivel.
Een vijandschap tussen het kroost (de kinderen) van de vrouw (Maria) en de
kinderen van de Duivel. Dit is een onverzoenlijke vijandschap die zal
voortduren tot het einde van de tijd. Zie hiervoor Openbaringen 12 vers 17: “Nu
ontstak de Draak in woede tegen de Vrouw; hij trok af, om strijd te voeren
tegen de rest van haar zaad, tegen hen, die de geboden van God onderhouden, en
de getuigenis van Jezus bezitten.” Ook hier weer de strijd tussen de Vrouw en
haar zaad (haar kinderen) en de Draak (de Duivel). Vanaf het Bijbelboek Genesis
zie je dus die tegenstelling. Door Maria wil God redding in de wereld brengen,
in de woorden van de H. Louise de Montfort: “Wat de Duivel door hoogmoed
verloor, heeft Maria door nederigheid herwonnen; wat Eva door ongehoorzaamheid
tot verdoeming en tot ondergang bracht, heeft Maria door gehoorzaamheid gered. Door
naar de slang te luisteren, stortte Eva al haar kinderen met zich zelf in ’t
verderf en leverde hen aan de Duivel over; door volmaakt aan God getrouw te
zijn, heeft Maria al haar kinderen en dienaars met zich gered en aan Gods
Majesteit toegewijd."[3]
Hieruit is duidelijk dat Maria een centrale rol speelt in de verlossing van de
mensheid, door haar is de Christus gekomen.
Jacob en Rebekka
Een prachtige voorafbeelding is te vinden de geschiedenis van Jacob en
Rebekka[4].
Uit deze geschiedenis leren we wat de rol van Maria is voor de uitverkorenen en
daarom bespreken we deze geschiedenis uitvoerig.
Ezau had zijn eerstgeboorterecht aan zijn broer Jacob verkocht. Hun oude
vader Izaäk ontbood zijn zoon Ezau, die hij liefhad, en gaf hem bevel op jacht
te gaan en om van het bemachtigde een gerecht te bereiden, daarna zou hij hem
zegenen. Rebekka, de moeder van de beide broers, bedenkt een geheimenisvolle
list om ervoor te zorgen dat Jacob, die ze teder beminde, dit
eerstgeboorterecht zou ontvangen. Rebekka brengt Jacob direct op de hoogte van wat
Izaäk van plan is en geeft Jacob opdracht om twee geitenbokjes uit de kudde te
halen. Hij bracht deze bokjes bij zijn moeder, die ze klaar maakte op een
manier die Izaäk erg lekker vond. Ze deed Jacob de kleren aan van Ezau aan en
bedekte zijn handen en hals met de huid van de geitenbokjes, zodat zijn vader zou
denken dat het Ezau is die bij hem komt. Izaäk was blind en zou de stem van
Jacob misschien herkennen, maar zou dan toch door de behaarde huid overtuigd
raken dat het Ezau is. En zo geschiedde. Nadat hij gegeten had omhelsde Izaäk
zijn zoon Jacob, rook de geur van zijn kleren en zegende hem en wenste hem de
dauw van de hemel en de vruchtbaarheid van de aarde toe en stelde hem als heer
over al zijn broeders aan. Hij eindigde met deze woorden: “Dat hij die u
vervloekt, zelf vervloekt zij, en hij die u zegent, met zegeningen overladen
worde.” Nauwelijks had hij deze woorden uitgesproken of Ezau kwam binnen en
bracht zijn vader eten van de buit van de jacht om daarna zijn zegen te
ontvangen. Izaäk doorzag wat gebeurd was, maar zag er de hand van God in en herriep
zijn zegen niet, maar bevestigde die juist. Ezau begon woest te schreeuwen en
beschuldigde zijn broer van bedrog, en aan zijn vader vroeg hij of zij dan maar
één zegen had. Hierin lijkt Ezau volgens de Kerkvaders op de wereldse mensen
die graag de genoegens van de wereld willen genieten, maar tegelijkertijd de
zegen van God willen krijgen. Izaäk is ontroerd door het luide huilen van Ezau
en geeft hem alsnog een zegen, maar een zegen van de aarde en maakt hem
afhankelijk van zijn broer Jacob. Dit maakte dat er grote vijandschap ontstond
tussen de twee broers. En Ezau zou zijn broer zeker gedood hebben, als Jacobs
moeder door haar scherpzinnigheid hem niet voorzien van goede raad, die Jacob
opvolgde.
Volgens alle Kerkvaders en de H. Schrift (Rom 9, 13) is Jacob het beeld
van de uitverkorenen terwijl Ezau het beeld van de verworpenen is. Ezau is als
volgt te typeren:
-
Ezau was bijna nooit thuis, hij vertrouwde op
zijn eigen kracht en bekommerde zich weinig om de gunst van zijn moeder Rebekka
te krijgen.
-
Hij was gulzig en verkocht zijn
eerstgeboorterecht voor een schotel linzen.
-
Hij was vol van nijd ten opzichte van zijn broer
Jacob.
En zo is het ook bij de verworpenen:
-
Ze vertrouwen op hun eigen kracht in de
tijdelijke zaken. Ze zijn sterk en slim wat de dingen van deze aarde betreft,
maar onwetend wat de dingen des Heren betreft.
-
Ze zijn weinig thuis, dat wil zeggen in hun
binnenste, de inwendige woning. De verworpenen houden niet van innerlijke
geestelijke godsvrucht. Ze maken zich ook niet erg druk om de Moeder van de
uitverkorenen, ze zeggen soms misschien wel iets goeds over haar, maar kunnen
het toch niet uitstaan dat Jacob een tedere liefde voor haar heeft.
-
De verworpenen verkopen hun eerstgeboorterecht,
dat wil zeggen de genoegens van de hemel, voor een schotel linzen, dat wil
zeggen de genoegens van de aarde. Ze lachen, drinken, eten en maken pret, en
bekommeren zich evenals Ezau niet om de zegen van de hemelse Vader waardig te
worden.
-
De verworpenen haten en vervolgen de
uitverkorenen. Ze kunnen hen niet uitstaan, bespotten, bedriegen, verjagen en
verarmen hen, terwijl het henzelf goed gaat.
Jacob is precies omgekeerd:
-
Hij was zwak, zacht en vreedzaam. Hij bleef vaak
thuis om de gunst van zijn moeder Rebekka, die hij zeer beminde, te krijgen.
-
Hij was in alles onderdanig aan zijn moeder en
gehoorzaamde haar altijd liefdevol en zonder klagen.
-
Hij vertrouwde zijn moeder volledig en steunde
niet op zijn eigen vaardigheid. Wanneer hij iets niet zeker wist vroeg hij haar
om raad, zoals de keer dat hij haar vroeg of hij niet de vloek in plaats van de
zegen van zijn vader moest verwachten (vers 12).
Zo ook de uitverkorenen:
-
Ze leiden een teruggetrokken leven thuis bij hun
Moeder: d.w.z. het zijn inwendige mensen, ze houden van afzondering en leggen
zich toe op het gebed, maar dan altijd naar het voorbeeld en in gezelschap van
hun Moeder, de H. Maagd.
-
De uitverkorenen beminnen en vereren de
allerheiligste Maagd als hun goede Moeder. Zoals Jacob vermijden ze alles wat Haar
kan mishagen en doen er alles aan om Haar gunst te verwerven. Ze brengen haar
ook geschenken, zoals Jacob die geitenbokjes bracht, zo geven ze haar hun
lichaam en ziel met al wat daarbij hoort. Ze ontdoen zich van hun eigen huid,
dat wil zeggen hun eigenliefde, en laten zich door haar bekleden met de vellen
van geitenbokjes, zo worden ze aangenaam voor hun Vader, omdat zij het beste
weet hoe ze Zijn gunst kunnen verwerven. Ze laten Haar ook het gerecht bereiden
naar de smaak van de hemelse Vader en tot zijn glorie. Zo wordt hun lichaam en
hun ziel gereinigd van elke vlek en worden ze gereinigd en sterft de oude mens
af. Ze worden toebereid als een kostelijke spijze die Gode aangenaam is en
daarmee worden ze de zegen van de Vader waardig.
-
Ze zijn ook gehoorzaam en onderworpen aan hun
goede Moeder. Zoals Jezus die 30 jaren, van zijn 33 jaar op aarde, doorbracht
in onderworpenheid aan zijn moeder Maria. Hij gehoorzaamde haar door haar raad
stipt op te volgen. De dienaren op de bruiloft in Kana gehoorzaamden Maria en
volgden haar raad op en kregen de zegen van Jezus eerste wonder op aarde. Zoals
Jacob, die de zegen kreeg, omdat hij het advies van zijn moeder Rebekka
opvolgde. Zo krijgen de uitverkorenen ook de zegen van God en worden vereerd
met Gods wonderen, wanneer ze gehoorzaam zijn aan Maria.
En Rebekka is dus in alles een beeld van Maria die komen zou, daarom
bewijst ze deze diensten aan de uitverkorenen:
-
Zij
bemint hen omdat Zij hun ware Moeder is, en een moeder bemint altijd haar
kind. Ze bemint hen ook omdat ze uitverkoren zijn door God, zoals Jacob ook
was: “Jacob heb ik bemind, Ezau echter gehaat” (Rom 9, 13). Ze bemind hen omdat
de uitverkorenen zich geheel aan haar toewijden en dus haar eigendom en erfdeel
zijn. Daarom geeft ze ook goede raad aan de uitverkorenen, zoals ze die aan
Jacob gaf: “Luister nu naar mij, mijn jongen, en doe wat ik u zeg” (Gen. 27,
8). En de gelovigen moeten Haar hun ziel en lichaam geven, zoals Jacob de twee
geitenbokjes gaf. En dan zal Maria daarmee doen wat Rebekka deed met de
geitenbokjes: 1. Ze doodt ze en doet ze sterven naar het leven van de oude Adam
2. Ze ontdoet ze van hun huid, d.w.z. van hun eigenliefde en van alle
gehechtheid aan het geschapene 3. Ze zuivert ze van alle smetten en zonde 4. Ze
bereid ze naar Gods smaakt en tot Zijn glorie.
Ze bekleed ons ook met
welriekende kleren, dat zijn de kleren van onze oudste broeder Jezus Christus,
haar Zoon. Zij heeft die kleren in bewaring en kan ze uitdelen aan wie ze wil
en naar de mate waarin ze dat wil.
De hals en handen van de
uitverkorenen bekleed ze met geitevellen, d.w.z. met de verdienste en waarde
van hun eigen goede werken. Daarmee versterkt ze hen, zodat ze grootse dingen
kunnen verrichten voor de glorie van God en voor het heil van hun arme
broeders.
-
Zij
onderhoud hen en ze worden door haar aan haar borst gedragen “Opdat ge tot
verzadiging moogt zuigen Aan de borst van haar troost, En met verrukking moogt
zwelgen Aan de boezem van haar glorie” (Jes. 66, 11).
-
Zij
geleid hen en bestuurt ze naar de wil van haar Zoon. Rebekka begeleidde
haar zoon Jacob en gaf hem soms raad, om voor hem zo de zegen van zijn vader te
krijgen of om hem zo te beschermen tegen de haat en vijandschap van zijn broer
Ezau. Zo leidt Maria ook de uitverkorenen en brengt ze bij God, ze beschermd
hen voor onheil en gevaar. Daarom hoeven de gelovigen niet te vrezen wanneer ze
van alle kanten aangevallen worden.
-
Ze is hun
voorspraak bij God en bij haar
Zoon en verenigt hen op de meest innige wijze met Hem. Jacob had de spijzen aan
zijn vader Izaäk aangeboden en de geur en smaak ervan en de bevielen hem en geur
van Jacob’s kleren was hem zeer aangenaam. En hij riep uit: “Zie, de geur van
mijn zoon Is als de geur van een akker, Door Jahweh gezegend”. Die geur dat zijn
de deugden en verdiensten van Maria, die een akker is vol van genaden, waarin
God de Vader zijn enige Zoon als tarwekorrel gezaaid heeft.
Maar is dit niet te veel eer
voor Maria?
Velen denken dat we als katholieken hiermee te veel eer geven aan Maria
en dat die eer aan Maria afbreuk doet aan de eer waar God recht op heeft. Het
is allereerst belangrijk op te merken dat Maria oneindig ver beneden haar Zoon
staat, die God is. Ze beveelt Hem dus niet zoals een aardse moeder een kind dat
beneden haar staat. Maria vraagt, wil en doet niets dat in strijd is met de
eeuwige en onveranderlijke wil van God. Het tweede is dat God geen andere
grondslag gegeven heeft voor onze zaligheid dan Jezus Christus, elk gebouw dat
niet op deze rots gebouwd is zal vroeg of laat instorten. Buiten Hem is alles
slechts dwaling, leugen, ongerechtigheid, ijdelheid, dood en verdoemenis.
Wanneer we ijveren voor de godsvrucht tot de allerheiligste Maagd, dan is dat
alleen maar om die tot Jezus Christus des te volmaakter te beoefenen. Als het
zo zou zijn dat de godsvrucht tot de H. Maagd ons van Jezus Christus zou
verwijderen dan zouden we het als bedrog van de duivel moeten verwerpen. De eer
aan Maria gaat dus niet ten koste van de eer die Christus toekomt, immers:
-
Christus was 30 jaar lang aan Haar onderschikt,
zouden wij dat dan niet ondergeschikt aan Haar zijn?
-
Wanneer wij naar een koning gaan doen we dat
vaak niet rechtstreeks, maar via een bemiddelaar die dicht bij de koning staat.
Zouden wij dan de Koning der Koningen niet zo benaderen, via en door Maria?
-
De Bijbel zelf zegt ook dat we Haar zalig moeten
prijzen (Luk. 1, 42, 43, 48)[5].
Daarom moeten we met Elisabet zeggen: “Gij zijt de gezegende onder de vrouwen,
en gezegend is de vrucht van uw schoot!” (Luk 1, 42).
-
Maria, die een schepsel is, vormt geen beletsel
voor onze vereniging met de Schepper. Zij leeft namelijk niet meer, maar
Christus leeft in Haar. Haar heiliging en volmaking is volmaakter dan welke
heilige dan ook, en daarom kan ze ons ook meer dan wie dan ook met Hem
verenigen.
-
De genade van Christus is door Maria tot ons
gekomen, zou die genade nu ook niet tot God terugkeren door haar?
-
In het natuurlijke wordt je geboren met een
vader en moeder, zou je dan in de wedergeboorte niet ook geboren worden door
een Vader én Moeder?
-
Een moeder brengt nooit alleen maar een hoofd
voort, maar altijd ook het lichaam, de ledematen. Maria heeft het Hoofd,
Christus, voorgebracht, zou ze dan niet ook de leden (de christenen)
voortbrengen?
-
Wij moeten slaaf van Christus worden (Gal. 1,
10). Als wij slaaf van Christus worden dan worden we het ook van Maria, want
Christus is de vrucht en de glorie van Maria.
-
In Maria is het heilige (Jezus) gevormd, zo
moeten ook wij in Haar gevormd worden.
Uit al deze punten blijkt duidelijk dat de eer die we Maria geven niet
in strijd is met de eer die God toekomt en dat het heel Bijbels en logisch is
om Maria als onze Moeder te eren en ons aan Haar geheel te onderwerpen.
Welke beloftes zijn eraan
verbonden?
De zalige dominicaan Alanus de Rupe (Alain de la Roche, ca. 1428 -
1475) heeft eveneens een verschijning gehad van de H. Maagd. Van Haar ontvangt
hij deze 15 beloften, die degenen zullen ontvangen die dagelijks de Rozenkrans
bidden:
1.
Wie de Rozenkrans godvruchtig bidt en daaraan
trouw blijft, zal al zijn gebeden verhoord zien.
2.
Ik beloof een heel speciale bescherming en
bijzondere genaden aan ieder die de Rozenkrans bidt.
3.
De Rozenkrans zal een ondoordringbaar schild
zijn en de ketterijen teniet doen. Het zal de zielen bevrijden van het juk van
de zonden en van verkeerde neigingen.
4.
Door het bidden van de Rozenkrans zal men
deugdzamer gaan leven en Gods barmhartigheid verwerven. In de harten zal de
liefde tot God de plaats gaan innemen van de vergankelijke genegenheden. Veel
zielen zullen zich heiligen.
5.
De ziel die mij haar vertrouwen toont door het
bidden van de Rozenkrans zal niet verloren gaan.
6.
Ieder die de Rozenkrans bidt, zal geen
ongelukkig einde hebben. De zondaar zal zich bekeren, en de rechtvaardige zal
tot het einde toe in staat van genade blijven leven.
7.
Ik wil dat allen die de Rozenkrans godvruchtig
bidden, in hun leven kracht en licht zullen ontvangen, en bij hun dood deel
zullen hebben aan het leven der gelukzaligen.
8.
De trouwe Rozenkransbidders zullen niet sterven
zonder de genademiddelen van de heilige Kerk.
9.
Wie de Rozenkrans bidt, zal ik uit het vagevuur
bevrijden.
10.
Zij die echt van de Rozenkrans gehouden hebben,
en deze devotie altijd trouw zijn gebleven, zullen in de Hemel een speciale eer
genieten.
11.
Alles wat men mij door het bidden van de Rozenkrans
zal vragen, zal men verkrijgen. (Opmerking: wat men vraagt dient wel in
overeenstemming te zijn met de wil van God!).
12.
Ik verkreeg van mijn Zoon, dat de Rozenkransbidders
de zaligen in de Hemel als broeders aan hun zijde zullen hebben bij leven en
dood.
13.
Zij, die de Rozenkrans verspreiden, zal ik in al
hun noden bijstaan.
14.
De Rozenkransbidders zijn allen mijn veel
geliefde kinderen en de broeders en zuster van Jezus Christus.
15.
De Rozenkransdevotie is een zeker teken van
uitverkiezing en redding.
Maria is onze geestelijke moeder, die altijd het beste voor ons zoekt.
Ze is zonder zonde ontvangen en Haar wil is volkomen in harmonie met Gods wil.
Wat zij voor ons wil is hetzelfde als wat Hij voor ons wil. En Hij die precies
weet wat we moeten doen om te doen wat Hij van ons wil heeft ons een weg naar
Hem toe gegeven.
Deze beloften van Maria tonen ons dat de Rozenkrans een geestelijk
wapen is dat elke soldaat van Christus en zijn Kerk nodig heeft de strijd te
kunnen voeren. Zij die vertrouwen op de Rozenkrans en gelovig zich
toevertrouwen aan Maria zullen vele extra genaden ontvangen die anderen die
niet zo bidden niet ontvangen. Genades die we nodig hebben op de smalle weg die
naar de hemel leidt.
Wat zeggen de Heiligen over de
Rozenkrans?
Paus Pius XI:
"De Rozenkrans is het bevoorrechte middel onder alle andere, om de
terugkeer van Christus in de mensen, de gezinnen en de naties te
bewerkstelligen. De Rozenkrans is de meest volmaakte uitdrukking van
christelijke, kinderlijke liefde. De Rozenkrans is een gebed dat met geen enkel
ander gebed vergeleken kan worden, en dat van een verheven doeltreffendheid
is".
Zr. Lucia uit Fatima:
"Sinds de H. Maagd ons het afdoende middel van de heilige Rozenkrans
gaf, is er geen enkel probleem, materieel of geestelijk, nationaal of
internationaal, dat niet opgelost kan worden door het bidden van de Rozenkrans
en door onze offers".
"Onder de door de Kerk goedgekeurde devoties is er geen die zo
gezegend is door vele wonderen als de devotie tot de Allerheiligste Rozenkrans”
(Paus Pius IX).
Er is geen zekerder middel om Gods zegen over het gezin af te roepen .
. . dan het dagelijkse opzeggen van de
Rozenkrans”(Paus Pius XII).
We schromen niet om opnieuw en publiekelijk te bevestigen dat we groot
vertrouwen hebben in de Heilige Rozenkrans om zo de kwalen van onze tijd te
genezen” (Paus Pius XII).
“Men kan niet continue in zonde leven en tegelijkertijd de Rozenkrans
bidden: u zult de zonde opgeven of het bidden van de Rozenkrans opgeven”
(Bisschop Hugh Doyle).
“Hoe mooi is het een gezin te zien dat elke avond de Rozenkrans bidt”
(H. Johannes Paulus II).
De H. Loiuse de Montfort waarschuwt tegen de onwetenden en geleerden
die de Rozenkrans als iets van gering belang achten…”de Rozenkrans is een
onbetaalbare schat door God geïnspireerd.”
Hoe bidt u de Rozenkrans?
Nu is aangetoond hoe belangrijk de devotie tot de H. Maagd is willen we
verder gaan met het bespreken van hoe we de Rozenkrans moeten bidden. Wanneer
we bidden is het belangrijk dat we bidden met eerbied en aandacht, met
vertrouwen en volharding, door Christus, onze Heer[6].
Tijdens de Rozenkrans mediteert u over 5 geheimen uit het leven van
Jezus en Maria. Er zijn vier ‘sets’ van 5 geheimen en per dag denk je over een
van deze geheimen na.
Maandag: Blijde Geheimen
Dinsdag: Droevige Geheimen
Woensdag: Glorievolle Geheimen
Donderdag: Geheimen van het Licht
Vrijdag: Droevige Geheimen
Zaterdag: Blijde Geheimen
Zondag: Glorievolle Geheimen
Blijde geheimen
·
De engel Gabriël brengt de
blijde boodschap aan Maria (Annunciatie)
·
Maria bezoekt haar nicht
Elisabeth (Maria-Visitatie)
·
Jezus wordt geboren in de
stal van Bethlehem (Kerstmis)
·
Jezus wordt in de tempel
opgedragen (Maria Lichtmis)
·
Jezus wordt in de tempel
teruggevonden (Heilige Familie(soms deze lezing))
Geheimen
van het Licht
·
De doop van Jezus in de
Jordaan. (Doopsel van Jezus)
·
De openbaring van Jezus op
de bruiloft van Kana.
·
Jezus’ aankondiging van het
Rijk Gods.
·
De gedaanteverandering van
Jezus op de berg Tabor (Gedaanteverandering van de Heer).
Droevige
geheimen (Goede Vrijdag)
·
Jezus bidt in doodsangst
tot zijn hemelse Vader
·
Jezus wordt gegeseld
·
Jezus wordt met doornen
gekroond
·
Jezus draagt het kruis naar
de berg van Calvarië
·
Jezus sterft aan het kruis
Glorievolle
geheimen
·
Jezus verrijst uit de doden
(Pasen)
·
Jezus stijgt op ten hemel (Hemelvaart)
·
De Heilige geest daalt neer
over de apostelen (Pinksteren)
·
Maria wordt in de hemel
opgenomen (Maria-Tenhemelopneming)
·
Maria wordt in de hemel
gekroond (Maria Koningin)
U kunt elke dag een zogenaamd Rozenhoedje bidden, dat zijn 50
Weesgegroetjes (dus 1 set van geheimen) of beter nog een hele Rozenkrans (dat
zijn 150 Weesgegroetjes, geheimen van het Licht, Droevige geheimen en
glorievolle geheimen).
Concluderend
De strijd tussen de hemel en de hel is reëel en de Rozenkrans heeft
bijzondere kracht in de strijd tegen het kwaad. De Satan haat Maria met alles
wat in hem is, God heeft strijd gezet tussen de Vrouw en haar kinderen en de
Duivel en zijn kinderen.
Het dagelijks bidden van de Rozenkrans kan een last lijken, maar die
last wordt lichter naarmate we het vaker doen.
In eindig met de woorden van St. Louis-Marie Grignon de Montfort:
“Het is nauwelijks mogelijk voor mij om onder woorden te brengen
hoezeer Maria de rozenkrans waardeert en hoe ze het verkiest boven alle andere
devoties. Ook kan ik niet voldoende uitdrukken hoe wonderlijk zij degenen
beloont die werken om deze devotie bekend te maken, te vestigen en te
verspreiden. Noch kan ik uitdrukken hoe zij aan de andere kant degenen die er
tegenin werken bestraft”.
[1]
Albigenzen zijn de meest hecht georganiseerde groep binnen de religieuze sekte
van de Katharen, 12de-14de eeuw, verbreid over Zuid-Frankrijk en Noord-Italië
en genoemd naar een van hun centra: Albi, in de Languedoc. De Albigenzen waren
er tegen om het dopen met water van Johannes de Doper over te nemen, want Jezus
had geleerd om te dopen met een handoplegging. Kinderen konden niet gedoopt
worden, omdat ze er de betekenis niet van begrepen. Het Huwelijk was verbonden
aan geslachtsgemeenschap en dus per definitie zondig . De Eucharistie was
volgens de Albigenzen niet door Jezus ingesteld. Ze kenden geen autoriteit
boven hun eigen spirituele ervaringen van de Heilige Geest. Een middelaar
tussen God en de mens werd verworpen. Kruisen en religieuze beelden waren
gemaakt van aardse materialen en zouden uitgroeien tot afgoden. Ook het vereren
van heiligen en overledenen kon niet door de beugel.
[2] Quaestiones
in Heptateuchum 2,73
[3] Z.
Louis-Maria Grignion de Montfort, Het Gouden Boek, pag. 37.
[4] Gen. 27,
uitleg naar Z. Louis-Maria Grignion de Montfort, Het Gouden Boek, pag.148-175.
[5]
Voorafschaduwing van die zegen die Haar toekomt in: Rechters 5, 24;
[6]
Schoolcatechismus Vraag & Antw. 439.
7 opmerkingen:
Er is maar één middelaar tussen God en mensen, dit is Jezus Christus en niet Maria. Zo is zij ook geen redster van deze wereld of wilt u wat er aan het kruis is gebeurd ontkrachtigen? Ook is er geen vagevuur. Vele zaken die u aanhaalt zijn menselijke regeltjes en verzinsels. Lees aub de bijbel en ontdek de waarheid die van God komt.
Vanwege de incarnatie (vleeswording), heeft Jezus een unieke rol als Middelaar. Hij is de enige die God en mens tegelijk is, het enige contactpunt tussen ons en de Vader, Hij alleen is in staat om de kloof van de zonde die ons van God scheidt te overbruggen. Geen heilige kan Christus plek als Middelaar innemen. De Katholieke Kerk leert niet dat welke Christen ook maar middelaar is op die manier, zoals beschreven in 1 Timothëus 2: 5. Maar ze leert daarentegen dat alle Christenen middelaar zijn die, vanwege Christus Middelaarschap, in staat zijn om voor elkaar te bidden.
De Christenen worden niet uitgesloten van deelname aan Christus' Middelaarschap. Paulus benadrukt feitelijk dat we hierin moeten delen door voorbede. Onze voorbedes zijn effectief, juist omdat Christus de ene Middelaar is.
Hoe weet u zo zeker dat er geen vagevuur is? Waar staat dat? Ik lees de Bijbel en zie nergens dat er geen vagevuur is.
Welke bijbel leest u? Als christen hebben wij een verzoeningsbediening, geen middelaarschap. Dat staat nergens.
Wat betreft het vagevuur... Hebt u onzekerheid over uw eeuwige bestemming? Hebt u twijfel over Gods genade of over het reddingswerk van Christus? Alle onze zonden zijn namelijk vergeven, er moet helemaal niets meer gebeuren want wij zijn behouden door ons geloof in Christus. Leest u de Efeze brief aub met een biddend hart!
U zegt dat we wel een verzoeningsbediening hebben, maar wat is het verschil tussen een verzoeningsbediening en het middelaarschap?
Mijn vraag over het vagevuur heeft u niet beantwoord. U heeft niet laten zien waar staat dat er geen vagevuur is. Wat mijn zaligheid betreft (eeuwige bestemming) houd ik vast aan wat de H. Apostel Paulus zegt: "Dus, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valt!" (1 Cor. 10: 12).
Over het lijden van Christus zegt dezelfde Apostel: "Thans verheug ik mij, dat ik voor u lijden mag en aanvullen in mijn vlees, wat aan Christus’ lijden ontbreekt, ten bate van zijn Lichaam, de Kerk." (1 Col. 1: 24). Bovendien zegt u ook zelf dat er nog iets moet gebeuren, namelijk geloven.
Verzoening wilt zeggen dat wij als gezanten van God een oproep doen aan anderen, dwz wij vertellen aan anderen over het evangelie van Jezus Christus en het Koninkrijk van God. Verder vervullen wij daarbij de taken die ons zijn toebedeeld door de Heilige Geest en zetten wij onze gaven in tot eer van Hem. Eens mensen deze boodschap gaan geloven en zich gaan bekeren, verzoenen zij zich met God maar dat wilt niet zeggen dat zij vanaf dan een feilloos leven gaan leiden, in tegendeel. Ook voor de gelovige blijft het een leven van vallen en opstaan, niemand is perfect, ook niet de gelovige. Net dan, als wij vallen, kunnen wij ons tot Jezus richten, en alleen tot Hem! Hij middelt dan als Hogepriester voor ons bij de Vader. Dit kunnen wij niet doen of zijn wij net als Hem niet vervallen tot de zonde tijdens de beproevingen? Ik denk het niet!
Verzoening en middelaarschap zijn dus twee verschillende zaken. Teksten die relevant zijn om te lezen zijn 2 Kor 5 en Heb 4, er zijn er nog meer.
Ons geloof in Christus is onze behoudenis, waarom is er dan nog een vagevuur nodig?
Het is pure genade van God die ons toelaat in geloof tot Hem te naderen en de erfenis die voor ons gereedligt, namelijk het eeuwige leven te omarmen. Over het vagevuur staat er helemaal niets in de bijbel, het is een verkeerde interpretatie, een versinsel en zeker een struikelblok om mensen van de simpele waarheid af te houden en dat is het evangelie. Kent u het ware evangelie al? En dan bedoel ik niet wat er voorgekauwd wordt in uw kerk.
Wat een geweldig blog is dit. Ik ben van huis uit RK. Ben later na een hele zoektocht overgestapt naar de PKN. Maar ben nu sinds enkele weken terug in de RK. Ik woon op de bible belt en mijn schoonfamilie is van reformatorische huize. Ik heb nog niet verteld dat ik terug ben in de RK. Daar zie ik best tegenop in verband met eventuele reacties. Dit blog kan enorm helpen met uitleggen enz. Ontzettend bedankt!!!
Graag gedaan en geweldig dat u weer terug bent in de schoot van de Moederkerk.
Een reactie posten