zaterdag 24 juli 2010

Overzichtspagina: Erfzonde, zonde en genade

Er zijn tussen Protestanten en Katholieken essentiële verschillen in de visie op erfzonde, zonde en genade. Wie de Katholieke leer omtrent genade en rechtvaardiging wil kennen kan vele boeken lezen, een mooi werk is bijvoorbeeld de Summa Theologica van Thomas van Aquino. Wat via deze pagina te vinden is is dus slechts een heel beperkt beeld en pretendeert geen volledigheid.

Protestanten geloven in de volharding van de heiligen, de eens ontvangen genade kan nooit meer verloren worden. Hier enkele Bijbelcitaten die dit tegenspreken.

Veel gestelde vragen:

Kunnen Katholieken hier op aarde zeker zijn van het feit of ze in de hemel of in de hel belanden?

Heeft God de zonde gewild, om door de bestraffing der verworpenen en de beloning der uitverkorenen zijn rechtvaardigheid en barmhartigheid te tonen?

Is door de erfzonde de geneigdheid tot het kwaad ontstaan en de menselijke natuur dus geheel bedorven? (met citaten van Augustinus)

Is de geneigdheid van de mens tot het kwaad strijdig met Gods uitspraak na de schepping dat alles zeer goed was?

Is de geneigdheid tot het kwaad ook al zonde?

Maar "wie ene vrouw aanziet om dezelfde te begeren, die heeft alreeds overspel in zijn hart met haar gedaan", zijn gedachten dus ook zondig?

Wanneer de geneigdheid tot het kwaad niet de erfzonde is, wat is de erfzonde dan wel?

Door de erfzonde zijn wij totaal bedorven. Hoe kan dan door de genade iets goddelijks in de mens komen, zoals de Roomsen zeggen?

Hebben Roomsen, zoals zij de genade opvatten, God niet meer nodig voor hun zaligheid?

Wordt men aan Gods genade deelachtig door het geloof, een algeheel vertrouwen op Christus' verdiensten, in het besef van eigen verdorvenheid?

Gaan genade van God en de vrijheid de mens samen?

"Want wie de gehele wet zal houden, en in één zal struikelen, die is schuldig geworden aan alle", is er verschil tussen doodzonden en dagelijkse zonden?

Blijkt uit verschillende teksten dat God zijn genade niet aan alle mensen schenkt?

Slaat de tekst: "God wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis der waarheid komen" op alle mensen, of op mensen uit alle rangen en standen?

Zijn we door het geloof zeker van onze zaligheid?

Hoe zou men verdienen, terwijl men door de erfzonde "onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad" is?

Geen opmerkingen: